H1: DIDACTISCHE WERKVORMEN
(P1-53)
1. EEN SCALA AAN DIDACTISCHE WERKVORMEN
1.1. WAT ZIJN DIDACTISCHE WERKVORMEN?
Didactische werkvormen
= zijn het geheel van handelingen van de leerkracht in samenspel met de leerlingen, gericht op het tot stand
brengen van leerervaringen met het oog op het realiseren van vooropgestelde lesdoelen.
1.2. INDELING VAN DIDACTISCHE WERKVORMEN
We delen de didactische werkvormen in op basis van twee criteria:
o Is er veel of weinig interactie?
o Is het de leerkracht of de leerling die het communicatieproces domineert?
Aanbiedende werkvormen Gespreksvormen Opdrachtsvormen
Complexe werkvormen
o Weinig interactie o Heel veel interactie
o Leerkracht o Leerlingen
domineert het domineren het
communicatieproces communicatieproces
2. AANBIEDENDE WERKVORMEN
o Bij aanbiedende werkvormen domineert de leerkracht het communicatieproces.
o Er is weinig interactie tussen leerkracht en leerling.
o Er is sprake van een eenrichtingsverkeer.
Aanbiedende werkvormen kunnen doelgericht ingezet worden indien je:
Nieuwe leerinhouden aanbrengt waar leerlingen weinig voorkennis over hebben
In een korte tijd kennis gestructureerd willen overbrengen
Leerinhoud/leerstof willen samenvatten
1
, Richtlijnen wil geven voor het correct uitvoeren van taken
1. UITLEGGEN -> AANBIEDENDE WERKVORM
We spreken van uitleggen als een leerkracht aan een groep leerlingen hoofdzakelijk verbaal informatie
doorgeeft waarbij leerlingen vooral luisteren.
Eénrichtingsverkeer
Nieuwe informatie – cognitieve doelen
Geleidelijk Belangrijkste
Aanschouwelijk (aan de hand van de realiteit, afbeeldingen, bordschema,..) didactische principes bij
uitleggen
Twee belangrijke aandachtspunten om betrokkenheid hoog te houden:
Timing
-> uitleggen mag niet te lang duren
Non-verbaal gedrag
-> mimiek, gebaren, oogcontact, stemgebruik,..
2. VERTELLEN -> AANBIEDENDE WERKVORM
Leerkracht kiezen voor vertellen om een levendig beeld van een onderwerp op te roepen
Eénrichtingsverkeer
Cognitieve doelen en dynamisch-affectieve doelen
Leefwereld van het kind
Enkele tips en tricks om goed te vertellen:
De juiste sfeer: in een zithoek, kaarsjes branden, licht dimmen,…
Aanschouwelijk – creëer een klankdecor: gebruik klanknabootsingen, luid, stil, hoog, laag,..
Val met de deur in huis: ‘ik ga jullie eens een verhaal vertellen over…’ -> minder pakkend
3. DEMONSTREREN -> AANBIEDENDE WERKVORM
Je maakt gebruik van een demonstratie als je iets (een handeling, een proefje,…) op een aanschouwelijke
manier toont, aantoont of demonstreert.
Eénrichtingsverkeer
Cognitieve, psychomotorische en dynamisch-affectieve doelen
Verschillende zintuigen activeren
Organisatie (handelingen – materiaal)
Kijkvragen
2
(P1-53)
1. EEN SCALA AAN DIDACTISCHE WERKVORMEN
1.1. WAT ZIJN DIDACTISCHE WERKVORMEN?
Didactische werkvormen
= zijn het geheel van handelingen van de leerkracht in samenspel met de leerlingen, gericht op het tot stand
brengen van leerervaringen met het oog op het realiseren van vooropgestelde lesdoelen.
1.2. INDELING VAN DIDACTISCHE WERKVORMEN
We delen de didactische werkvormen in op basis van twee criteria:
o Is er veel of weinig interactie?
o Is het de leerkracht of de leerling die het communicatieproces domineert?
Aanbiedende werkvormen Gespreksvormen Opdrachtsvormen
Complexe werkvormen
o Weinig interactie o Heel veel interactie
o Leerkracht o Leerlingen
domineert het domineren het
communicatieproces communicatieproces
2. AANBIEDENDE WERKVORMEN
o Bij aanbiedende werkvormen domineert de leerkracht het communicatieproces.
o Er is weinig interactie tussen leerkracht en leerling.
o Er is sprake van een eenrichtingsverkeer.
Aanbiedende werkvormen kunnen doelgericht ingezet worden indien je:
Nieuwe leerinhouden aanbrengt waar leerlingen weinig voorkennis over hebben
In een korte tijd kennis gestructureerd willen overbrengen
Leerinhoud/leerstof willen samenvatten
1
, Richtlijnen wil geven voor het correct uitvoeren van taken
1. UITLEGGEN -> AANBIEDENDE WERKVORM
We spreken van uitleggen als een leerkracht aan een groep leerlingen hoofdzakelijk verbaal informatie
doorgeeft waarbij leerlingen vooral luisteren.
Eénrichtingsverkeer
Nieuwe informatie – cognitieve doelen
Geleidelijk Belangrijkste
Aanschouwelijk (aan de hand van de realiteit, afbeeldingen, bordschema,..) didactische principes bij
uitleggen
Twee belangrijke aandachtspunten om betrokkenheid hoog te houden:
Timing
-> uitleggen mag niet te lang duren
Non-verbaal gedrag
-> mimiek, gebaren, oogcontact, stemgebruik,..
2. VERTELLEN -> AANBIEDENDE WERKVORM
Leerkracht kiezen voor vertellen om een levendig beeld van een onderwerp op te roepen
Eénrichtingsverkeer
Cognitieve doelen en dynamisch-affectieve doelen
Leefwereld van het kind
Enkele tips en tricks om goed te vertellen:
De juiste sfeer: in een zithoek, kaarsjes branden, licht dimmen,…
Aanschouwelijk – creëer een klankdecor: gebruik klanknabootsingen, luid, stil, hoog, laag,..
Val met de deur in huis: ‘ik ga jullie eens een verhaal vertellen over…’ -> minder pakkend
3. DEMONSTREREN -> AANBIEDENDE WERKVORM
Je maakt gebruik van een demonstratie als je iets (een handeling, een proefje,…) op een aanschouwelijke
manier toont, aantoont of demonstreert.
Eénrichtingsverkeer
Cognitieve, psychomotorische en dynamisch-affectieve doelen
Verschillende zintuigen activeren
Organisatie (handelingen – materiaal)
Kijkvragen
2