samenvatting onderarmspieren

Spieren van de onderarm
Ventrale groep
m. pronator teres
 oorsprong:
 caput humerale:
 epicondylus medialis humeri (bovenrand);
 septum intermusculare mediale.

 caput ulnare:
 processus coronoïdeus, ulnaire rand

Beide capita zijn aan hun oorsprong door een fibreuze boog verbonden waaronder
de n. medianus verloopt, en verenigen zich tot één bundel



 aanhechting:
 Radius, middenste 1/3 van de facies lateralis (= tuberositas pronatoria).

 functie:
 pronatie van de onderarm.
In deze functie is deze spier eerder een shuntspier en is alleen actief bij een krachtige
beweging;
 is actief bij een krachtige flexie van de elleboog

 Bezenuwing:
 n. medianus C 6-7.

,
,m. flexor carpi radialis
 oorsprong:
 epicondylus medialis humeri, met een gemeenschappelijke pees van de andere
ventrale spieren.
 septum intermusculare mediale.
 fascia antebrachii

 aanhechting:
 aan de basis van het os metacarpale II,
 met een uitspansel naar de basis van het os metacarpale III

 functie:
 palmaire flexie en radiale abductie van de hand;
 is actief bij een krachtige flexie van de elleboog.

 Bezenuwing:
 n. medianus C6-7.

,