ASS
1. INLEIDING
TERMINOLOGIE
Autismespectrum stoornis (ASS) -> alle autisme diagnoses bij elkaar.
Wat is ASS?
o Neurobiologische stoornis
o Ontwikkelingsstoornis
o Andere manier van informatieverwerking
o Invloed op gedrag en communicatie
o Verschillende verschijningsvormen en graden van ernst
CIJFERS
o 1 op 160 personen heeft ASS.
o Kennis is enorm toegenomen
o Kwaliteit van onderzoek om ASS vast te stellen is toegenomen.
o Criteria zijn verruimd -> meer mensen met ASS krijgen ook diagnose.
o Verhouding jongens en meisjes blijft dezelfde. (3-4 jongens op 1 meisje)
2. BEELDVORMING
WAT TYPEERT DEZE DOELGROEP?
ASS is een ontwikkelingsstoornis maar kan zich wel ontwikkelen. De uiting kan der loop
van tijd nog veranderen.
Problemen in 2 kerndomeinen:
PERSISTENTE TEKORTEN IN SOCIALE COMMUNICATIE EN SOCIALE INTERACTIE
o Sociale interactie: weinig wederkerigheid, gebrekkig inzicht in sociale relaties en
gebrekkig inlevingsvermogen. -> relaties met leeftijdsgenoten word moeilijk.
o Stoornissen in de communicatie: onvermogen om zich verbaal te uiten of moeite
hebben om zich verstaanbaar uit te drukken.
o Moeite met non-verbale taal, minder duidelijke taal (verschillende betekenissen,
weinig concreet, beeldtaal) en met grapjes, beeldspraak en dubbele bodem.
o Moeite om een verhaal te vertellen.
o Moeite met complexe, meervoudige opdrachten.
REPETITIEVE PATRONEN VAN GEDRAG EN SPECIFIEKE INTERESSES OF
ACTIVITEITEN.
o Stereotiepe en repetitieve spraak en bewegingen, activiteiten
o Beperkte en vaste interesses
o Routines en regels worden strikt nageleefd, weerstand tegen verandering. ->
verminderd stress, geeft controle aan de wereld.
o Vaak stereotiepe of beperkte, eenzijdige interesses. Weinig mensen hebben deze
interesse en besteden hier uitzonderlijk veel tijd aan of verzamen veel informatie.
o Stereotiepe motorische gedragingen op momenten van stress.
o Kinderen met ASS kunnen gehecht zijn aan dingen die voor ons nauwelijks waarde
hebben.
o Hypergevoeligheid: prikkels komen ongefilterd binnen.
Kan twee soorten ervaringen geven:
- Verwarring veroorzaakt door bepaalde zintuigelijke prikkels
, - Fascinatie voor bepaalde prikkels.
EVOLUTIE
o Niet te “genezen”
o Enorme variatie in evolutie.
o Vooral sociale aspecten blijven vaak een moeilijk punt.
o Intelligentie speelt een rol bij compensatiestrategieën.
o Stimulerende/ondersteunende omgeving speelt een grote rol.
COMBINATIES EN ONDERSCHEID
COMBINATIES
o Komt vaak voor bij verstandelijke beperking (50 tot 80%)
o Taalstoornis
o Coördinatie-ontwikkelingsstoornis (DCD)
o ADHD
o Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
o Afwijkingen in slapen, eten en drinken
o Depressie
o Angst- en stemmingsstoornissen
o Tics
o …
ONDERSCHEID
Heel veel mogelijke uitingen, waardoor diagnose ASS soms moeilijk te onderscheiden is
van andere aandoeningen. -> BV: tics, hyperactiviteit, gedragsproblemen, taalproblemen,
…
DIAGNOSTISCH ONDERZOEK
o Afhankelijk van voorziening
o Intake gesprek
o Observatie
o Medische onderzoek
o Vragenlijsten
o Psychodiagnostische onderzoek
o Evaluatie van taal, spraak en communicatie.
o Eventueel psychomotorische onderzoek
3. OORZAKEN
BIOLOGISCHE INVALSHOEK
o Gevolg van een neurologische stoornis.
o Geen verband met slecht ouderschap.
o Duidelijke rol van biologische factoren.
o Erfelijkheid: belangrijke en complexe rol.
o Nieuwe verbanden worden gelegd met ontwikkeling van he zenuwstelsel.
o Concrete oorzaak onbekend.
o Wel:
- Stoornis in de hersenen.
- Erfelijk.
- Aangeboren.
1. INLEIDING
TERMINOLOGIE
Autismespectrum stoornis (ASS) -> alle autisme diagnoses bij elkaar.
Wat is ASS?
o Neurobiologische stoornis
o Ontwikkelingsstoornis
o Andere manier van informatieverwerking
o Invloed op gedrag en communicatie
o Verschillende verschijningsvormen en graden van ernst
CIJFERS
o 1 op 160 personen heeft ASS.
o Kennis is enorm toegenomen
o Kwaliteit van onderzoek om ASS vast te stellen is toegenomen.
o Criteria zijn verruimd -> meer mensen met ASS krijgen ook diagnose.
o Verhouding jongens en meisjes blijft dezelfde. (3-4 jongens op 1 meisje)
2. BEELDVORMING
WAT TYPEERT DEZE DOELGROEP?
ASS is een ontwikkelingsstoornis maar kan zich wel ontwikkelen. De uiting kan der loop
van tijd nog veranderen.
Problemen in 2 kerndomeinen:
PERSISTENTE TEKORTEN IN SOCIALE COMMUNICATIE EN SOCIALE INTERACTIE
o Sociale interactie: weinig wederkerigheid, gebrekkig inzicht in sociale relaties en
gebrekkig inlevingsvermogen. -> relaties met leeftijdsgenoten word moeilijk.
o Stoornissen in de communicatie: onvermogen om zich verbaal te uiten of moeite
hebben om zich verstaanbaar uit te drukken.
o Moeite met non-verbale taal, minder duidelijke taal (verschillende betekenissen,
weinig concreet, beeldtaal) en met grapjes, beeldspraak en dubbele bodem.
o Moeite om een verhaal te vertellen.
o Moeite met complexe, meervoudige opdrachten.
REPETITIEVE PATRONEN VAN GEDRAG EN SPECIFIEKE INTERESSES OF
ACTIVITEITEN.
o Stereotiepe en repetitieve spraak en bewegingen, activiteiten
o Beperkte en vaste interesses
o Routines en regels worden strikt nageleefd, weerstand tegen verandering. ->
verminderd stress, geeft controle aan de wereld.
o Vaak stereotiepe of beperkte, eenzijdige interesses. Weinig mensen hebben deze
interesse en besteden hier uitzonderlijk veel tijd aan of verzamen veel informatie.
o Stereotiepe motorische gedragingen op momenten van stress.
o Kinderen met ASS kunnen gehecht zijn aan dingen die voor ons nauwelijks waarde
hebben.
o Hypergevoeligheid: prikkels komen ongefilterd binnen.
Kan twee soorten ervaringen geven:
- Verwarring veroorzaakt door bepaalde zintuigelijke prikkels
, - Fascinatie voor bepaalde prikkels.
EVOLUTIE
o Niet te “genezen”
o Enorme variatie in evolutie.
o Vooral sociale aspecten blijven vaak een moeilijk punt.
o Intelligentie speelt een rol bij compensatiestrategieën.
o Stimulerende/ondersteunende omgeving speelt een grote rol.
COMBINATIES EN ONDERSCHEID
COMBINATIES
o Komt vaak voor bij verstandelijke beperking (50 tot 80%)
o Taalstoornis
o Coördinatie-ontwikkelingsstoornis (DCD)
o ADHD
o Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD)
o Afwijkingen in slapen, eten en drinken
o Depressie
o Angst- en stemmingsstoornissen
o Tics
o …
ONDERSCHEID
Heel veel mogelijke uitingen, waardoor diagnose ASS soms moeilijk te onderscheiden is
van andere aandoeningen. -> BV: tics, hyperactiviteit, gedragsproblemen, taalproblemen,
…
DIAGNOSTISCH ONDERZOEK
o Afhankelijk van voorziening
o Intake gesprek
o Observatie
o Medische onderzoek
o Vragenlijsten
o Psychodiagnostische onderzoek
o Evaluatie van taal, spraak en communicatie.
o Eventueel psychomotorische onderzoek
3. OORZAKEN
BIOLOGISCHE INVALSHOEK
o Gevolg van een neurologische stoornis.
o Geen verband met slecht ouderschap.
o Duidelijke rol van biologische factoren.
o Erfelijkheid: belangrijke en complexe rol.
o Nieuwe verbanden worden gelegd met ontwikkeling van he zenuwstelsel.
o Concrete oorzaak onbekend.
o Wel:
- Stoornis in de hersenen.
- Erfelijk.
- Aangeboren.