Samenvatting Inleiding - Exploratie Sociaal Werk - 1ste jaar - Erasmus Hogeschool Brussel

___HOOFSTUK 1 – MAATSCHAPELIJKE DIENSTVERLENING____

HOOFSTUK 1 –
MAATSCHAPELIJKE
DIENSTVERELNING
H1 – inleiding
Synoniemen voor maatschapelijke dienstverlening;
o Algemeen maatschapelijk werk;
o Algemeen welzijnswerk;
o Eerstehulpverlening;
o Maatschapelijke opvang.


- Deze dienst is een overzichtelijk netwerk van.
o Diensten;
o Proffesionals.

- Zij bienden 2 soorten prestaties:
o Materiële hulp:
 Fininciele hulp;
 Hulp in natura

o Immateriële hulp:
 Budgetbegeleiding;
 Juridisch advies;
 Ondersteuning (op allerlei vlakken);
 Bemiddelingen (bv: werkloosheiduitkering);
 Psychosociale dienstverlening.

Inleiding – Kenmerken maatschapelijke dienstverlening

- Maatschapelijke dienstverlening = recht dat geangandeerd word via:
o Overheidsdiensten;
o Private diensten (via subsidies).


 Deze dienstverlening wordt voor de beste hulp ingedeeld in:

- Algemene maatschapelijk werk.
o Vb: CAW
- Gespecialiseerde maatschapelijk werk;
o School maatschapelijk werk;
 Vb: clb.

1

,___HOOFSTUK 1 – MAATSCHAPELIJKE DIENSTVERLENING____

o Bedrijfmaatschapelijk werk.
- Maatschapelijke opvang;
o Bv: vluchthuizen.

- Activeringsinitiatieven



Inleiding – historische terugblik
- Heel wat geschiedenis rond sociaal werk;

- Belangerijk kantelpunt  Omslag van verzoringdstaat naar activeringstaat;
o Naast de wetten, worden er ook activiteiten rond gedaan. Wetten worden actief
gebruikt:
 Het recht op een zinvol bestaan;
 Arbeid als hefboom = actuele ontwikkeling;
 De visie op uitkeringen (anders als daarvoor);

- Huidige ontwikkelingen
o Hervormingen richting wijzingen begeleid (stemstaat);
o Doelgroepen (veel breder);
o Problematieken (veranderen doorheen de jaren);
o Verawtoordelijkheden;

 Zorgde ervoor dat
 Er verzakelijking;
 Vermaatschappelijking.
 …
Uit onstonden.


Inleiding – sociale hulp en dienstverlening op individueel vlak/ in
gezinnen
Aka/ ook wel  Social caswork genoemd!

 WE GAAN DIT THEMA OP ARMOEDE BESTUDEREN EN TOEPASSINGEN ZIEN!

1. 2 belangerijke thorieën binnen sociale case work, Namelijk
die van;

- Mary richmond:
o Amerikaan die onderzoek deed op problimatiek in de samenleving;
 Inkomen = niet de sleutel tot overleven
 OOK IMATERIELE HULP NODIG

 Armoede is een moreel probleem, veel meer als alleen armoede
2

,___HOOFSTUK 1 – MAATSCHAPELIJKE DIENSTVERLENING____
 Er is een samenhang met wat er met de client en zijn omgeving speelt!
 Micro, meso, macro hebben dus invloed op elkaar!
 Heeft invloed op jouw welzijn!

- Hamilton:
o Staat bekend om zijn uitspraak:
 “Proces tussen hulpvrager en hulpverlener dat aangewend wordt om
hulpvrager te helpen om terug het hoofd te bieden aan moeilijkheden in
zijn functioneren. Proces omvat een groeiende relatie tussen beide dat als
katalysator dient om met de vragen van de hulpvrager te kunnen werken”

 hulp werkt alleen wanneer je die vraagt en aanvaard.


2. Evolutie van sociale hulp- en dienstverlenings werk

- Matriele bijstand moet gekoppeld worden aan inmatriele hulp
o Matriele hulp IS GEEN BLIJVENDE OPLOSSING:

o Vaak veel meer als dat aan de hand, bv;
 Persoonlijke relatieproblemen;
 Verslavingsproblemen;
 Schuldproblemen.
 Zijn vaak de ookzaak tot aarmoede!

 ARMOEDE WORD DUS NIET ALLEEN VERHOLPEN DOOR MATRIELE EN
INDIVIDUELE HULP;
 PROBLEEM MOET INTEGRAAL AANGEPAKT WORDEN!

3. Doelgroepen van sociale- en dienstverlenings werk

- Sociaal kwetsbare;
o Personen;
o Volwassenen.

- Mensen die maatschapelijke opvang nodig hebben;
o Vb:
 Daklozen,
 Vrouwen die zijn mishandelt,
 Kinderen die het huis zijn uitgezet,
 …

- Multi-probleem-clienten;
o Personen die problemen op verschillende levensdomeinen hebben (4W’S)
 Vb: Werken en welzijn.

o Krijgen soorten hulp;
3

, ___HOOFSTUK 1 – MAATSCHAPELIJKE DIENSTVERLENING____
 Intensieve hulpverlening
 Intesieve samenwerking met andere hulpverleners
- Jeugdhulp diensten;
o Hangt van contects af;
 Vb: hangjongeren, probleemjongeren, …

4. Begrippen sociaal hulp- en dienstverlening

Defenitie Maatschapelijke diensverlening =
Welzijnswerk met dispachfunctie (= kijken naar welke problimatiek er is en zo de beste
hulpverlening toeverwijzen = subsidiartiteitsbeginsel).

KENMERKEN VAN MAATSCHAPELIJKE DIENSTVERLENING:
- Laagdrempelig/1ste lijn: toegankelijk voor iedereen, met alles;
- Onmidelijke toegankelijkheid;
- Onmiddellijk beschikbaar;
- Voor iedereen;
- Niemand worden onderscheden;
- Geen lidmaatschap nodig;
- Geen voorwaarden om hulp te ontvangen.


Inleiding – sociale problemen
 Dit zijn de sociale problemen die zich in de maatschapij/samenleving kunnen voorkomen;

- Sociale/psychologische problemen;
- Matriele/inmaterliele problemen;
- Problemen voor sociale zekerheid;
- Combinatie van allerlei problemen (4w’s).


Inleiding – armoede als begrip

1. Wat is armoede

Armoede als berip, wat is het?
- Armoede wijst op een tekort aan middelen;
o Vandaag de dag wordt dat vooral gezien aan inkomen1,
Niet genoeg geld om het levensnoodzakelijke door te komen!

 Volgens de wetenschap ben je arm = als jouw loon onder de laagste norm ligt
 Met als gevolg dat je niet de levensnoodzakelijke kan betalen
 Minimun loongrens belgië = 1250 euro




1
Armoede kan ook beteken armoede op vlak van liefde, …

4