Samenvatting Bouwtechnieken 5
Hoofdstuk 1 : Wat is comfort ?
1. Thermisch comfort
1.1 De ideale temperatuur
Thermisch comfort (def.)
= De geestestoestand waarbij de omgeving voldoening oproept
‣ Thermisch comfort heeft impact op de werkefficiëntie
‣ Hogere of lagere temperatuur bepaald de werk efficiëntie
‣ Ook akoestisch comfort, lucht comfort enz bepaald dit verder mee
1.2 Lichaamstemperatuur op peil houden ?
De mens = temperatuur 37°C
‣ Te warm :
‣ Aders verwijden = meer contact lucht
‣ Zweten
‣ Door latente warmte (= warmte uit je lichaam trekken)
‣ Zweet verdampt aan de lucht waardoor ons lichaam afkoelt
‣ Te koud :
‣ Aders versmallen = minder contact met de lucht
‣ Bibberen
‣ Beweging => wrijving van de spieren
‣ Klein maken
‣ Contact oppervlakte verminderen tov de omgeving
Hoe wordt dit nu op peil gehouden ?
‣ Controlekamer (hersenen) + detectiesysteem (sensoren in de huid)
‣ Sensoren
‣ Geeft signalen door, wanneer effect uitblijft neemt de intensiteit toe (oa. pijn niveau)
‣ Sturen info door naar de hersenen
‣ Controle kamer
‣ Hypothalamus in de hersenen
‣ Start koelfunctie of warmte functie wanneer lichaamstemperatuur veranderd.
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
,1.3 Comfort evaluatie
2 belangrijke zaken dat je lichaam comfort kent (examen ! )
a. MET - waarde
‣ Het metabolisme van een lichaam kan vergeleken worden met een motor, een
bepaalde hoeveelheid energie wordt vrijgelaten afhankelijk van de lichamelijke
activiteit
‣ Afhankelijk van hoe actief het lichaam is gedurende bepaalde tijdsperiode
‣ Spieractiviteit = warmte
‣ Zwarte arbeid => veel te warm => warmte wordt afgegeven
‣ MET = 58,15 W/m2 (= vermogen per m2)
1
‣ Gemiddeld volwassen 1,7 m2
‣ 1 MET is ongeveer 100 W => 1 persoon in 1 uur geeft 0,1 kWh af
‣ Laagst bij slapen: 0,8Met
‣ Sportactiviteiten: tot 10 Met
‣ Huishoudelijk: 2,5 tot 2,9 Met
b. CLO - waarde
‣ CLO [m2.K/W]
‣ Gelijkaardig aan R waarde (=warmte weerstand) idem [m2.K/W]
‣ Clo = 0,155 m2.K/W => kostuum
1
‣ Naakte personen een Clo = 0,0 m2.K/W
‣ Niet volledig correct => er is nog een overgangsweerstand Rse
en Rsi
‣ Bij het bepalen van de Clo-waarde is het belangrijk te beseffen dat zetels en bedden het
warmteverlies tegengaan
‣ Zorgen voor grotere CLO waarde
1.4 Temperatuur bepaling
‣ Wij voelen geen temperatuur
‣ Wel energieverlies van ons lichaam aan de omgeving => WARMTE verlies
‣ Volgende parameters spelen een rol :
‣ Ta : Lucht temperatuur °C
‣ Tr : Gemiddelde stralingstemperatuur °C
‣ Va : Luchtsnelheid m/s
‣ Pa : Vochtigheid Pa
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
, ‣ De oppervlakte temperatuur van de verschillende vlakken in de
ruimte x zijn hoekfactor !
‣ DUS SOM van de stralingsinvloeden van elk vlak
=> Dit is te tijdrovend ! Hierdoor gaat men een meting doen die efficiënter is
‣ Toestel dat de luchtsnelheid meet
‣ Minder nauwkeurig maar simpeler
Bij comfort :
‣ Altijd temperatuur in rekening brengen
‣ Nooit luchtvochtigheid => wij voelen dit niet !
‣ Behalve bij hoge relatieve vochtigheden zoals Hitte aan Turkse Riviera
enz)
Voorbeeld Zwembad :
Zwemmers hebben ander comfort temperatuur dan de redder met lichte kledij
=> opgelost door warmtestraler, ventilator,
1.5 Comfort evaluatie
6 belangrijke parameters voor de beoordeling van behaaglijkheid :
‣ Luchttemperatuur
‣ Gemiddelde stralingstemperatuur
‣ Luchtsnelheid
‣ Luchtvochtigheid
‣ Activiteitsgraad (MET)
‣ Kledij (CLO)
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
, 1.6 PMV & PPD
a. PMV
‣ Predict Mean Vote
‣ PMV index voorspelt de gemiddelde waarde van een groep mensen in bepaalde situatie
Het Fanger model: “psychologische” aanpak:
‣ Gebruik maken van schaal op proefpersonen om idee te krijgen op de meest behaaglijke
temperatuur
‣ Standaardwaarde voor iedere persoon = 0.6 Clo + 3u
‣ Elk halfuur konden proefpersonen stemmen
‣ Zitten persoon met CLO-waarde ideaal: 25.6°C
‣ Warmtebalans (= hoeveel warmte ons lichaam gaat verliezen) van menselijke lichaam als basis
voor de 6 parameters
b. PPD
‣ Hoeveel % mensen ontevreden zijn adv PMV
‣ Schaal ( -3, -2, - 1, 0, +1, +2, +3)
‣ 0 is comfort optimaal (nog steeds individuen die niet tevreden zijn
‣ PMV -1 of +1 is OK
‣ PMV -3, -2, +2, +3 wordt als oncomfortabel gezien
‣ => alle meningen samen vormen de PPD Index (predicted
percentage of dissatisfied)
‣ Behaaglijkheid vergelijking is zo ingewikkeld dat deze zich niet leent voor eenvoudige
berekening = laten we achterwege!
‣ PPD (predicted precentage of dissatisfied) = het statistisch waarschijnlijk percentage aan
klachten (ifv de gemiddelde PMV meting)
‣ Personen hebben klachten als PMV +/- > 2
‣ De link tussen PMV en PPD index (ex!)
‣ Klok / Gaus curve = normale verdeling
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
Hoofdstuk 1 : Wat is comfort ?
1. Thermisch comfort
1.1 De ideale temperatuur
Thermisch comfort (def.)
= De geestestoestand waarbij de omgeving voldoening oproept
‣ Thermisch comfort heeft impact op de werkefficiëntie
‣ Hogere of lagere temperatuur bepaald de werk efficiëntie
‣ Ook akoestisch comfort, lucht comfort enz bepaald dit verder mee
1.2 Lichaamstemperatuur op peil houden ?
De mens = temperatuur 37°C
‣ Te warm :
‣ Aders verwijden = meer contact lucht
‣ Zweten
‣ Door latente warmte (= warmte uit je lichaam trekken)
‣ Zweet verdampt aan de lucht waardoor ons lichaam afkoelt
‣ Te koud :
‣ Aders versmallen = minder contact met de lucht
‣ Bibberen
‣ Beweging => wrijving van de spieren
‣ Klein maken
‣ Contact oppervlakte verminderen tov de omgeving
Hoe wordt dit nu op peil gehouden ?
‣ Controlekamer (hersenen) + detectiesysteem (sensoren in de huid)
‣ Sensoren
‣ Geeft signalen door, wanneer effect uitblijft neemt de intensiteit toe (oa. pijn niveau)
‣ Sturen info door naar de hersenen
‣ Controle kamer
‣ Hypothalamus in de hersenen
‣ Start koelfunctie of warmte functie wanneer lichaamstemperatuur veranderd.
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
,1.3 Comfort evaluatie
2 belangrijke zaken dat je lichaam comfort kent (examen ! )
a. MET - waarde
‣ Het metabolisme van een lichaam kan vergeleken worden met een motor, een
bepaalde hoeveelheid energie wordt vrijgelaten afhankelijk van de lichamelijke
activiteit
‣ Afhankelijk van hoe actief het lichaam is gedurende bepaalde tijdsperiode
‣ Spieractiviteit = warmte
‣ Zwarte arbeid => veel te warm => warmte wordt afgegeven
‣ MET = 58,15 W/m2 (= vermogen per m2)
1
‣ Gemiddeld volwassen 1,7 m2
‣ 1 MET is ongeveer 100 W => 1 persoon in 1 uur geeft 0,1 kWh af
‣ Laagst bij slapen: 0,8Met
‣ Sportactiviteiten: tot 10 Met
‣ Huishoudelijk: 2,5 tot 2,9 Met
b. CLO - waarde
‣ CLO [m2.K/W]
‣ Gelijkaardig aan R waarde (=warmte weerstand) idem [m2.K/W]
‣ Clo = 0,155 m2.K/W => kostuum
1
‣ Naakte personen een Clo = 0,0 m2.K/W
‣ Niet volledig correct => er is nog een overgangsweerstand Rse
en Rsi
‣ Bij het bepalen van de Clo-waarde is het belangrijk te beseffen dat zetels en bedden het
warmteverlies tegengaan
‣ Zorgen voor grotere CLO waarde
1.4 Temperatuur bepaling
‣ Wij voelen geen temperatuur
‣ Wel energieverlies van ons lichaam aan de omgeving => WARMTE verlies
‣ Volgende parameters spelen een rol :
‣ Ta : Lucht temperatuur °C
‣ Tr : Gemiddelde stralingstemperatuur °C
‣ Va : Luchtsnelheid m/s
‣ Pa : Vochtigheid Pa
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
, ‣ De oppervlakte temperatuur van de verschillende vlakken in de
ruimte x zijn hoekfactor !
‣ DUS SOM van de stralingsinvloeden van elk vlak
=> Dit is te tijdrovend ! Hierdoor gaat men een meting doen die efficiënter is
‣ Toestel dat de luchtsnelheid meet
‣ Minder nauwkeurig maar simpeler
Bij comfort :
‣ Altijd temperatuur in rekening brengen
‣ Nooit luchtvochtigheid => wij voelen dit niet !
‣ Behalve bij hoge relatieve vochtigheden zoals Hitte aan Turkse Riviera
enz)
Voorbeeld Zwembad :
Zwemmers hebben ander comfort temperatuur dan de redder met lichte kledij
=> opgelost door warmtestraler, ventilator,
1.5 Comfort evaluatie
6 belangrijke parameters voor de beoordeling van behaaglijkheid :
‣ Luchttemperatuur
‣ Gemiddelde stralingstemperatuur
‣ Luchtsnelheid
‣ Luchtvochtigheid
‣ Activiteitsgraad (MET)
‣ Kledij (CLO)
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt
, 1.6 PMV & PPD
a. PMV
‣ Predict Mean Vote
‣ PMV index voorspelt de gemiddelde waarde van een groep mensen in bepaalde situatie
Het Fanger model: “psychologische” aanpak:
‣ Gebruik maken van schaal op proefpersonen om idee te krijgen op de meest behaaglijke
temperatuur
‣ Standaardwaarde voor iedere persoon = 0.6 Clo + 3u
‣ Elk halfuur konden proefpersonen stemmen
‣ Zitten persoon met CLO-waarde ideaal: 25.6°C
‣ Warmtebalans (= hoeveel warmte ons lichaam gaat verliezen) van menselijke lichaam als basis
voor de 6 parameters
b. PPD
‣ Hoeveel % mensen ontevreden zijn adv PMV
‣ Schaal ( -3, -2, - 1, 0, +1, +2, +3)
‣ 0 is comfort optimaal (nog steeds individuen die niet tevreden zijn
‣ PMV -1 of +1 is OK
‣ PMV -3, -2, +2, +3 wordt als oncomfortabel gezien
‣ => alle meningen samen vormen de PPD Index (predicted
percentage of dissatisfied)
‣ Behaaglijkheid vergelijking is zo ingewikkeld dat deze zich niet leent voor eenvoudige
berekening = laten we achterwege!
‣ PPD (predicted precentage of dissatisfied) = het statistisch waarschijnlijk percentage aan
klachten (ifv de gemiddelde PMV meting)
‣ Personen hebben klachten als PMV +/- > 2
‣ De link tussen PMV en PPD index (ex!)
‣ Klok / Gaus curve = normale verdeling
Bouwtechnieken 5 Sara Depuydt