Doelstellingen (einde pp) juridische basisvorming voor logistiekers I
1. Les 1
Recht = a) definitie: Een geheel van afdwingbare rechtsregels die het menselijk handelen in de
samenleving ordenen
b) de kenmerken : Wat? Het is een geheel van algemeen geldende regels. Het zijn niet
andere maatschappelijke gedragsregels (vb. morele, religieuze, conventionele regels).
Waarom? Het heeft als doel om de maatschappij te ordenen en dus
om m.a.w. duidelijk te stellen wie wat mag doen met welke middelen.
Wat als? Een overtreding/niet-naleving van rechtsregels wordt door
een wettelijk voorzien systeem van sancties gesanctioneerd. M.a.w. rechtsregels zijn “afdwingbaar”.
Van waar? Het recht wordt opgelegd door de samenleving, via haar
vertegenwoordigers. Het recht is dynamisch, want een gewijzigde samenleving vraagt om gewijzigde
gedragsregels.
c) het belang: vraag aan mevrouw!!!
De begrippen
Dwingend recht = rechtsregels die moeten worden nageleefd. Als
dat niet wordt gedaan wordt dat gesanctioneerd
met nietigheid al naargelang
a) Ambtshalve (door rechter, OM)
opgeworpen: m.n. regels van openbare
orde (fundamentele mij voorschriften,
dienen algemeen belang)
b) Enkel indien ingeroepen door
beschermde persoon: m.n. regels ter
bescherming van zwakkere personen
Aanvullend recht = rechtsregels waarvan wel mag worden
afgeweken, want deze gelden enkel indien
partijen niets anders hebben voorzien.
Objectief recht (incl opdeling) = gedragsregels, afdwingingsregels en
wijzigingsregels. Deze staat uitgedrukt in
algemene, abstracte bewoordingen en staat los
van concrete personen en situaties waarop het
toepasbaar is.
Opdeling: zie dia’s 27-35
Subjectieve rechten (inc opdeling) = deze worden geput uit de objectieve
rechtsregels en verlenen bevoegdheid om naar
eigen goeddunken bepaalde handelingen te
stellen.
1. Les 1
Recht = a) definitie: Een geheel van afdwingbare rechtsregels die het menselijk handelen in de
samenleving ordenen
b) de kenmerken : Wat? Het is een geheel van algemeen geldende regels. Het zijn niet
andere maatschappelijke gedragsregels (vb. morele, religieuze, conventionele regels).
Waarom? Het heeft als doel om de maatschappij te ordenen en dus
om m.a.w. duidelijk te stellen wie wat mag doen met welke middelen.
Wat als? Een overtreding/niet-naleving van rechtsregels wordt door
een wettelijk voorzien systeem van sancties gesanctioneerd. M.a.w. rechtsregels zijn “afdwingbaar”.
Van waar? Het recht wordt opgelegd door de samenleving, via haar
vertegenwoordigers. Het recht is dynamisch, want een gewijzigde samenleving vraagt om gewijzigde
gedragsregels.
c) het belang: vraag aan mevrouw!!!
De begrippen
Dwingend recht = rechtsregels die moeten worden nageleefd. Als
dat niet wordt gedaan wordt dat gesanctioneerd
met nietigheid al naargelang
a) Ambtshalve (door rechter, OM)
opgeworpen: m.n. regels van openbare
orde (fundamentele mij voorschriften,
dienen algemeen belang)
b) Enkel indien ingeroepen door
beschermde persoon: m.n. regels ter
bescherming van zwakkere personen
Aanvullend recht = rechtsregels waarvan wel mag worden
afgeweken, want deze gelden enkel indien
partijen niets anders hebben voorzien.
Objectief recht (incl opdeling) = gedragsregels, afdwingingsregels en
wijzigingsregels. Deze staat uitgedrukt in
algemene, abstracte bewoordingen en staat los
van concrete personen en situaties waarop het
toepasbaar is.
Opdeling: zie dia’s 27-35
Subjectieve rechten (inc opdeling) = deze worden geput uit de objectieve
rechtsregels en verlenen bevoegdheid om naar
eigen goeddunken bepaalde handelingen te
stellen.