Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Resume

Samenvatting moleculaire celbiologie deel 2 (H8) (L00A4A)

Vendu
-
Pages
41
Publié le
14-11-2022
Écrit en
2021/2022

Dit is een samenvatting van moleculaire celbiologie deel 2, hoofdstuk 8, gegeven door Peter Vangheluwe. De samenvatting behandelt de slides, het boek en alle notities van tijdens de les. De samenvatting is heel volledig en bevat veel grote foto's, vandaar dat het wel wat pagina's telt.

Montrer plus Lire moins











Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

Infos sur le Document

Livre entier ?
Oui
Publié le
14 novembre 2022
Nombre de pages
41
Écrit en
2021/2022
Type
Resume

Aperçu du contenu

Moleculaire celbiologie:
Deel 2
Hoofdstuk 8: Regeling van
genexpressie
Inhoudsopgave
8.1 De begrippen genexpressie en celdifferentiatie........................................................................................4
8.1.1 Verschillende celtypes van een multicellulair organisme bevatten hetzeflde DNA, maar gerbuiken het
anders...................................................................................................................................................................4
8.1.2 Verschillende celtypes exprimeren verschillende groepen van proteïnen..................................................4
8.1.3 Een cel kan zijn expressiepatroon aanpassen o.i.v. externe stimuli............................................................5
8.1.4 Multiple stappen die de genexpressie kunnen controleren........................................................................5

8.2 Hoe transcriptieschakelaars werken via genregulatorische proteïnen.......................................................6
8.2.1 Transcriptiefactoren en genregulatorische eiwitten binden aan regulatorische DNA sequenties.............6
8.2.1.1 Transcriptie gebeurt door het DNA polymerase.................................................................................7
8.2.1.2 Een transcriptieregulator bindt op de grote DNA groeve: contacten tussen aminozuren en
nucleotiden......................................................................................................................................................8
8.2.2 Regeling van gentranscriptie bij bacteriën.................................................................................................9
8.2.2.1 Transcriptieregulatie in een goed bestudeerde bacteri: E. Coli..........................................................9
8.2.2.2 Operons en polycistronische mRNA’s bij bacteriën..........................................................................10
8.2.2.3 Operons kunenn worden afgezet door een repressoreiwit te activeren..........................................11
8.2.2.4 Oprons kunnen aangezet worden door een repressoreiwit weg te nemen.....................................12
8.2.2.5 Lac en Trp operons zijn twee verschillende voorbeelden van negatieve transcriptiecontrole........12
8.2.2.6 Genexpressie wordt gecontroleerd door de activatoreiwitten, al dan niet samen met een cofactor
.......................................................................................................................................................................12
8.2.2.7 De omschakeling van glucosegebruik naar lactosegebruik in E. Coli................................................13
8.2.2.8 Het lac operon wordt gecontroleerd door 2 signalen: CAP activator en lac repressor....................14
8.2.3 Initiatie van eukrayote gentranscriptie is een complex fenomeen...........................................................16
8.2.3.1 3 RNA polymerasen bij eukaryoten <-> 1 RNA polymerase bij prokaryoten....................................16
8.2.3.2 Eukaryote RNA polymerasen werken samen met een ganse reeks algemene transcriptiefactoren:
vormen een initiatiecomplex.........................................................................................................................17
8.2.3.3 Genregulatorische proteïnen, zowel repressors en activators (enhancers), binden vaak duizenden
baseparen ver van de promoter....................................................................................................................18
8.2.3.4 DNA verpakking gebeurt in nucleosomen: controleert de eukaryote gentranscriptie  epigenetische
regeling..........................................................................................................................................................19

8.3 De moleculaire mechanismen die instaan voor het maken van verschillende soorten cellen...................24
8.3.1. Eukaryotische genen worden geregeld door combinaties van regulatorische eiwitten..........................25
8.3.2. Eén enkele genregulator kan de expressie van meerdere genen gelijktijdig regelen..............................25
8.3.3. Combinatorische controle kan verschillende soorten celtypes doen ontstaan........................................27
8.3.3.1 Fibroblasten worden spiercellen onder invloed van het genregulatorische eiwit MyoD.................28


1

, 8.3.3.2 Bepaalde transcriptieregulators kunnen een gedifferentieerd celtype omvormen naar een ander
celtype...........................................................................................................................................................29
8.3.4. Gedifferentieerde celtypes kunnen geherprogrammeerd worden tot pluripotente stamcellen..............30
8.3.5. De vorming van een gans orgaan kan gecontroleerd worden door één enkel gen.................................30
8.3.6. Epigenetische mechanismen maken dat gedifferentieerde cellen hun identiteit bewaren: cellulair
geheugen............................................................................................................................................................31
8.3.6.1 Positieve feedback van mechanismen..............................................................................................31
8.3.6.2 Epigenetische overerving van DNA methylatie.................................................................................32
8.3.6.3 Epigenetische overervin van histonmodificaties...............................................................................33

8.4 Post-transcriptionele controles: regeling na RNA polymerase activatie...................................................34
8.4.1 Een mRNA controleert zijn eigen afbraak en vertaling.............................................................................34
8.4.2 Regulatorische RNA’s controleren de expressie van duizenden genen.....................................................35
8.4.2.1 miRNA’s sturen de gerichte vernietiging van doelwit mRNA’s.........................................................35
8.4.2.2 siRNA’s worden gemaajt van vreemde dubbelstrengige RNA’s om de cel tegen infectie................37
te beschermen...............................................................................................................................................37
8.4.2.3 Duizenden lange niet-coderende RNA’s kunnen de genactvititeit regelen......................................37

Essentiële concepten H8:............................................................................................................................. 37

Begrippen H8............................................................................................................................................... 38

Genexpressie en gendifferentiatie & kine..................................................................................................... 41




2

, Regelen van DNA gebruik in kaart brengen: spiercellen zorgen voor contractie, …

Conceptmap:




Centrale vraagstelling H8:
- Hoe wordt het DNA in een cel gebruikt?

- Hoe kan een gen aan- of uitgezet worden?

- Hoe kan een cel uitgroeien tot een zenuw- of spiercel?
Specialiseren van cellen = celdifferentiatie

- Hoe ontstaan er 200 verschillende celtypes?

- Waarom zullen de beta cellen van de pancreas insuline maken, terwijl de B
lymfocyten in het immuunsysteem antistoffen maken?

- Hoe wordt DNA gelezen om een volledig organisme op te bouwen?

Hoe verklaar je dat een zenuwcel en een spiercel binnen één organisme totaal andere
functies kunnen vervullen?


3

,  Elk celtype bevat hetzelfde DNA, maar het DNA wordt op een andere manier gebruikt (=
DNA wordt selectief aan en uit gezet) Zo ontstaan er unieke celfuncties. Er zijn geen cellen in
ons lichaam die alle genen gebruiken, elk celtype heeft een selectie van genen. Het DNA
wordt niet in stukjes geknipt, maar sommige genen worden aan en uit gezet
 GENEXPRESSIE
Als je de celfunctie wil begrijpen, moet je de genexpressie begrijpen.

8.1 De begrippen genexpressie en celdifferentiatie
Uit een zygtote ontstaat een basiscel. Erna gaan cellen specialiseren ( = celdifferentiatie). In
elk celtype zit hetzelfde DNA, maar ander genen komen tot expressie (variabel, 30-60% van
alle genen  Er wordt een selectie gemaakt)

- Regeling van genexpressie
- Aan en uitzetten van genen
- Genexpressie coördineren
- Differentiatie
- Celgeheugen

8.1.1 Verschillende celtypes van een multicellulair organisme bevatten hetzeflde
DNA, maar gerbuiken het anders
Een bevruchte eicel (zygote) zal differentieren in een groot aantal celtypes die verschillen in
structuur en functie. De cellen zullen dezelfde genetische informatie bevatten maar maken
er op een andere manier gebruik van. Ze hebben dus een verschillende genexpressie die
celdifferentiatie mogelijk maakt (zonder verlies van geninfo).
Zygote  Differentiatie  200 celtypes
- Zenuwcel, epitheelcel, spiercel

Alle celtypes bevatten hetzelfde DNA en beschikken over dezelfde genen.
Toch vervullen ze andere functies, hoe?

Differentiële genexpressie (omvat RNA + eiwit)
 Terminale differentiatie ( = (on)omkeerbaar)  Een cel die gespecialiseerd is zal niet
meer gededifferentieerd worden.

DNA transfer uit een gedifferentieerde cel naar een eicel, of vanuit een gedifferentieerde cel:
hieruit is de ontwikkeling van een volledig organisme mogelijk  Er zijn geen genen verloren
gegaan tijdens differentiatie)

 Gedifferentieerde cellen bevatten alle informatie die nodig is voor de vorming van een
volledig organisme. ( = geen DNA verlies)

8.1.2 Verschillende celtypes exprimeren verschillende groepen van proteïnen
1. Selectieve expressie van 19.000 eiwit coderende genen
 Een typische cel exprimeert 30-60% van de eiwit coderende genen = 6000-12000 genen

a) “House-keeping proteïnen vertonen constructieve expressie:
- Alle cellen moeten deze functies vervullen
4

Reviews from verified buyers

Affichage de tous les avis
9 mois de cela

4,0

1 revues

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Avis fiables sur Stuvia

Tous les avis sont réalisés par de vrais utilisateurs de Stuvia après des achats vérifiés.

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
louisehaverbeke Katholieke Universiteit Leuven
Voir profil
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
17
Membre depuis
3 année
Nombre de followers
11
Documents
18
Dernière vente
2 mois de cela

3,7

7 revues

5
1
4
3
3
3
2
0
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions