Hoofdstuk 1
Organisaties
Organisatie > algemeen begrip (wat heb je eraan? > sociale contacten, identificatie en erbij
willen horen)
Bedrijf > goederen/diensten maakt om deze op de markt te zetten
Onderneming (samenwerkingsverband) > bedrijf met winstoogmerk
Samenwerking door mensen
Gemeenschappelijk doel
Doel voorbestaan organisaties
Intern doel: continuïteit
Extern doel: voorzien in maatschappelijke behoefte
3 betekenissen van het begrip organisatie
1. Functioneel: effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
2. Institutioneel: organisatie als instituut, met een naam en locatie
3. Instrumenteel: organiseren
Natuurlijke personen: eenmanszaak, maatschap, VOF (vennootschap onder firma),
commanditaire vennootschap.
Rechtspersonen: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, coöperatieve vereniging.
Hoe werken organisaties?
1. Transformatieproces
2. Omgevingsinvloeden
Trendfocus: maatschappelijk verantwoord
Ondernemen: (MVO) en duurzaamheid
3. Hiërarchie en arbeidsverdeling
4. Wat heb je aan een organisatie?
Transformatieproces:
, Omgevingsinvloeden: alles wat in de omgeving gebeurt, heeft invloed op de organisatie.
Bewust zijn van haar omgeving, keuzes maken en de omgeving proberen te beïnvloeden.
3 schillen van Stoner & Freeman:
1. Interne belanghebbenden (medewerkers, directie, RVB)
2. Externe belanghebbenden (klanten, concurrenten, media, overheid, leveranciers)
3. Indirecte omgeving (DESTEP) (demografisch, economische, sociale, technologische,
ecologische, politieke)
Duurzaamheid & MVO (DOEL van MVO: gezonde aarde met welvarende bewoners en een
goed ecosysteem) > 3P’s PPP (profit, people, planet)
Economische prestaties (profit) > winst, werkgelegenheid, investeringen,
locatiebeleid, uitbesteding, sponsoring.
Respect voor de sociale kant (people) > prestatie op milieugebied, milieuzorg,
duurzame gebouwen, duurzaam produceren.
De ecologische randvoorwaarden (planet) > mensen rechten, omkoping fraude,
kinderarbeid.
Circulaire economie > een systeem waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun
waarde zo min mogelijk verliezen.
Cradle to cradle > ontwerpen van een product als het niet meer gebruikt kan worden het als
ander grondstof kan dienen voor een ander product.
Waarom werken mensen?
Arbeidscontract > arbeid <> loon.
Psychologische contract > geheel van ongeschreven wederzijdse verwachtingen.
Werknemer > loon, andere ontmoeten en waardering
Werkgever > arbeid, loyaliteit, inzet en teamwork
Organisaties
Organisatie > algemeen begrip (wat heb je eraan? > sociale contacten, identificatie en erbij
willen horen)
Bedrijf > goederen/diensten maakt om deze op de markt te zetten
Onderneming (samenwerkingsverband) > bedrijf met winstoogmerk
Samenwerking door mensen
Gemeenschappelijk doel
Doel voorbestaan organisaties
Intern doel: continuïteit
Extern doel: voorzien in maatschappelijke behoefte
3 betekenissen van het begrip organisatie
1. Functioneel: effectief op elkaar afstemmen van activiteiten
2. Institutioneel: organisatie als instituut, met een naam en locatie
3. Instrumenteel: organiseren
Natuurlijke personen: eenmanszaak, maatschap, VOF (vennootschap onder firma),
commanditaire vennootschap.
Rechtspersonen: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, coöperatieve vereniging.
Hoe werken organisaties?
1. Transformatieproces
2. Omgevingsinvloeden
Trendfocus: maatschappelijk verantwoord
Ondernemen: (MVO) en duurzaamheid
3. Hiërarchie en arbeidsverdeling
4. Wat heb je aan een organisatie?
Transformatieproces:
, Omgevingsinvloeden: alles wat in de omgeving gebeurt, heeft invloed op de organisatie.
Bewust zijn van haar omgeving, keuzes maken en de omgeving proberen te beïnvloeden.
3 schillen van Stoner & Freeman:
1. Interne belanghebbenden (medewerkers, directie, RVB)
2. Externe belanghebbenden (klanten, concurrenten, media, overheid, leveranciers)
3. Indirecte omgeving (DESTEP) (demografisch, economische, sociale, technologische,
ecologische, politieke)
Duurzaamheid & MVO (DOEL van MVO: gezonde aarde met welvarende bewoners en een
goed ecosysteem) > 3P’s PPP (profit, people, planet)
Economische prestaties (profit) > winst, werkgelegenheid, investeringen,
locatiebeleid, uitbesteding, sponsoring.
Respect voor de sociale kant (people) > prestatie op milieugebied, milieuzorg,
duurzame gebouwen, duurzaam produceren.
De ecologische randvoorwaarden (planet) > mensen rechten, omkoping fraude,
kinderarbeid.
Circulaire economie > een systeem waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun
waarde zo min mogelijk verliezen.
Cradle to cradle > ontwerpen van een product als het niet meer gebruikt kan worden het als
ander grondstof kan dienen voor een ander product.
Waarom werken mensen?
Arbeidscontract > arbeid <> loon.
Psychologische contract > geheel van ongeschreven wederzijdse verwachtingen.
Werknemer > loon, andere ontmoeten en waardering
Werkgever > arbeid, loyaliteit, inzet en teamwork