Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting moleculaire celbiologie deel 2, H11 (L00A4A)

Vendu
-
Pages
35
Publié le
14-11-2022
Écrit en
2021/2022

Dit is een samenvatting van moleculaire celbiologie deel 2, hoofdstuk 11, gegeven door Peter Vangheluwe. De samenvatting behandelt de slides, het boek en alle notities van tijdens de les. De samenvatting is heel volledig en bevat veel grote foto's, vandaar dat het wel wat pagina's telt.

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
14 novembre 2022
Nombre de pages
35
Écrit en
2021/2022
Type
Resume

Aperçu du contenu

Hoofdstuk 11: Biologische
membranen
Inhoudsopgave
Centrale vraagstelling H11:............................................................................................................................ 3

11.1 Inleiding................................................................................................................................................. 4
11.1.1 Eigenschappen van water.........................................................................................................................4
11.1.1.1sbWater: Het belangrijkste achtergrondmolecule in levende systemen...........................................5
11.1.1.2 Watermoleculen vormen netwerken: klevend water.......................................................................5
11.1.2 Opgeloste stoffen in water........................................................................................................................5
11.1.2.1 Water kan veel zouten oplossen.......................................................................................................6
11.1.2.2 Polaire moleculen trekken eveneens polaire watermoleculen aan ( = hydrofiel)............................6
11.1.2.3 Water vormt een kooistructuur rond hydrofobe moleculen............................................................6
11.1.3 Cellulaire membranen...............................................................................................................................7
11.1.3.1 Subcellulaire compartimenten..........................................................................................................7

11.2 De lipiden dubbellaag............................................................................................................................. 7
11.2.1. Membraanlipiden vormen een dubbellaag in water...............................................................................7
11.2.1.1 Een typisch membraanlipide heeft een hydrofiele kop en hydrofobe staarten...............................8
11.2.1.2 Fosfatidycholine (lecithine) is het meest voorkomende fosfolipide in membranen........................9
11.2.1.3 Enkele andere membraanlipiden....................................................................................................10
11.2.1.4 Enkele fosfolipiden..........................................................................................................................10
11.2.1.5 Amfipatische fosfolipiden vormen een dubbellaag in water..........................................................11
11.2.1.6 Fosfolipidedubbellagen vormen spontaan gesloten compartimenten...........................................12
11.2.1.7 Fosfolipiden vormen spontane vesikelvorming in water................................................................12
11.2.1.8 Kunstmatig dubbellaagmembraan..................................................................................................13
11.2.2. Een lipidendubbellaag is een twee-dimensionale vloeistof...................................................................13
11.2.2.1 Experiment: aantonen dat de vloeibaarheid van het membraan aan de hand van een laser pincet
.......................................................................................................................................................................14
11.2.3. Vloeibaarheid van de membraan hangt af van zijn samenstelling........................................................14
11.2.3.1 Onverzadigde vetzuurketens verhogen de vloeibaarheid van het membraan...............................15
11.2.3.2 Het belang van een vloeibaar membraan.......................................................................................15
11.2.3.3 Cholesterol maakt membranen meer rigide en ondoorlaatbaar....................................................15
11.2.4. Membraansynthese begint in het ER.....................................................................................................16
11.2.4.1 Vesticulair transport verdeelt lipiden: cytosolaire zijde blijft cytosolaire zijde..............................17
11.2.5. De asymmetrische verdeling van fosfolipiden en glycolipiden..............................................................18
11.2.5.1 Lipidenscheiding in domeinen ( = lipide rafts).................................................................................18
11.2.5.2 Signaalfunctie van sommige lipiden: fosfatidylinositolbisfosfaat bron van inositoltrisfosfaat (IP3)
.......................................................................................................................................................................18
11.2.6. Permeabiliteit van de membraan..........................................................................................................19
............................................................................................................................................................................19
11.2.6.2 Farmaca zijn vaak zwakke zuren of zwakke basen (opname door membranen in ongeladen
toestand is enkel mogelijk bij een bepaalde omgevings-pH)........................................................................20
11.2.6.3 Zwakke zuren en zwakke basen......................................................................................................20

11.3 Membraan proteïnen........................................................................................................................... 21

1

,11.3a Functies van membraanproteïnen...................................................................................................... 21
11.3.1. Verschillende wijzen waarop proteïnen associëren met membranen...................................................21
11.3.1.1 Reële voorstelling van membraanproteïnen...................................................................................22
11.3.1.2 Disulfidebruggen en suikergroepen exclusief aan extra-cytosolaire (exoplasmatische) zijde.......23
11.3.1.3 Peptidebindingen in proteïnen zijn hydrofiel (ruggengraat); zijtekens R zijn hydrofiel of
hydrofoob......................................................................................................................................................23
11.3.2. Polypeptideketens die de lipiden dubbellaag overbruggen...................................................................24
11.3.2.1 Een porie (kanaal) doorheen de membraan kan gevormd worden door een aantal
(amfipathische) α helices...............................................................................................................................25
11.3.2.2 Porines zijn water-gevulde kanalen met een grote diameter.........................................................25
11.3.3. Membraaneiwitten lossen op in detergenten en kunnen dan worden gezuiverd.................................26
11.3.3.1 Membraanproteïnen kunnen in oplossing gehouden worden door de detergenten....................27
11.3.4. De structuur van enkele membraaneiwitten.........................................................................................28
11.2.4.1 Mechanisme van Bacteriorhodopsin: een door licht aangedreven protonenpomp......................29
11.3.5. Het plasmamembraan is gesteund door de celcortex...........................................................................29
11.3.5.1 De celcortex van humane rode bloedcellen is best bestudeerd.....................................................29
11.3.6. Een cel kan de beweging van membraaneiwitten controleren..............................................................30
11.3.6.1 De zijdelingse beweging van membraanproteïnen kan gelimiteerd zijn........................................30
11.3.6.2 Een epitheelcel uit de darm of niet vertoont plasmamebraan subdomeinen................................31
11.3.7. Eukaryote cellen zijn bedekt met een koolhydratenlaag.......................................................................31
11.3.7.1 De koolhydratenlaag die erythrocyten cellen bedekt (glycocalix)..................................................31

H11: Biologische membranen en kine........................................................................................................... 32

H11: Belangrijke concepten.......................................................................................................................... 32

H11: Belangrijke begrippen.......................................................................................................................... 33


Het belang van cellulaire membranen:




Barrière:
1) Bescherming van de inhoud (afbakening): hoge concentratie aan opgeloste stoffen
concentratiegradiënt
2) Ongelijke verdeling van ladingen in en uit:
ladingsgradiënt  elektrische spanning
3) “Semi-ondoordringbaar” (sommige stoffen kunnen er door en sommige niet):
permeabiliteitsbarrière in en uit
2

,4) Geeft structuur en vorm aan een cel
5) Beschermt de cel tegen indringers

 Een cel in rust is meer – dan + geladen

Hoe laat het celmembraan de volgende functies toe?




1) Sensor van de omgeving
2) Selectieve passage van stoffen
- Nutriënten in en afvalstoffen uit

3) Mechanische eigenschappen:
- Het membraan past zich aan en hersluit = flexibel
- Denk aan spiercontracties  cellen moeten goed flexibel zijn om
samengedrukt te worden en beweging toelaten


 1 + 2 wordt mogelijk gemaakt door de eiwitten in het membraan
 Een membraan is een mix van lipiden en eiwitten

Centrale vraagstelling H11:
• Hoe is een cellulaire membraan opgebouwd en wat zijn de eigenschappen van een
membraan?
• Wat is de functie van een membraan voor een cel?
• Hoe laat de membraan cellulaire communicatie, opname/afgifte van nutriënten en
beweging toe?
• Welke stofjes kunnen door de membraan en welke worden weerhouden?
• Wat verstaan we onder het endomembraan systeem van eukaryoten?
• Hoe zijn lipiden opgebouwd en wat zijn hun eigenschappen?
• Hoe interageren eiwitten en lipiden in een membraan?

 Eigenschappen en opbouw van een membraan




3

, 11.1 Inleiding
11.1.1 Eigenschappen van water




 Water is een polair molecule:
- Ongelijke verdeling van + en – ladingen
- De H-nucleus trekt het elektron minder aan dan O



 Zuurstof:
- 8 electronen, 6 in buitenste schil
- Sterk elektronegatief
- Trekt sterker elektronen aan dan H
= Agressief molecule
= Elektronen zitten in een “energieput”
- Aanvullen van de buitenste schil van elektronen tot deze volledig gevuld is
met 8 elektronen:
= Een meer stabiele toestand
= O heeft de neiging om covalente bindingen te vormen




4

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les avis
9 mois de cela

3,0

1 revues

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
louisehaverbeke Katholieke Universiteit Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
17
Membre depuis
3 année
Nombre de followers
11
Documents
18
Dernière vente
2 mois de cela

3,7

7 revues

5
1
4
3
3
3
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions