1
Hoofdstuk 4: Kenmerken van de financiële verslaggeving ...................................................................2
1. Inleiding ......................................................................................................................................2
2. De grondslagen van de financiële verslaggeving ..........................................................................2
2.1. Ondernemingsentiteit ..........................................................................................................2
2.2. Continuïteit ..........................................................................................................................2
2.3. Monetaire kwantificering .....................................................................................................3
2.4. Het aangroeibeginsel/The accruals principle .........................................................................3
3. De doelstellingen van de financiële verslaggeving .......................................................................4
3.1. Relevantie ............................................................................................................................4
3.2. Betrouwbaarheid..................................................................................................................4
3.3. Neutraliteit en voorzichtigheid .............................................................................................4
3.4. Verifieerbaarheid .................................................................................................................4
3.5. Getrouw beeld .....................................................................................................................4
4. Kenmerken van de jaarrekening ..................................................................................................5
4.1. Periodiciteit ..........................................................................................................................5
4.2. Vergelijkbaarheid .................................................................................................................5
4.3. Consistentie .........................................................................................................................5
4.4. Individuele waardering .........................................................................................................5
5. Het vastleggen van gebeurtenissen in de boekhouding ...............................................................5
5.1. Verantwoordingsstukken......................................................................................................5
5.2. Volledigheid .........................................................................................................................5
5.3. Niet-compensatie .................................................................................................................5
, 2
Hoofdstuk 4: Kenmerken van de financiële verslaggeving
1. Inleiding
• De opsteller van de jaarrekening heeft nog veel vrijheden. Daarom zijn er algemeen aanvaarde
principes vastgelegd om:
- Externe partijen te beschermen
- De beïnvloeding van de opsteller te beperken
• Deze algemene principes zijn in veel landen vastgelegd in een algemeen kader (conceptual
framework), en behoren daarmee tot de regelgeving ivm het opstellen van de jaarrekening
• Dit is niet het geval in België: Wij hebben een algemeen conceptueel accountingkader dat
bestaat uit een aantal losse kenmerken en grondslagen
2. De grondslagen van de financiële verslaggeving
2.1. Ondernemingsentiteit
• De jaarrekening geeft de financiële toestand van een ondernemingsentiteit als juridisch
afzonderlijk geheel: Los van de eigenaars
• Deze ondernemingsentiteit kan drie verschillende vormen aannemen:
- Juridisch onafhankelijke vennootschap
> Enkelvoudige jaarrekening
- Eenmanszaak
> Enkelvoudige jaarrekening
- Groep ondernemingen, juridisch en economisch verweven, waarbij één onderneming de
controle heeft over één of meerdere andere ondernemingen
> Geconsolideerde jaarrekening
2.2. Continuïteit
Continuïteitsbeginsel: De veronderstelling dat de onderneming de komende jaren blijft
voortbestaan:
• Continuïteit houdt op? Beginsel geldt niet meer
• De jaarrekening wordt vanuit dit principe opgesteld: De onderneming heeft zogezegd een
onbeperkt levensduur
• Heeft twee complicaties:
- Voor het opstellen van de jaarrekening
- Voor het waarderen van de elementen op de jaarrekening van de activa, passiva,
kosten en opbrengsten
• Oplossing: De activa hoeven niet gewaardeerd te worden tegen de realisatiewaarde
= Huidige prijs die een potentiële koper bereid is te betalen
De boekwaarde van een actiefelement mag verschillen van de realisatiewaarde: We
gebruiken ipv de realisatiewaarde de historische aanschaffingswaarde
= Waarde waartegen de activa werden verworven: Gekocht, ingebracht of
geproduceerd
- Wordt jaarlijks gecorrigeerd voor afschrijvingen en waardeverminderingen
- Nadeel: Marktwaarde van bepaalde activa kan na enige tijd sterk afwijken van de
boekwaarde; De gerapporteerde gegevens verliezen relevantie
- Voordeel: Je kan bepaalde kosten activeren
• Let op: In sommige gevallen wordt er afgeweken van het continuïteitsbeginsel, zoals
bijvoorbeeld bij faillissement of wanneer de onderneming zelf beslist tot vereffening. In dat
geval gelden andere waarderingsregels.
Hoofdstuk 4: Kenmerken van de financiële verslaggeving ...................................................................2
1. Inleiding ......................................................................................................................................2
2. De grondslagen van de financiële verslaggeving ..........................................................................2
2.1. Ondernemingsentiteit ..........................................................................................................2
2.2. Continuïteit ..........................................................................................................................2
2.3. Monetaire kwantificering .....................................................................................................3
2.4. Het aangroeibeginsel/The accruals principle .........................................................................3
3. De doelstellingen van de financiële verslaggeving .......................................................................4
3.1. Relevantie ............................................................................................................................4
3.2. Betrouwbaarheid..................................................................................................................4
3.3. Neutraliteit en voorzichtigheid .............................................................................................4
3.4. Verifieerbaarheid .................................................................................................................4
3.5. Getrouw beeld .....................................................................................................................4
4. Kenmerken van de jaarrekening ..................................................................................................5
4.1. Periodiciteit ..........................................................................................................................5
4.2. Vergelijkbaarheid .................................................................................................................5
4.3. Consistentie .........................................................................................................................5
4.4. Individuele waardering .........................................................................................................5
5. Het vastleggen van gebeurtenissen in de boekhouding ...............................................................5
5.1. Verantwoordingsstukken......................................................................................................5
5.2. Volledigheid .........................................................................................................................5
5.3. Niet-compensatie .................................................................................................................5
, 2
Hoofdstuk 4: Kenmerken van de financiële verslaggeving
1. Inleiding
• De opsteller van de jaarrekening heeft nog veel vrijheden. Daarom zijn er algemeen aanvaarde
principes vastgelegd om:
- Externe partijen te beschermen
- De beïnvloeding van de opsteller te beperken
• Deze algemene principes zijn in veel landen vastgelegd in een algemeen kader (conceptual
framework), en behoren daarmee tot de regelgeving ivm het opstellen van de jaarrekening
• Dit is niet het geval in België: Wij hebben een algemeen conceptueel accountingkader dat
bestaat uit een aantal losse kenmerken en grondslagen
2. De grondslagen van de financiële verslaggeving
2.1. Ondernemingsentiteit
• De jaarrekening geeft de financiële toestand van een ondernemingsentiteit als juridisch
afzonderlijk geheel: Los van de eigenaars
• Deze ondernemingsentiteit kan drie verschillende vormen aannemen:
- Juridisch onafhankelijke vennootschap
> Enkelvoudige jaarrekening
- Eenmanszaak
> Enkelvoudige jaarrekening
- Groep ondernemingen, juridisch en economisch verweven, waarbij één onderneming de
controle heeft over één of meerdere andere ondernemingen
> Geconsolideerde jaarrekening
2.2. Continuïteit
Continuïteitsbeginsel: De veronderstelling dat de onderneming de komende jaren blijft
voortbestaan:
• Continuïteit houdt op? Beginsel geldt niet meer
• De jaarrekening wordt vanuit dit principe opgesteld: De onderneming heeft zogezegd een
onbeperkt levensduur
• Heeft twee complicaties:
- Voor het opstellen van de jaarrekening
- Voor het waarderen van de elementen op de jaarrekening van de activa, passiva,
kosten en opbrengsten
• Oplossing: De activa hoeven niet gewaardeerd te worden tegen de realisatiewaarde
= Huidige prijs die een potentiële koper bereid is te betalen
De boekwaarde van een actiefelement mag verschillen van de realisatiewaarde: We
gebruiken ipv de realisatiewaarde de historische aanschaffingswaarde
= Waarde waartegen de activa werden verworven: Gekocht, ingebracht of
geproduceerd
- Wordt jaarlijks gecorrigeerd voor afschrijvingen en waardeverminderingen
- Nadeel: Marktwaarde van bepaalde activa kan na enige tijd sterk afwijken van de
boekwaarde; De gerapporteerde gegevens verliezen relevantie
- Voordeel: Je kan bepaalde kosten activeren
• Let op: In sommige gevallen wordt er afgeweken van het continuïteitsbeginsel, zoals
bijvoorbeeld bij faillissement of wanneer de onderneming zelf beslist tot vereffening. In dat
geval gelden andere waarderingsregels.