Desbetreffende onderdelen
- Relativisme en non-cognitivisme (p.1)
- Vrije wil, verantwoordelijkheid, verwijt en woede (p.3)
- Realisme en de vergissingstheorie (p.9)
Relativisme en non-cognitivisme hoofd- en bijzaken (week 6)
- Relativisme (Basisboek Ethiek, hoofdstuk 18; Gilbert Harman, “Moral Relativism Defended”, https://www.jstor.org.proxy-
ub.rug.nl/stable/pdf/2184078.pdf) –
- Non-cognitivisme (Basisboek Ethiek, hoofdstuk 19; A. J. Ayer, Language, Truth, and Logic, hoofdstuk 6,
http://ethicsintroduction.weebly.com/uploads/4/4/6/2/44624607/ayer_emotivism.pdf)
- Normatieve ethiek: Welke morele plichten hebben we
- Metaethiek: Kunnen opvattingen over morele plichten objectief waar zijn? En hoe kunnen we weten of ze waar zijn?
o Opvattingen over morele plichten worden in de metaethiek morele oordelen genoemd
- Volgens het cognitivisme zijn morele oordelen feitelijke opvattingen (‘beliefs’) die morele eigenschappen (‘moral
properties’) toeschrijven aan handelingen.
- Volgens de vergissingstheorie (‘error theory’) zijn morele oordelen feitelijke opvattingen die morele eigenschappen
toeschrijven aan handelingen, maar bestaan morele eigenschappen niet.
o Uit deze theorie volgt dat alle morele oordelen onwaar zijn.
- Volgens het relativisme is de waarheid van een moreel oordeel relatief aan de persoon wiens oordeel het is, of aan de
samenleving van de persoon wiens oordeel het is.
o De theorie die zegt dat de waarheid van een moreel oordeel relatief is aan de persoon wiens oordeel het is wordt ook
vaak subjectivisme genoemd.
o Een moreel oordeel is volgens het relativisme waar als het oordeel in overeenstemming is met de morele
basisnormen van de persoon wiens oordeel het is, of als het oordeel in overeenstemming is met de morele
basisnormen van de samenleving van de persoon wiens oordeel het is.
Een handeling heeft een morele eigenschap als een moreel oordeel dat die eigenschap aan die handeling
toeschrijft waar is.
, - Volgens het realisme zijn morele oordelen feitelijke opvattingen die morele eigenschappen toeschrijven aan handelingen.
Die morele eigenschappen zijn volgens het realisme niet relatief aan een persoon of een samenleving.
Reden om het relativisme te verwerpen
- Relativisme te verwerpen hangt af van hoe plausibel de andere posities in de metaethiek zijn. (Zie diagram)
- Morele onfeilbaarheid: Als het relativisme waar is zijn leden van een samenleving verplicht mee te doen aan de
onderdrukking van minderheden als deze worden goedgekeurd door deze samenleving (denk aan China).
Subjectivisme lijkt in dit opzicht plausibeler. Subjectivisme maakt de waarheid van een moreel oordeel
relatief aan je eigen basisnormen van je samenleving.
- Onzekerheid over onze eigen normen: Als het relativisme waar is, weet ik wat moreel juist is zolang ik weet wat mijn
morele basisnormen of de morele basisnormen van mijn samenleving zijn.
o Maar het lijkt erop dat ik onzeker kan zijn over de vraag of die basisnormen correct zijn. Hoe kan relativisme dan
waar zijn.
- Meningsverschillen: Volgens het relativisme kunnen beide onze verschillende opvattingen waar zijn. Dat leidt tot de situatie
waar beide onze opvattingen zowel moreel verkeerd, als moreel niet verkeerd zijn.
o Dit is een contradictie. Dus kan niet.
Geïdealiseerde versie van het relativisme
- Relativisten kunnen ook zeggen dat een handeling moreel juist is als ik die handeling zou goedkeuren als ik volledig
geïnformeerd was en logisch correct zou redeneren.
o Of ze kunnen zeggen dat een handeling moreel juist is als mijn samenleving die handeling zou goedkeuren als de
leden van mijn samenleving volledig geïnformeerd zouden zijn en logisch correct zouden redeneren.
Als dat zo is zijn personen en samenlevingen niet moreel onfeilbaar, omdat ze misschien niet volledig
geïnformeerd zijn en omdat ze misschien niet logisch correct redeneren.
Non-cognitivisme
- Volgens het non-cognitivisme zijn morele oordelen gevoelens zoals gevoelens van afkeuring.
o Deze theorie wordt ook wel ‘expressivisme’ genoemd.
o Het NC moet het Frege-Geachprobleem kunnen oplossen.
Aantrekkelijke punten van het non-cognitivisme
- Het kan goed verklaren waarom morele oordelen gepaard gaan met gevoelens en met motivatie.
o Net als de vergissingstheorie ontkent het non-cognitivisme het bestaan van morele eigenschappen in de wereld.
Het NC (non-cognitivisme) hoeft daarom niet uit te leggen wat voor soort eigenschappen morele
eigenschappen zijn.
NC vermijdt daarmee de problemen waar het realisme tegenaan loopt
Maar in tegenstelling tot de vergissingstheorie impliceert het NC niet dat alle morele oordelen waar zijn.
Want gevoelens kunnen niet waar of onwaar zijn.
Het kan wel onwaar zijn dat je een gevoel hebt. Maar het gevoel zelf kan niet waar of onwaar zijn.
Het Frege-Geachprobleem
- Het Frege-Geachprobleem: In het kort is het FG-probleem dat zinnen die morele oordelen uitrukken deel kunnen uitmaken
van semantische complexe zinnen op een manier die een expressivist niet gemakkelijk kan verklaren.
o Het expressivisme is een theorie over de mening van morele taal.
- Als ik “liegen is moreel verkeerd” zeg dan druk ik daarmee volgens NC een negatief gevoel uit over liegen.
o Maar wat als je dit inbedt in een andere zin?
(1) Liegen is moreel verkeerd.
(2) Als liegen moreel verkeerd is, dan is het moreel verkeerd om anderen aan te zetten tot liegen.
(3) Dus het is moreel verkeerd om anderen aan te zetten tot liegen.
Dit lijkt een logische redenering: Het lijkt erop dat als de premissen van deze redenering waar zijn de
conclusie ook waar moet zijn. Want het lijkt een modus ponens (een redenering met een [p. als p, dan q.
dus q.] redenering).
, Maar volgens het NC zijn (1) en (3) in mijn redenering over liegen uitingen van gevoelens die niet
waar of onwaar kunnen zijn. En het is onduidelijk wat voor gevoel (2) precies uitdrukt.
Het subjectivismeprobleem
- Stel dat morele oordelen gevoelens zijn, zoals het NC zegt.
o Dan lijkt het erop dat als onze gevoelens veranderen, wat moreel goed of verkeerd is ook verandert. (Denk aan
moord)
Als dat zo is, lijkt NC dan niet heel veel op het subjectivisme?
Quasi-realisme
- Het quasi-realisme is een versie van het non-cognitivisme die probeert te laten zien dat het legitiem is om morele oordelen te
behandelen als feitelijke opvattingen die waar of onwaar kunnen zijn.
o Deze theorie wordt verdedigd door Simon Blackburn.
Quasi-realisme en het Frege-Geachprobleem
- Blackburn probeert te laten zien dat morele redeneringen geldig kunnen zijn is door een speciale logica van gevoelens te
ontwikkelen.
o De Boe [B!] Hoera [H!] theorie komt van hem
Een expressivist stelt dat de betekenis van termen als 'goed' en 'verplicht' begrepen moeten worden in
termen van een attitude (bv. goedkeuring, of de acceptatie van bepaalde normen) die er in bepaalde
contexten mee wordt uitgedrukt.
Quasi-realisme en het subjectivismeprobleem
- Ook als ik niet zou vinden dat moord moreel verkeerd is, dan zou moord toch moreel verkeerd zijn.
o Volgens Blackburn drukt deze zin een negatief gevoel uit over alternatieve versies van mijzelf die moord niet
moreel verkeerd vinden. [B!] Moord.
Bescheiden en ambitieus quasi-realisme
- Bescheiden quasi-realisme: Hoewel morele oordelen niet echt feitelijke opvattingen zijn en niet echt waar of onwaar
kunnen zijn, is het legitiem om morele oordelen te behandelen alsof het feitelijke opvattingen zijn die waar of onwaar
kunnen zijn.
- Ambitieus quasi-realisme: Als non-cognitivisten het Frege-geachprobleem en het subjectivismeprobleem kunnen
oplossen, dan laten NC’en daarmee zien dat morele oordelen echt feitelijke opvattingen zijn die echt waar of onwaar kunnen
zijn. Aldus Blackburn.
Probleem: Als het ambitieus quasi-realisme werkt, waarom is het dan niet gewoon een versie van het
realisme? En waarom heeft het dan niet dezelfde problemen die het realisme ook heeft?
De realist kan deze vraag stellen, maar Blackburn zal altijd volhouden dat het quasi-realisme los
staat.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maudschut. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.