Planeconomie
Hoofdstuk 1, Grond- en opstalexploitatie: een overzicht
Vastgoedontwikkelingsproces: het opnieuw vorm geven van de onbebouwde en
bebouwde omgeving.
Voorbeeld: tuinbouwperceel dat wordt ontwikkeld tot woningen en
sportvelden.
Welke disciplines zijn hierbij betrokken?
• De stedenbouwer
• Vastgoeddeskundige
• Civiele technicus
• Planoloog
• Milieukundige
• Jurist
• Planeconoom
Proces grond- en opstalontwikkeling in stappen
1. Initiatief en planvorming
2. Grondexploitatie (verwerving en bouw-/woonrijp maken)
-------------------------------------------
3. Opstalexploitatie (bouw- en verkoop vastgoed)
4. Beheerexploitatie
De processen boven de streep worden door de gemeente gedaan. Er is hier
spraken van actief grondbeleid. De opstalexploitatie is voor de private partijen;
projectontwikkelaar, bouwbedrijf, belegger, woningbouwcorporatie.
Het komst steeds vaker voor dat private partijen grondposities innemen. Hierbij
nemen zij het hele ontwikkelingsproces voor hun rekening, inclusief de
grondexploitatie. De gemeente voert in dit geval passief of faciliterend
grondbeleid.
Bij passief grondbeleid wordt er door de private partijen nog wel binnen de
kaders van het bestemmingsplan gewerkt.
Bij faciliterend grondbeleid is de gemeente niet zelf actief, maar probeert nog wel
invloed uit te oefenen op de ontwikkelaar. De gemeente is er ook voor het
goedkeuren van het bestemmingsplan.
, Hoofdstuk 2, grondgebruik
Begrippenlijst
• Bouwstrook of bouwblok
Samenstel van
rooilijnen in kaartbeeld
• Draagvlak voorzieningen Het aantal inwoners dat nodig is om een
bepaalde
Voorziening te laten functioneren
• Exploitatiegebied Het deel van het plangebied dat
daadwerkelijk ontwikkeld
wordt; het plangebied minus de te behouden
elementen
• Floor Space Index (FSI) Verhouding tussen aantal m2
vloeroppervlak en plangebied
• Functiemenging Wonen, werken, winkelen op een
locatie/gebouw
• Functioneel programma Wonen, commercieel onroerend goed en
publieke functies
uitgedrukt in aantallen of vierkante meters
vloeroppervlak
• Grondgebruik Het ruimtebeslag van de verschillende functies,
onder te
verdelen in uitgeefbaar en niet-uitgeefbaar
terrein
• Maaiveld Bovengrens aardoppervlak
• Niet-uitgeefbaar terrein Het openbaar gebied: verharding, groen,
water
• Rooilijn Grens bebouwing
• Uitgeefbaar terrein Het eigen gebied: privé terrein of
kaveloppervlak
• Verharding Wegen, trottoirs, fietspad,
parkeergelegenheid
• Woningdichtheid Aantal woningen per hectare
- Bruto woningdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per
hectare in het
exploitatiegebied. Dit is dus het hele plangebied.
- Netto woningdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per
hectare in het gebied
met alleen woonbestemming. Dit is dus exclusief
park,
winkels, scholen etc.
Hoofdstuk 1, Grond- en opstalexploitatie: een overzicht
Vastgoedontwikkelingsproces: het opnieuw vorm geven van de onbebouwde en
bebouwde omgeving.
Voorbeeld: tuinbouwperceel dat wordt ontwikkeld tot woningen en
sportvelden.
Welke disciplines zijn hierbij betrokken?
• De stedenbouwer
• Vastgoeddeskundige
• Civiele technicus
• Planoloog
• Milieukundige
• Jurist
• Planeconoom
Proces grond- en opstalontwikkeling in stappen
1. Initiatief en planvorming
2. Grondexploitatie (verwerving en bouw-/woonrijp maken)
-------------------------------------------
3. Opstalexploitatie (bouw- en verkoop vastgoed)
4. Beheerexploitatie
De processen boven de streep worden door de gemeente gedaan. Er is hier
spraken van actief grondbeleid. De opstalexploitatie is voor de private partijen;
projectontwikkelaar, bouwbedrijf, belegger, woningbouwcorporatie.
Het komst steeds vaker voor dat private partijen grondposities innemen. Hierbij
nemen zij het hele ontwikkelingsproces voor hun rekening, inclusief de
grondexploitatie. De gemeente voert in dit geval passief of faciliterend
grondbeleid.
Bij passief grondbeleid wordt er door de private partijen nog wel binnen de
kaders van het bestemmingsplan gewerkt.
Bij faciliterend grondbeleid is de gemeente niet zelf actief, maar probeert nog wel
invloed uit te oefenen op de ontwikkelaar. De gemeente is er ook voor het
goedkeuren van het bestemmingsplan.
, Hoofdstuk 2, grondgebruik
Begrippenlijst
• Bouwstrook of bouwblok
Samenstel van
rooilijnen in kaartbeeld
• Draagvlak voorzieningen Het aantal inwoners dat nodig is om een
bepaalde
Voorziening te laten functioneren
• Exploitatiegebied Het deel van het plangebied dat
daadwerkelijk ontwikkeld
wordt; het plangebied minus de te behouden
elementen
• Floor Space Index (FSI) Verhouding tussen aantal m2
vloeroppervlak en plangebied
• Functiemenging Wonen, werken, winkelen op een
locatie/gebouw
• Functioneel programma Wonen, commercieel onroerend goed en
publieke functies
uitgedrukt in aantallen of vierkante meters
vloeroppervlak
• Grondgebruik Het ruimtebeslag van de verschillende functies,
onder te
verdelen in uitgeefbaar en niet-uitgeefbaar
terrein
• Maaiveld Bovengrens aardoppervlak
• Niet-uitgeefbaar terrein Het openbaar gebied: verharding, groen,
water
• Rooilijn Grens bebouwing
• Uitgeefbaar terrein Het eigen gebied: privé terrein of
kaveloppervlak
• Verharding Wegen, trottoirs, fietspad,
parkeergelegenheid
• Woningdichtheid Aantal woningen per hectare
- Bruto woningdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per
hectare in het
exploitatiegebied. Dit is dus het hele plangebied.
- Netto woningdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per
hectare in het gebied
met alleen woonbestemming. Dit is dus exclusief
park,
winkels, scholen etc.