AUDIOLOGIE 2: PROTHETISCHE
AUDIOLOGIE
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING
1. OORZAKEN EN TYPES GEHOORVERLIES
A. GELEIDINGSVERLIES = CONDUCTIEF VERLIES
Buitenoor
- Geluiden opvangen
- Geluid geleiden naar trommelvlies
Geleiden v/h geluid → conductieve structuren
Middenoor
- Geluid geleiden naar binnenoor
- Geluid lineair versterken
Audiogram: luchtgeleidingsdrempel laag, beengeleiding goed
B. NEUROSENSORIEEL VERLIES
Binnenoor
- Geluid omzetten naar signaal voor gehoorzenuw
Gehoorzenuw Detectie v/h geluid → neurosensoriële structuren
- Geluid geleiden naar auditieve cortex
→ Centraal auditief systeem
Audiogram: lucht- + beengeleiding vallen samen
C. GEMENGD VERLIES
Audiogram: lucht- + beengeleiding zijn gedaald + air-bone gap
1
,HOOFDSTUK 2 – GEHOORVERLIES:
BEPERKINGEN EN
PARTICIPATIEPROBLEMEN
A. KWALITITSVERLIES BIJ SLECHTHORENDEN
- Verminderde frequentieselectiviteit
- Verminderde temporele resolutie
- Beschadigde haarcellen
- Overgevoeligheid voor luide geluiden
→ Geluiden klinken minder zuiver
1. GEHOORVERLIES: BEPERKINGEN EN PROBLEMEN
- Geluid niet/veel minder opmerken
- Niet, minder of verkeerd verstaan
- Verhoogde inspanning om te horen + te verstaan
- Sociale belemmeringen
A. NIET, MINDER OF VERKEERD VERSTAAN
- Spraakverstaan noodzakelijk voor meeste communicatie
- Slechthorende laat liever niet merken dat hij iets niet verstaat
→ Misverstanden, onbegrip, sociaal onaangepast gedrag
- Communicatiepartner geeft conversatie soms vroegtijdig op
→ Uitsluiting v/d slechthorende
- Slechthorende is terughoudend om nieuwe conversaties aan te gaan
B. VERHOOGDE INSPANNING OM TE HOREN EN TE VERSTAAN
- Slechthorende krijgt minder redundante informatie
- Kan auditieve ‘gaps’ invullen a.d.h.v.
o Context
o Voorkennis
o Algemene kennis, woordenschat
o Taalkundige informatie (grammatica, morfologie)
- Actief proces → inspannend!
C. REACTIES VAN ANDEREN OVER HET MINDER GOED HOREN
D. SOCIALE ISOLATIE
2
, 2. GERELATEERDE BEPERKINGEN EN PROBLEMEN
Aspecten gelinkt aan gehoorverlies
- Cognitieve achteruitgang
o Sensorische deprivatie (= afgesloten worden van prikkels, minder komt binnen)
o Hogere luisterinspanning → minder werkgeheugen voor opslaan informatie
- Dementie
- Lager zelfvertrouwen
- Emotionele instabiliteit
Wat doen om persoon te helpen? (Mooie examenvraag)
- Zorgen dat persoon mondbeeld kan zien, visualiseren, achtergrondlawaai proberen te reduceren
3. GEHOORVERLIES BIJ KINDEREN
Beperkingen + problemen bij kinderen die prelinguaal slechthorend zijn
- Spraak- en taalontwikkeling
o Vb. interactie met ouders
- Motorische ontwikkeling
o Mogelijke evenwichtsstoornis
o Geluid is stimulerend, speeltje maakt lawaai, kind zal ernaar grijpen/kruipen…
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Moeilijker om sociale vaardigheden aan te leren
A. COMPENSATIE VIA AUDIOPROTHESE
- Verminderde hoorbaarheid → geluid luider aanbieden
- Vervorming geluid → onderdrukking achtergrondlawaai
3
, HOOFDSTUK 3 – SPRAAKVERSTAAN BIJ
SLECHTHORENDEN
Spraakverstaan – auditief
- Hoorbaarheid
- Spectrale + temporele resolutie (→ klanken onderscheiden)
- Ruis i/d omgeving
1. HOORBAARHEID VAN SPRAAK
Basisvoorwaarde voor spraakverstaan
- Geluid waarnemen
- Geluiden onder gehoordrempel worden niet waargenomen
- Licht gehoorverlies spraak waarnemen gaat vlot
- Matig gehoorverlies meeste spraak wordt waargenomen, niet alle onderdelen
- Ernstig gehoorverlies spraak wordt niet steeds waargenomen + moeilijk verstaan
A. GEHOORDREMPEL
Ernst gehoorverlies
(Geen rekening gehouden met
kwaliteit + vorm)
B. SPRAAKBANAAN
(Info van klinkers → boven 40 dB)
Vb. aflopend verlies/hoogfrequente verlies
- Verlies groter in hoge dan in lage frequenties
- Luidheid OK (want meeste energie in lage freq)
- Verstaan van medeklinkers moeilijk
4
AUDIOLOGIE
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING
1. OORZAKEN EN TYPES GEHOORVERLIES
A. GELEIDINGSVERLIES = CONDUCTIEF VERLIES
Buitenoor
- Geluiden opvangen
- Geluid geleiden naar trommelvlies
Geleiden v/h geluid → conductieve structuren
Middenoor
- Geluid geleiden naar binnenoor
- Geluid lineair versterken
Audiogram: luchtgeleidingsdrempel laag, beengeleiding goed
B. NEUROSENSORIEEL VERLIES
Binnenoor
- Geluid omzetten naar signaal voor gehoorzenuw
Gehoorzenuw Detectie v/h geluid → neurosensoriële structuren
- Geluid geleiden naar auditieve cortex
→ Centraal auditief systeem
Audiogram: lucht- + beengeleiding vallen samen
C. GEMENGD VERLIES
Audiogram: lucht- + beengeleiding zijn gedaald + air-bone gap
1
,HOOFDSTUK 2 – GEHOORVERLIES:
BEPERKINGEN EN
PARTICIPATIEPROBLEMEN
A. KWALITITSVERLIES BIJ SLECHTHORENDEN
- Verminderde frequentieselectiviteit
- Verminderde temporele resolutie
- Beschadigde haarcellen
- Overgevoeligheid voor luide geluiden
→ Geluiden klinken minder zuiver
1. GEHOORVERLIES: BEPERKINGEN EN PROBLEMEN
- Geluid niet/veel minder opmerken
- Niet, minder of verkeerd verstaan
- Verhoogde inspanning om te horen + te verstaan
- Sociale belemmeringen
A. NIET, MINDER OF VERKEERD VERSTAAN
- Spraakverstaan noodzakelijk voor meeste communicatie
- Slechthorende laat liever niet merken dat hij iets niet verstaat
→ Misverstanden, onbegrip, sociaal onaangepast gedrag
- Communicatiepartner geeft conversatie soms vroegtijdig op
→ Uitsluiting v/d slechthorende
- Slechthorende is terughoudend om nieuwe conversaties aan te gaan
B. VERHOOGDE INSPANNING OM TE HOREN EN TE VERSTAAN
- Slechthorende krijgt minder redundante informatie
- Kan auditieve ‘gaps’ invullen a.d.h.v.
o Context
o Voorkennis
o Algemene kennis, woordenschat
o Taalkundige informatie (grammatica, morfologie)
- Actief proces → inspannend!
C. REACTIES VAN ANDEREN OVER HET MINDER GOED HOREN
D. SOCIALE ISOLATIE
2
, 2. GERELATEERDE BEPERKINGEN EN PROBLEMEN
Aspecten gelinkt aan gehoorverlies
- Cognitieve achteruitgang
o Sensorische deprivatie (= afgesloten worden van prikkels, minder komt binnen)
o Hogere luisterinspanning → minder werkgeheugen voor opslaan informatie
- Dementie
- Lager zelfvertrouwen
- Emotionele instabiliteit
Wat doen om persoon te helpen? (Mooie examenvraag)
- Zorgen dat persoon mondbeeld kan zien, visualiseren, achtergrondlawaai proberen te reduceren
3. GEHOORVERLIES BIJ KINDEREN
Beperkingen + problemen bij kinderen die prelinguaal slechthorend zijn
- Spraak- en taalontwikkeling
o Vb. interactie met ouders
- Motorische ontwikkeling
o Mogelijke evenwichtsstoornis
o Geluid is stimulerend, speeltje maakt lawaai, kind zal ernaar grijpen/kruipen…
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
o Moeilijker om sociale vaardigheden aan te leren
A. COMPENSATIE VIA AUDIOPROTHESE
- Verminderde hoorbaarheid → geluid luider aanbieden
- Vervorming geluid → onderdrukking achtergrondlawaai
3
, HOOFDSTUK 3 – SPRAAKVERSTAAN BIJ
SLECHTHORENDEN
Spraakverstaan – auditief
- Hoorbaarheid
- Spectrale + temporele resolutie (→ klanken onderscheiden)
- Ruis i/d omgeving
1. HOORBAARHEID VAN SPRAAK
Basisvoorwaarde voor spraakverstaan
- Geluid waarnemen
- Geluiden onder gehoordrempel worden niet waargenomen
- Licht gehoorverlies spraak waarnemen gaat vlot
- Matig gehoorverlies meeste spraak wordt waargenomen, niet alle onderdelen
- Ernstig gehoorverlies spraak wordt niet steeds waargenomen + moeilijk verstaan
A. GEHOORDREMPEL
Ernst gehoorverlies
(Geen rekening gehouden met
kwaliteit + vorm)
B. SPRAAKBANAAN
(Info van klinkers → boven 40 dB)
Vb. aflopend verlies/hoogfrequente verlies
- Verlies groter in hoge dan in lage frequenties
- Luidheid OK (want meeste energie in lage freq)
- Verstaan van medeklinkers moeilijk
4