Samenvatting levering van goederen artikel 9 en 10

Levering van goederen
1. Voorwaarden voor een belastbare levering van goederen
1.1. Begrip “levering van goederen”
1.1.1 Tijdstip van de levering
Het tijdstip van de levering is belangrijk voor
 De opeisbaarheid van de btw in hoofde van de leverancier
 Aftrekbaarheid van de btw in hoofde van de afnemer

2.1.1 Art. 9 W.BTW
“Goederen” = lichamelijke goederen
 Roerende goederen uit hun aard
 Uit hun aard onroerende goederen
 Onroerende goederen door bestemming (bv. een kapstok)
o Roerende voorwerpen blijvend verbonden met onroerend goed.
o Roerende voorwerpen aangewend voor dienst/exploitatie van onroerend goed. (Exploitatierecht = verbod om
te bouwen op iemand anders zijn grond)
 Nieuw of gebruikte goederen
o Art. 58, 4 W.BTW: bijzondere regeling over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen,
voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.

Wat wordt nu beschouwd als lichamelijke goederen
 Warmte, koude, elektriciteit en gas
 Andere zakelijke rechten dat het eigendomsrecht die aan de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen om een
onroerend goed te gebruiken.
Wat niet?
 Effecten aan toonder (effecten = waardepapier, toonder = iets waar geen naam op staan. Bv: bankbiljet)

3.1.1 Art. 10 W.BTW – levering
Als levering van een goed wordt beschouwd
De overdracht of de overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken.

Opgelet!!
 Verkoop onder ontbindende voorwaarde
 Verkoop onder opschortende voorwaarde

Huurverkoop: eerst huurprijs betalen en op het einde van het contract wordt de klant eigenaar (geen mogelijkheid om af te zien
van de aankoop)  vanaf het begin een lichamelijk goed.

4.1.1 Nieuw artikel 10 btw-wetboek
 Artikel 10 van het btw-wetboek werd aangepast om beter overeen te stemmen met artike 14 van de richtlijn

Art 10.1 Als een levering van een goed wordt beschouwd de overdracht of de overgang van de macht om als een eigenaar over een
lichamelijk goed te beschikken.

Hier wordt onder meer bedoeld de terbeschikkingstelling ven een goed aan de verkrijgen of de overnemer ingevolge een
contract tot overdracht of aanwijzing.

 Een aantal specifieke handelingen die beschouwd worden als leveringen van goederen, worden voortan opgesomd in
art. 10.2

, 5.1.1 Nieuw artikel 10.2 btw-wetboek
specifieke handelingen die beschouwd worden als leveringen van goederen
a) de eigendomsoverdracht van een goed tegen betaling van een vergoeding ingevolge een vordering door of namens de
overheid en, meer algemeen, ingevolge een wet, een decreet, een ordonnantie, een besluit of een administratieve verordening;

b) de materiële afgifte van een goed ingevolge een overeenkomst waarbij een goed gedurende een bepaalde periode in huur
wordt gegeven of ingevolge een overeenkomst tot koop en verkoop op afbetaling, in beide gevallen onder het beding dat
normaal het goed uiterlijk bij de betaling van de laatste termijn in eigendom wordt verkregen;

c) de overdracht van een goed ingevolge een overeenkomst tot koop of verkoop in commissie.



2. Contract tot overdracht
2.1. Verkoop
6.1.1 Verkoop onder ontbindende voorwaarde
= Een verkoop die vanaf het totstandkomen volmaakt is, doch die zal kunnen worden ontbonden wanneer zich een bepaalde
gebeurtenis zal voordoen die bij het sluiten van het contract toekomstig en onzeker is.

 Voor btw gelden de regels die bij een gewone verkoop van toepassing zijn

Bv. 03/03/2021: verkoop van grondstoffen aan een pharma bedrijf met de voorwaarde om 01/04/2021 voldoende vaccins te
produceren.
01/04/2021: onvoldoende vaccins  grondstoffen terug naar eerste eigenaar

 Dubbele lichamelijke goederen, of 2 maal een belastbare btw-handeling.

7.1.1 Verkoop onder opschortende voorwaarde
= Het verkoopcontract zal slechts uitwerking hebben ingeval een toekomstige en onzekere gebeurtenis zich voordoet

zolang de gebeurtenis zich niet heeft voorgedaan
 Contract geen uitwerking
 Geen overdracht van juridische beschikkingsbevoegdheid
 Geen levering

Voorbeeld:
 Verkoop onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een financiering
 Verkoop op proef
 Consignatiezendig (overeenkomst waarbij een fabrikant of handelaar (de consignatiegever) aan een andere handelaar
(de consignataris) koopwaren overhandigt met het oog op de verkoop en die deze laatste slechts definitief zal kopen
ingeval en voor zover hij zelf een koper zal gevonden hebben)

Uitgewerkt voorbeeld:
Zomercollectie in winkel in april 2021 – mogelijkheid om onder consignatie (=> geen lichamelijke goederen)
Juni 2021: de winkeluitbater vindt een klant en verkoopt een kledingstuk  opschortende voorwaarde wordt vervuld
Producent van de kleding = Winkeluitbater  consument: 2 lichamelijke goederen
100 300
R03 100 R81 100 R03 300
R54 21 R59 21 R54 63
De goederen die niet verkocht zijn, kunnen later teruggezonden worden naar de producent




3. Plaats van de levering
3.1. Art. 14 btw-wetboek
= Plaats waar het goed ter beschikking van de verkrijger of de overnemer wordt gesteld.