Samenvatting BTW

BTW (SCHIJF 2)
INLEIDING
De bronnen van btw

o Europese richtlijnen en verordeningen = eerst te raadplegen instrument
-> Voornaamste referentie = zesde btw-richtlijn: 2006/112/EG.
Zie: https://eur-lex.europa.eu/
o Wetboek btw = WBTW met ter uitvoering genomen koninklijke besluiten en ministriële
besluiten = basisdocumentatie Belgische btw-wetgeving.
o Administratieve aanschrijvingen: over bepaalde concrete onderwerpen = standpunten
administratie, geen karakter van wet, maar worden meestal gevolgd en nageleefd.
o Administratieve beslissingen: betreffen concreet geval = bron van de administratieve
praktijk.
o Parlementaire vragen en antwoorden = interessante toevoeging aan wettelijke en
administratieve documentatie.
o Fisconetplus: via https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/fisconet#!/
Meeste van bovenstaande documentatie terug te vinden.


Btw bedrijfskolom: personenwagen




o Bedrijfskolom: vanaf grondstof tot eindconsument , welk proces en tussenpersonen die
passeren
 Elke tussenpersoon gaat zijn toegevoegde waarde toebrengen aan het product.
o AKP x 21% = aftrekbare BTW
o Vkprijs x btwtarief (21%) = verschuldigde BTW
o Verschuldigde btw nog niet direct te betalen btw. Heeft te maken met hoeveel bedrijf
aftrekbare btw neemt. Op aankopen btw terug vorderen van overheid.
 Bedrijf mag meer aftrekken dan verschuldigd zijn!
o Voorbeeld: staalbedrijf gaat AK doen van 60.000,00 , btw is 12.600,00. Hij gaat
12.600,00 opnemen als aftrekbare btw.
o Als staalbedrijf verkoopt aan autoconstructeur dan zal hij de btw 21.000,00 die hij
aanrekent , hij zal die moeten opnemen als verschuldigde BTW.
 Verschuldigd aan overheid: verschuldigde btw - aftrekbare btw
o *btw terug vorderen en verschuldigd zijn is enkel voorzien voor BTW belastingplichtige.
Als consument/particulier wel degelijk btw betalen, voor consument/particulier wel een
kost!

, o Toegevoegde waarde, verschil van verkoopprijs en aankoopprijs.
o Voor wie 6% van toepassing? Gehandicapten/invaliden!!



Kenmerken BTW
o Btw is een verbruiksbelasting die de eigen consument draagt.
o Btw is een indirecte belasting, over belastbare handelingen.
o Btw wordt in delen aan de schatkist betaald door de btw belastingplichtige .
o De btw-belastingplichtigen fungeren als kassiers van de schatkist.
o Btw is in deze bedrijfskolom fiscaal neutraal .
o De btw is geen kostprijsverhogende factor voor de btw belastingplichtige (met
ROA) .
o Btw is een doorzichtig systeem: prijs steeds excl. en incl. btw.
o Alleen het tarief in de laatste fase van de bedrijfskolom bepaalt de te betalen btw.
Een lager of hoger aangerekend tarief in voorgaande fases wordt teniet gedaan door
een lagere of hogere aftrek in de volgende fase. Dit is het inhaaleffect van de btw.


Waarom deze cursus?
o Voor elke mogelijke inkomende handeling:
 Moet ik een aankoopfactuur ontvangen?
 Is er Belgische btw verschuldigd?
 Moet de btw worden aangerekend op de factuur of moet ik de btw zelf afdragen
via mijn eigen btw-aangifte?
 Heb ik recht op aftrek van de btw?
 Hoe en wanneer moet ik deze aankoopfactuur verwerken in de btw-aangifte?
o Voor elke mogelijke uitgaande handeling:
 Moet ik een verkoopfactuur opstellen?
 Moet er btw worden aangerekend? Hoe wordt deze btw berekend?
 Is er een vrijstelling mogelijk? Zo ja, wat moet op de verkoopfactuur worden
vermeld?
 Hoe en wanneer moet ik deze verkoopfactuur verwerken in de btw-aangifte?
o De btw-aangifte:
 Wie moet die indienen?
 Wanneer?
 Hoe?
o Nog andere verplichtingen?



De 5-vragen methode – analyse – schema

1) Wordt de handeling verricht door een btw-belastingplichtige? (Uitz.: Invoer en IC
verwerving)
a. Ja (ga naar vraag 2)/ Neen (=> einde analyse)
2) Betreft het een belastbare handeling? + Onder bezwarende titel? (Uitz.: Invoer)
a. Ja, welke? (ga vervolgens naar vraag 3)/ Neen (=> einde analyse)
3) Waar vindt de handeling plaats?
a. België (indien niet, geen Belgische btw verschuldigd)
b. België (ga naar vraag 4) / Niet België (=> einde analyse aangaande
Belgische btw)
4) Is er geen vrijstelling mogelijk?
 Neen (ga naar vraag 5) / Ja (=> einde analyse)

,  => Belgische btw verschuldigd! /=> Geen Belgische btw
verschuldigd!
 Vrijstellingen zonder recht op aftrek
= Eigenlijke vrijstellingen = artikel 44 WBTW
= bepaalde BTW-belastingplichtigen, levering van goederen, diensten
 Vrijstellingen met recht op aftrek
= oneigenlijke vrijstellingen = artikel 39 tot 42 WBTW
= o.a. Uitvoer en Intracommunautaire levering
5) Wie moet de btw voldoen?
 Leverancier/dienstverrichter of ontvanger van de dienst



LEVERING VAN GOEDEREN
Inleiding

Wanneer zal een levering van goederen onderworpen zijn aan Belgische btw? Indien wij
ondernemer zijn en wij doen levering van goederen, wanneer Blegische btw aanrekenen?
o Belastbare handelingen
 Artikel 2: “de leveringen van goederen en diensten die door een als zodanig
handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, zijn
aan de belasting onderworpen als ze in België plaatsvindt.”
o => de 5 hoofdvragen
 1) Wordt de handeling verricht door een btw-plichtige?
 2) Betreft het een belastbare handeling (onder bezwarende titel)?
 Opdat een bepaalde handeling aan BTW onderworpen wordt, moet het
gaan om één van de volgende verrichtingen:
 Een levering van goederen;
 Een dienstverrichting;
 Een intracommunautaire verwerving van goederen;
 Een invoer van goederen
 3) Waar vindt de handeling plaats?
 4) Is er geen vrijstelling mogelijk?
 5) Wie moet de btw voldoen?

Het begrip goederen


Goederen kunnen
als volgt ingedeeld
worden :




roerende en lichamelijke en nieuwe en
onroerende onlichamelijke gebruikte
goederen goederen goederen


o Goederen: art 9 WBTW
 Welke goederen worden aan de BTW onderworpen ?

,  De lichamelijke goederen: zowel Roerende ALS onroerende lichamelijke
(tastbare) goederen:
 Een machine (roerend), een dier
 Een magazijn (onroerend, met uitzondering van terreinen).
 Worden als lichamelijke goederen beschouwd:
 Elektriciteit, gas, warmte en koude soortgelijke (bv stoom,
doorrekenen elektriciteit).
 De zakelijke rechten op onroerende goederen
o vruchtgebruik
o erfpacht
o recht van opstal
o erfdienstbaarheden

met uitzondering van het recht van erfpacht bij een onroerende
leasing.


 Zo ook:
 Goederen bij vervroeging (fruitteelt, af te breken gebouw);
 Goud;
 Het begrip ‘goed’ dekt zowel nieuwe als gebruikte goederen; voor
welbepaalde gebruikte goederen is er een bijzondere regeling van
toepassing (margeregeling, art. 58, §4 WBTW, zie hoofdstuk MVH).
 Illegale goederen?
 Fiscale wet moreel neutraal
 NIET: effecten aan toonder

Definitie van levering

o Artikel 10 §1 WBTW:
 Als levering van een goed wordt beschouwd de overdracht of de overgang van
de macht om als eigenaar over een goed te beschikken.
Hier wordt onder meer bedoeld de terbeschikkingstelling van een goed aan de
verkrijger of de overnemer ingevolge een contract tot overdracht of aanwijzing.
o Niet noodzakelijk juridische eigendomsoverdracht.
o Het belastbare feit is de LEVERING en niet de KOOP.

+ Onder bezwarende titel (tegenprestatie is vereist). (Art. 2 WBTW)

De plaats van de levering

o Plaats = België => belastbaar met Belgische btw
o Artikel 14 §1 WBTW: Algemene regel: plaats waar het goed ter beschikking van de
verkrijger of overnemer wordt gesteld;
o Verschillende principes afhankelijk van de aard van de levering: art. 14 §2, §3 en §4 en
art. 14bis WBTW. Zie tabel handboek blz. 31.
o Afwijkingen: verkoop op afstand - zie art. 15 §1 en §2 WBTW;
! Opgelet: gewijzigd sinds 1/7/2021 (uitgebreid behandeld in BTW schijf 3) !
 Van toepassing als de koper van goed een particulier is
 Als belastingplichtige van groep 4 die drempel van intracommunautaire
verwerving niet heeft overgeschreden (niet verplicht is om te verwerven)
 Plaats van de levering , waar goederen zich bevinden op moment van aankomst
o Levering of dienst?