Menselijke fysiologie: De ademhaling
In dit hoorcollege spreekt hij de eerste 4min over het examen.
Filtreren, vloeistof zal uit ons bloedvat gaan en we gaan de vloeistof voor een groot stuk
absorberen en het geen dat we niet absorberen zal in ons lymfesysteem gaan. Hoe ontstaan
beiden nu? Hydrostatische druk zal zorgen voor filtratie, colloïd osmotische druk zal voor de
absorptie zorgen.
Respiratoire systeem
o Stemgeluid
o Zorgt voor bescherming
o Regulering van de PH in het lichaam door co2 (door meer of minder co2 af te geven
zullen we de ph beïnvloeden.)
o Verlies van water en warmte (als we lucht gaan inademen dan gaan we de lucht die
we inademen verwarmen. We zullen dus warmte van ons lichaam afgeven aan die
lucht. Dat wilt ook zeggen dat als we gaan uitademen een deel van de warmte zal
verdwijnen. We zullen ook een beetje waterdamp gaan uitademen en zo verliezen
we dus vocht.)
Onze longen dienen om gassen uit te wisselen, co2 en zuurstof worden uitgewisseld. Onze
longen op zich zitten in onze borstkas, maar als we deze volledig zouden openleggen om te
kijken hoeveel plaats we zouden hebben om deze gassen uit te wisselen dan komen we aan
75m2. Dit is belangrijk want ons lichaam heeft veel zuurstof nodig en produceert veel co2 .
Cardiovasculair systeem daar is een massa beweging, hier in het
respiratoire systeem is dat ook zo. Belangrijk: er moet een
drukgradiënt zijn om lucht te doen bewegen, anderzijds er is
weerstand (Wet van Poiseuille). We hebben spieren nodig om het
systeem te doen werken. Diafragma zal voor het grootste deel van
onze ademhaling zorgen en de weerstand wordt voornamelijk door onze luchtwegen en
bronchiolen veroorzaakt. Bronchiolen is de plaats waar we een bronchoconstrictie vinden
(vernauwen van de bronchiolen) en een bronchodilatatie (uitzetten van de bronchiolen).
Er zijn twee soorten ademhaling:
o Cellulaire ademhaling, gebeurt enkel in de
weefsels (in onze cellen thv de mitochondria)
anderzijds hebben we de
o Externe respiratie, in contact met de
buitenwereld, deze kunnen we in verschillende
fases gaan onderverdelen.
✓ Ten eerste de uitwisseling tussen de
atmosfeer en onze longen (ademhaling
inspiratie als expiratie, inademen als
uitademen)
, ✓ vervolgens is er de uitwisseling van onze gassen tussen onze longen en het
bloed,
✓ volgende fase is dan het transport van deze gassen in ons bloed.
✓ De laatste fase is dan het uitwisselen van deze gassen uit ons bloed naar
onze weefsels, eens in onze weefsels gaan we over naar de cellulaire
respiratie.
Onderdelen van het respiratoir systeem
o Bovenste gedeelte
o Onderste gedeelte
o Luchtwegen en anderzijds de longen zelf
o Spieren en botten die gaan meewerken aan onze ademhaling
Larynx = strottenhoofd (stembanden zitten
hierin)
Oesofagus = slokdarm
Trachea = luchtpijp (gaat tot 1/3 van de longen
en zal zich daar opsplitsen in 2 primaire
bronchie, deze zullen verder vertakken.)
Diafragma = middenrif (vormt scheiding tussen
borst en buikholte).
Speciale structuren thv de luchtpijp alsook thv
de bronchie, we zitten met kraakbeenringen
deze zijn C-vormig en niet helemaal rond.
Dienen voor bescherming om de luchtpijp altijd
open te houden.
Alveoli = longblaasjes (hier zal de gasuitwisseling plaatsvinden,
allemaal hele kleine blaasjes die in trosjes bij elkaar hangen en
daar zullen we onze gasuitwisseling laten plaatsvinden. De lucht
die binnenkomt zal heel dit traject afleggen).
Uitwisseling van de lucht gebeurt vooral in de Alveoli (alsook
bronchiolen) terwijl geleiding van de
lucht in het deel er boven gebeurt.
Longen = het aantal longen dat we
hebben, de apex ligt van boven en de
basis vanonder in tegenstelling tot
het hart. De uitsparing is het hart.
In dit hoorcollege spreekt hij de eerste 4min over het examen.
Filtreren, vloeistof zal uit ons bloedvat gaan en we gaan de vloeistof voor een groot stuk
absorberen en het geen dat we niet absorberen zal in ons lymfesysteem gaan. Hoe ontstaan
beiden nu? Hydrostatische druk zal zorgen voor filtratie, colloïd osmotische druk zal voor de
absorptie zorgen.
Respiratoire systeem
o Stemgeluid
o Zorgt voor bescherming
o Regulering van de PH in het lichaam door co2 (door meer of minder co2 af te geven
zullen we de ph beïnvloeden.)
o Verlies van water en warmte (als we lucht gaan inademen dan gaan we de lucht die
we inademen verwarmen. We zullen dus warmte van ons lichaam afgeven aan die
lucht. Dat wilt ook zeggen dat als we gaan uitademen een deel van de warmte zal
verdwijnen. We zullen ook een beetje waterdamp gaan uitademen en zo verliezen
we dus vocht.)
Onze longen dienen om gassen uit te wisselen, co2 en zuurstof worden uitgewisseld. Onze
longen op zich zitten in onze borstkas, maar als we deze volledig zouden openleggen om te
kijken hoeveel plaats we zouden hebben om deze gassen uit te wisselen dan komen we aan
75m2. Dit is belangrijk want ons lichaam heeft veel zuurstof nodig en produceert veel co2 .
Cardiovasculair systeem daar is een massa beweging, hier in het
respiratoire systeem is dat ook zo. Belangrijk: er moet een
drukgradiënt zijn om lucht te doen bewegen, anderzijds er is
weerstand (Wet van Poiseuille). We hebben spieren nodig om het
systeem te doen werken. Diafragma zal voor het grootste deel van
onze ademhaling zorgen en de weerstand wordt voornamelijk door onze luchtwegen en
bronchiolen veroorzaakt. Bronchiolen is de plaats waar we een bronchoconstrictie vinden
(vernauwen van de bronchiolen) en een bronchodilatatie (uitzetten van de bronchiolen).
Er zijn twee soorten ademhaling:
o Cellulaire ademhaling, gebeurt enkel in de
weefsels (in onze cellen thv de mitochondria)
anderzijds hebben we de
o Externe respiratie, in contact met de
buitenwereld, deze kunnen we in verschillende
fases gaan onderverdelen.
✓ Ten eerste de uitwisseling tussen de
atmosfeer en onze longen (ademhaling
inspiratie als expiratie, inademen als
uitademen)
, ✓ vervolgens is er de uitwisseling van onze gassen tussen onze longen en het
bloed,
✓ volgende fase is dan het transport van deze gassen in ons bloed.
✓ De laatste fase is dan het uitwisselen van deze gassen uit ons bloed naar
onze weefsels, eens in onze weefsels gaan we over naar de cellulaire
respiratie.
Onderdelen van het respiratoir systeem
o Bovenste gedeelte
o Onderste gedeelte
o Luchtwegen en anderzijds de longen zelf
o Spieren en botten die gaan meewerken aan onze ademhaling
Larynx = strottenhoofd (stembanden zitten
hierin)
Oesofagus = slokdarm
Trachea = luchtpijp (gaat tot 1/3 van de longen
en zal zich daar opsplitsen in 2 primaire
bronchie, deze zullen verder vertakken.)
Diafragma = middenrif (vormt scheiding tussen
borst en buikholte).
Speciale structuren thv de luchtpijp alsook thv
de bronchie, we zitten met kraakbeenringen
deze zijn C-vormig en niet helemaal rond.
Dienen voor bescherming om de luchtpijp altijd
open te houden.
Alveoli = longblaasjes (hier zal de gasuitwisseling plaatsvinden,
allemaal hele kleine blaasjes die in trosjes bij elkaar hangen en
daar zullen we onze gasuitwisseling laten plaatsvinden. De lucht
die binnenkomt zal heel dit traject afleggen).
Uitwisseling van de lucht gebeurt vooral in de Alveoli (alsook
bronchiolen) terwijl geleiding van de
lucht in het deel er boven gebeurt.
Longen = het aantal longen dat we
hebben, de apex ligt van boven en de
basis vanonder in tegenstelling tot
het hart. De uitsparing is het hart.
