PPT1: introductie SPSS
1. Frequencies
Analyze > descriptive statistics > frequencies:
Zinvol voor nominale (bvb var 116) en ordinale variabelen (bvb var 56) → gemiddelde
/standaardafwijking niet zinvol
2. Descriptives
Zinvol voor schaalvariabelen (bvb var 117) of ordinale variabelen te interpreteren als schaalvariabele
(bvb var. 35)
3. Data manipulatie:
• Je wil de variabele opleidingsniveau opnemen in je regressie-model
→ Hercoderen van variabelen
• Je wil werken met het gemiddelde van een aantal variabelen
→ Berekenen van variabelen
• Je wil een aparte analyse maken voor mannen en vrouwen
→ Selectie van respondenten
3.1. Hercoderen van variabelen
- Transform
- “into same variables” bvb in cleaningsfase om van onmogelijke code SYSMIS te maken:
gebruiken wij bijna nooit
- “into different variables”: bvb om antwoordcategorieën samen te nemen of om dummy
variabelen te maken
VB: dummy variabele maken:
Maak van de variabele aesfdrk ‘Feeling of safety of walking alone in
local area after dark’ (var 55) een dummy variabele
- 1 tot 2: Code 0 ‘safe’
- 3 tot 4 Code 1 ‘unsafe’
- Rest: ‘Missing values’
dummy variabele (=output variabele) naam geven: in
Name mag geen spatie zitten, in Label wel
!! niet vergeten op “change” te drukken
Dan: old and new values… invullen, PASTE
,Dan: zelf in syntax toevoegen: “VALUE LABELS
kopieer Name 0’…’ 1’…’ ETC PUNT
→ Execute
3.2. Zelf variabelen berekenen:
transform > compute variable
VB: Bereken het aantal overuren per week
▪ Var 155 (wkhct): Total contracted hours per week in main job overtime excluded
▪ Var 157 (wkhtot): Total hours normally worked per week in main job overtime
included
3.3. Respondenten selecteren
Data \ Select cases
- Selectie ongedaan maken via: ‘select all cases’
- IF: Voorwaarde opleggen: als je bepaalde groep wil selecteren
- RANDOM SAMPLE: random steekproef nemen
VB: selecteer alle vlamingen: (komt uit de variabele ‘region’ en ‘vlamingen’ zijn nummers 1
PPT2: Bivariate analyses
Vragen en waarmee je ze oplost:
1) Is er een statistisch significant verband tussen de variabelen?
→ gebruik een significantie-toetsing: is het eventuele verband in de steekproef ook
betekenisvol voor de populatie?
2) Hoe sterk is dit verband
→ gebruik associatiematen
3) Wat is de aard of richting van het verband?
→ interpreteer de resultaten
1. Meetniveau van de variabelen (= “soorten” variabelen)
- Nominaal: categorieën hebben geen specifieke volgorde
bvb vervoersmiddel: bus, trein, fiets, auto
indien maar 2 categorieën: dichotome variabele (bvb geslacht)
- Ordinaal: categorieën hebben een specifieke volgorde
bvb meningen: helemaal oneens, eerder oneens, neutraal, eerder eens, helemaal eens
Nominale en ordinale variabelen noemen we “categorische variabelen”
- Interval/ratio (‘scale’ in SPSS): vaste meeteenheid en volgorde bvb
leeftijd, temperatuur
, 2. Toetsen van de significantie
Nulhypothese (='er is geen betekenisvol verband in de populatie')
VS alternatieve hypothese (='er is wel een betekenisvol verband aantoonbaar in de populatie‘)
→ adhv p-waarde
p-waarde < significantieniveau alfa (standaard 0,05) → H0 verwerpen = WÉL EEN VERBAND
p-waarde > significantieniveau (0,05)→ H0 aanvaarden
2.1. Opties
a) Chi-kwadraat toets: bij 2 categorische variabelen (dus nominaal + nominaal OF ordinaal +
ordinaal OF combi van ORDI en NOMI)
b) Correlatie:
a. Pearson correlatie: bij 2 schaal variabelen
b. Spearman rangcorrelatie: bij 2 ordinale variabelen of één ordinale en één
schaalvariabele
c) Toetsen en verschiltoetsen: zie aparte slides
Kies de meest passende analyse! Geen Chi-kwadraat toets als correlatie mogelijk is.
2.2. Associatiematen
Enkel zinvol als er een significant verband is
a) Correlatie: → Correlatiecoëfficiënt
b) Cramer’s V waarde: bij Chi-kwadraat analyse: geeft een waarde tussen 0 (geen samenhang)
en 1 (perfecte samenhang)
OPGELET: geeft enkel sterkte weer, zegt niks over de richting (niet positief/negatief) van het
verband!
2.3. Uitleg chi-kwadraattoets
Bij 2 categorische variabelen of schaal en nominaal bv.
Je kiest zelf welke variabele in rij/kolom komt
OPGELET: je zal dit uitvoeren en output krijgen, daar krijg je mog. De melding dat er ergens een
verwacht aantal van < 5 is => dan moet je gaan hercoderen (zie boven)!! Zorgen dat alle categorieën
minsten 5 hebben dus 2 categorieën samennemen