Kennis passend onderwijs samenvatting

Gedragsproblemen in de klas
ADHD

Samenvatting:
- ADHD komt vaker voor met een andere stoornis, dan zonder. Zorg dat je daar op
bedacht op bent.
- Vertel wat je verwacht van het kind: benoemen het doelgedrag.
- Geef veel complimenten voor gedrag in de goede richting.
- Geef het kind de ruimte om een loopje te hebben en beweeg ook veel tussendoor
met de hele klas.
- Vertel de klas (na overleg met ouders en kind) wat ADHD inhoudt. Zo krijgen de
andere kinderen meer begrip. Dit kan alleen bij een veilig klassenklimaat.
- Spreek met het kind een teken af om het onopvallend te herinneren aan een
gemaakte afspraak.
- Stel wel duidelijke grenzen maar zie niet alles.
- Noem het kind bij de naam als het iets moet doen en kijk of hij bij de les is.
- Geef korte opdrachten en controleer veel om te kijken of het kind op de juiste weg
blijft.
- Pas de hoeveelheid werk aan als dat nodig is.
- Gebruik indien nodig een time timer of kookwekker om het kind te leren met tijd om
te gaan.
- Help het kind structuur aanbrengen: werkt met kleine stappen en maak
stappenplannen. Gebruik bijvoorbeeld meichenbaum-aanpak
- Leer het kind zijn werkomgeving op te ruimen voor het iets nieuws begint.
- Zorg voor een rustig plekje om te werken.
- Zet een buddy systeem op om bijvoorbeeld agenda in te vullen of te helpen als het
kind tijdens een les niet meer weet wat het moet maken. Zo leert de klas betrokken
te zijn bij elkaar.
- Help het kind om, om te gaan met huiswerk en betrek vooral de ouders hierbij. Een
kind dat zich op school de hele dag moet inhouden, na schooltijd aan het leren
krijgen valt niet mee.
- Praat regelmatig met ouders en kind tegelijk.
- Maak steeds opnieuw afspraken voor vrije situaties. Kinderen met ADHD vergeten
deze afspraken vaak snel weer.
- Praat met het kind over mislukte sociale acties. Laat het bedenken hoe anderen over
het vertoonde gedrag kunnen denken en wat ze kunnen voelen.
- Hou het in de gaten of het kind niet pest of gepest wordt. Kinderen met ADHD
schatten sociale situaties dus niet goed in en hebben weinig inzicht in hun eigen
acties.
- Gebruik de vrolijke , drukke kant van het kind op zoveel mogelijk momenten.
- Als het kind medicijnen gebruikt houdt dan in de gaten of het gedrag van het kind
verandert. Dit kan te maken hebben met de bijwerking van de medicijnen.

,ADHD

ADHD is een ontwikkelingsstoornis. Aandachttekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.

Symptomen moeten voor 12e leerjaar aanwezig zijn punt ook wel een rijping stoornis.
Vanwege langzame rijping In het centraal zenuwstelsel. Leerlingen met ADHD hebben vaak
negatieve interacties op een dag.

Prevalentie:
3 tot 5% van de kinderen en jongeren. 3 tot 5 keer vaker bij jongens dan bij meiden. Het niet
onderkennen bij meisjes kan leiden tot een extra risico.

Protectieve factoren Risico factoren
Spontaan, open Comorbiditeit
Ondernemend Gebrekkig werkende executieve functies
Gevoel voor humor Storend voor de omgeving
Creatief Impulsief
Sterk rechtvaardigheidsgevoel Emotie regulatie
Sommige situaties hyperfocus
Dol op sport en beweging
Veel fantasie

Comorbiditeit:
- 40 tot 60% met ODD of CD
- 30% met autisme
- 25% met angststoornis
- 30 tot 40% met dyslexie of dyscalculie
In groep 3 ontstaat vaak het vermoeden. Bij meisjes is het vaak de middelbare school.

Prevalentie:
- Kinderen 2,9%
- Volwassenen 2,1%
- Ouderen 2,8%

Wat kan je doen in de klas:
- Geef een strategische plek in de klas.
- Kondig aan wat je gaat doen, dit schept duidelijkheid.
- Probeer tweetallen in de klas te hebben.
- Straf en beloon direct
- Geef veel complimenten dit zorgt voor succes ervaringen.
- Betrek het kind bij je instructie.
o Veel zijn naam noemen of oogcontact hebben
o Herhalen en herhalen.
- Gebruik een tijd-steekproef om te kijken hoe lang het kind zich kan concentreren.

, ADD

Samenvatting:
- Observeer goed: is er een kind dat eigenlijk nooit op tijd klaar is, al zijn spullen
kwijtraakt, chaotisch is, vaak te laat komt, dromerig is en niet weet wat voor
opdracht hij moet maken? Misschien is er sprake van ADD.
- Bedenk dat het niet af hebben van het werk voor het kind net zo frustrerend is als
voor jou. Het is onvermogen, geen onwil.
- Help het kind om het werk te structureren. Verdeeld in kleine stapjes met veel
controle door jou.
- Geef veel interactieve instructie. Meedoen gaat deze kinderen beter af dan alleen
luisteren.
- Verminder de hoeveelheid werk als dat nodig is. Succeservaringen helpen beter dan
nooit op tijd iets af hebben.
- Bemoedig veel en zie de pogingen om het werk op tijd af te krijgen.
- Laat het kind geen bordlessen overschrijven, Dit is vaak een te groot opgave: geeft de
aantekeningen van iemand anders.
- Werk eventueel met een stappenplan.
- Gebruik een agenda voor het huiswerk.
- Gebruik een buddy systeem om het kind te ondersteunen. Zo leert de groep
verantwoording voor elkaar nemen.
- Houd het in de gaten of het goed gaat met het kind in sociale situaties. Het komt
nogal eens voor dat ze niet goed aanvoelen hoe ze moeten omgaan met een
bepaalde situatie. Ze reageren trager dan andere kinderen.
- Als het kind veel piekert of stil is, somber of teruggetrokken is, ga dan in gesprek.
Gebruik eventueel het GGGG model.
- Hou het kind in de gaten met gym. Met name bij balspellen. Kan het kind het spel
bijhouden?
- Als een toets tegenvalt, bekijk deze dan samen nog eens.
- Houdt frequent contact met ouders. Kan het kind de schooldag aan?