SAMENSTELLING VAN VOEDER
EXTRA: Wat is het nut van voeding?
1. Ontwikkelen en overleven
2. Groei en voortplanting
3. Productie (melk, vlees,…)
A. Nutriënten = Chemische samenstelling
Uitgedrukt in %
Elementen in “codex alimentarius”
Normen op basis van droge stof
B. Weende-Analyse
Voedingsmiddel meestal uitgedrukt in verse stof (VS)
VS = droge stof (DS) + vocht
START: 100% droge stof
organische stof Anorganische stof
=> levend => levenloos
=> C-verbindingen => na verhitten
=> as: mineralen, sporen & zand
N-houdende stof N-vrije stof
Ruwe eiwitten niet-eiwitten Vet Koolhydraten
Ruwe celstof overige
= vezels - suikers
- zetmeel
- organische zuren
C. Water
Oplosmiddel
Transportmiddel
Warmteregulatie
Regulatie van lichaamsconstanten (bv. Osmotische druk)
, D. Droge stof
Droge stof = Verse stof – Vocht
Verhitten
Afwegen
E. Organische stof
C-verbindingen
Volledige verbranding energiehoudend
Indeling in 4 hoofdgroepen
1. Eiwitten
2. Vetten
3. Koolhydraten
4. Vitaminen
Dierlijke grondstoffen: eiwitten en vetten
Plantaardige grondstoffen: koolhydraten met lage concentratie aan eiwitten
F. Anorganische stof
Ruwe as of mineralen
G. Eiwitten
Functie:
o Opbouw
o Transport
o Omzetten van stoffen
o Immuniteit: antistoffen
Bouw: oooooooooo
o Lange ketens van aminozuren
o Zuurgroep: COOH
o Restgroep: C,H,O,N,S,P
H. Aminozuren
Bepaling van een eiwit
o Volgens de soorten aminozuren
o Volgens de volgorde van de aminozuren
Opnemen/aanmaken van aminozuren
o Aanmaken eiwitten via DNA of RNA = niet-essentiële aminozuren
o Opnemen van eiwitten = essentiële aminozuren
1. Rechtstreeks uit voedsel
2. Eiwit uit voedsel afbreken en opnieuw opbouwen + AZ van andere eiwitten
3. Bijvoederen niet efficiënt
o 10 essentiële aminozuren
1. Valine 6. Fenylalinine
2. Leucine 7. Isoleucine
3. Threonine 8. Lysine
4. Thryptofaan 9. Histidine
5. Argenine 10. Methionine
Limiterend aminozuur:
Het eerste aminozuur dat tekort is bij het aanmaken van een bepaald aminozuur.
o Wet van Liebig: minst aanwezig = bepalend
o Altijd een essentieel aminozuur
EXTRA: Wat is het nut van voeding?
1. Ontwikkelen en overleven
2. Groei en voortplanting
3. Productie (melk, vlees,…)
A. Nutriënten = Chemische samenstelling
Uitgedrukt in %
Elementen in “codex alimentarius”
Normen op basis van droge stof
B. Weende-Analyse
Voedingsmiddel meestal uitgedrukt in verse stof (VS)
VS = droge stof (DS) + vocht
START: 100% droge stof
organische stof Anorganische stof
=> levend => levenloos
=> C-verbindingen => na verhitten
=> as: mineralen, sporen & zand
N-houdende stof N-vrije stof
Ruwe eiwitten niet-eiwitten Vet Koolhydraten
Ruwe celstof overige
= vezels - suikers
- zetmeel
- organische zuren
C. Water
Oplosmiddel
Transportmiddel
Warmteregulatie
Regulatie van lichaamsconstanten (bv. Osmotische druk)
, D. Droge stof
Droge stof = Verse stof – Vocht
Verhitten
Afwegen
E. Organische stof
C-verbindingen
Volledige verbranding energiehoudend
Indeling in 4 hoofdgroepen
1. Eiwitten
2. Vetten
3. Koolhydraten
4. Vitaminen
Dierlijke grondstoffen: eiwitten en vetten
Plantaardige grondstoffen: koolhydraten met lage concentratie aan eiwitten
F. Anorganische stof
Ruwe as of mineralen
G. Eiwitten
Functie:
o Opbouw
o Transport
o Omzetten van stoffen
o Immuniteit: antistoffen
Bouw: oooooooooo
o Lange ketens van aminozuren
o Zuurgroep: COOH
o Restgroep: C,H,O,N,S,P
H. Aminozuren
Bepaling van een eiwit
o Volgens de soorten aminozuren
o Volgens de volgorde van de aminozuren
Opnemen/aanmaken van aminozuren
o Aanmaken eiwitten via DNA of RNA = niet-essentiële aminozuren
o Opnemen van eiwitten = essentiële aminozuren
1. Rechtstreeks uit voedsel
2. Eiwit uit voedsel afbreken en opnieuw opbouwen + AZ van andere eiwitten
3. Bijvoederen niet efficiënt
o 10 essentiële aminozuren
1. Valine 6. Fenylalinine
2. Leucine 7. Isoleucine
3. Threonine 8. Lysine
4. Thryptofaan 9. Histidine
5. Argenine 10. Methionine
Limiterend aminozuur:
Het eerste aminozuur dat tekort is bij het aanmaken van een bepaald aminozuur.
o Wet van Liebig: minst aanwezig = bepalend
o Altijd een essentieel aminozuur