PERSONEN MET EEN ONTWIKKELINGSSTOORNIS:
ADHD
1. INLEIDING
TERMINOLOGIE
ADHD = Attention Deficit Hyperactivity Disorder.
Kernsymptomen: Aandachtsproblemen
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Wat is ADHD
Ontwikkelingsstoornis waarbij de ernst van de symptomen (of aanhoudend
gedragspatroon) zich in verschillende leefomgevingen, in die mate aanwezig is dat
dit niet meer leeftijdsadequaat is.
Probleemgedrag dat het functioneren kan verstoren en invloed heeft op het
welbevinden met risico’s op lange termijn.
Categorie: neurobiologische ontwikkelingsstoornissen -> stoornissen waarbij er
sprake is van gebrekkig ontwikkelen of functioneren van de hersenen die van
invloed zijn op de cognitieve, sociale en/of emotionele ontwikkeling.
CIJFERS
o 3 keer zo vaak bij jongens.
o Meest voorkomende ontwikkelingsstoornis.
Meer dan vroeger? Diagnose word sneller gesteld door meer kennis en vertrouwdheid.
Personen met ADHD botsen op meer grenzen dan vroeger. Verwachtingen binnen de
maatschappij zorgt ervoor dat de aandoening sneller tot uiting komt. Kinderen zitten
vandaag meer stil.
o ‘drukke’ kinderen krijgen snel de label ADHD. Maar er liggen heel wat andere factoren
aan de oorsprong van hun gedrag.
o Kinderen die opgroeien in een stressvolle omgeving is er sprake van:
- Psychosociale problemen
- Leerstoornissen
- Faalangst
- Hechting
o De symptomen moeten duidelijk meer aanwezig zijn dan het aanvaardbare voor de
maatschappij.
o Voor de diagnose word gesteld is het belangrijk om tot een objectief beeld te
bekomen.
- Kritische blik nodig
- Uitgebreid en grondig assessment (meerdere onderzoeken)
, 2. BEELDVORMING
WAT TYPEERT DEZE DOELGROEP?
Typische kenmerken:
o Aandachtsproblemen
o Hyperactiviteit
o Impulsiviteit
Kenmerken zijn het sterkst observeer baar tussen de 6-12 jaar (schoolse verwachtingen).
o Onaandachtig gedrag, gebrek aan behouden van aandacht.
o Oppervlakkige aandacht, geen aandacht voor details.
o Sneller afgeleid.
o Problemen met plannen en organisatie.
o Problemen met opdrachten waarbij een langere denkinspanning moet geleverd
worden, waarvoor planmatig noodzakelijk is.
o Vaak niet in orde met taken en afspraken.
o Gevolg: frustraties.
In adolescentie komt dit meer tot uiting gezien de verwachtingen. -> meer innerlijke
onrust.
Hyperactiviteit
- Objectief meetbaar.
- Druk gedrag.
- Doelloze bewegingen.
- Moeite met stilzitten.
- Nerveuze kleine bewegingen maken zoals friemelen.
Impulsiviteit
- Handelen en praten zonder nadenken met soms kwetsende of ongepaste
opmerkingen tot gevolg.
- Weinig geduld.
- Onmiddellijke verdediging.
- Neemt impulsieve beslissingen waarbij men anderen choqueert of zichzelf in
gevaar brengt.
- Word vaak als onbeleefd en egoïstisch bestempeld.
- In adolescentie is er groter risico op experimenteer gedrag. -> te kort aan
zelfcontrole (inhibitieproblemen).
Gevolgen
- Problemen in het gezin
- Problemen met leeftijdsgenoten
- Gevolgen op school
- Gevolgen op het werk
- Gevoelig voor stress en wisselende stemmingen (volwassenen). Ouders kunnen
hierbij sneller geïrriteerd, opvliegend en chaotisch zijn. -> relatie met kinderen en
partner staan onder spanning.
- Vaak negatieve gevoelens/gedachten door negatieve ervaringen.
ADHD
1. INLEIDING
TERMINOLOGIE
ADHD = Attention Deficit Hyperactivity Disorder.
Kernsymptomen: Aandachtsproblemen
Hyperactiviteit
Impulsiviteit
Wat is ADHD
Ontwikkelingsstoornis waarbij de ernst van de symptomen (of aanhoudend
gedragspatroon) zich in verschillende leefomgevingen, in die mate aanwezig is dat
dit niet meer leeftijdsadequaat is.
Probleemgedrag dat het functioneren kan verstoren en invloed heeft op het
welbevinden met risico’s op lange termijn.
Categorie: neurobiologische ontwikkelingsstoornissen -> stoornissen waarbij er
sprake is van gebrekkig ontwikkelen of functioneren van de hersenen die van
invloed zijn op de cognitieve, sociale en/of emotionele ontwikkeling.
CIJFERS
o 3 keer zo vaak bij jongens.
o Meest voorkomende ontwikkelingsstoornis.
Meer dan vroeger? Diagnose word sneller gesteld door meer kennis en vertrouwdheid.
Personen met ADHD botsen op meer grenzen dan vroeger. Verwachtingen binnen de
maatschappij zorgt ervoor dat de aandoening sneller tot uiting komt. Kinderen zitten
vandaag meer stil.
o ‘drukke’ kinderen krijgen snel de label ADHD. Maar er liggen heel wat andere factoren
aan de oorsprong van hun gedrag.
o Kinderen die opgroeien in een stressvolle omgeving is er sprake van:
- Psychosociale problemen
- Leerstoornissen
- Faalangst
- Hechting
o De symptomen moeten duidelijk meer aanwezig zijn dan het aanvaardbare voor de
maatschappij.
o Voor de diagnose word gesteld is het belangrijk om tot een objectief beeld te
bekomen.
- Kritische blik nodig
- Uitgebreid en grondig assessment (meerdere onderzoeken)
, 2. BEELDVORMING
WAT TYPEERT DEZE DOELGROEP?
Typische kenmerken:
o Aandachtsproblemen
o Hyperactiviteit
o Impulsiviteit
Kenmerken zijn het sterkst observeer baar tussen de 6-12 jaar (schoolse verwachtingen).
o Onaandachtig gedrag, gebrek aan behouden van aandacht.
o Oppervlakkige aandacht, geen aandacht voor details.
o Sneller afgeleid.
o Problemen met plannen en organisatie.
o Problemen met opdrachten waarbij een langere denkinspanning moet geleverd
worden, waarvoor planmatig noodzakelijk is.
o Vaak niet in orde met taken en afspraken.
o Gevolg: frustraties.
In adolescentie komt dit meer tot uiting gezien de verwachtingen. -> meer innerlijke
onrust.
Hyperactiviteit
- Objectief meetbaar.
- Druk gedrag.
- Doelloze bewegingen.
- Moeite met stilzitten.
- Nerveuze kleine bewegingen maken zoals friemelen.
Impulsiviteit
- Handelen en praten zonder nadenken met soms kwetsende of ongepaste
opmerkingen tot gevolg.
- Weinig geduld.
- Onmiddellijke verdediging.
- Neemt impulsieve beslissingen waarbij men anderen choqueert of zichzelf in
gevaar brengt.
- Word vaak als onbeleefd en egoïstisch bestempeld.
- In adolescentie is er groter risico op experimenteer gedrag. -> te kort aan
zelfcontrole (inhibitieproblemen).
Gevolgen
- Problemen in het gezin
- Problemen met leeftijdsgenoten
- Gevolgen op school
- Gevolgen op het werk
- Gevoelig voor stress en wisselende stemmingen (volwassenen). Ouders kunnen
hierbij sneller geïrriteerd, opvliegend en chaotisch zijn. -> relatie met kinderen en
partner staan onder spanning.
- Vaak negatieve gevoelens/gedachten door negatieve ervaringen.