1. Uithouding
1.1 Motivatiemiddelen om de looplessen aantrekkelijker te
maken
- Eentonigheid doorbreken: afwisseling
- Persoonlijke verbetering: test inhalen
- Attitudes stimuleren
o Karakter, doorzettingsvermogen, wilskracht, inzet
- Leerlingen motivatiedoelen- en middelen aanreiken
- Inzichten en kennis
o Hartslag
- Normtabellen
- Klas-, jaar-, graad-, schoolgemiddelde
- Veldlopen en joggings
- Ouders en schoolarts
Intrinsiek motiveren: verhoogd worden door de leerling zijn competentiegevoel te verhogen en het
gevoel van zelfdeterminatie.
Competentiegevoel= gevoel van een taak aan te kunnen
Zelfdeterminatie= controle hebben op je eigen gedrag
Verschil extrinsieke en intrinsieke motivatie:
- Voor punt op rapport E
- Om te winnen alleen of in groep E
- Om zich in de groep op niveau te handhaven E
- Om medeleerlingen te overklassen E
- Om te behagen aan de leerkracht E
- Omdat men zich er goed bij voelt I
- Omdat men plezier heeft aan het samen zijn I
- Omdat men bewust is van een goede conditie I
WEL: NIET:
- Vooraf aankondigen - Lln voor voldongen feiten plaatsen
- Aandacht voor loopcomfort - Loopprestatie en -techniek
- Zelfbeeld= uitgangspunt benadrukken
- Als lkr motiveren (meelopen) - Leerkracht toekijken
- Kans geven om te fietsen - Dicteren vanuit gezag
- Op verantwoordelijkheid wijzen - Leerlingen confronteren met fysieke,
- Doorzettingsvermogen ophemelen mentale zwakte
- Prestaties beklemtonen (= relatieve - Zwakke lln vergelijken met sterke (=
vorm) absolute vorm)
1.2 Voorbereiding op
looplessen Periodeplanning:
Parcours:
Doelgroep
Kennen: gevaarlijke punten Startles:
Looptijd kennen: Combinatie lopen en plezier
Controle beginsituatie
Welke periode/aantal weken/opbouw 1
, Wandel parcours af
Grote groep= meer tijd
Omkleedtijd rekening houden
Blokuren= groter parcours
Zinvolle tijdsbesteding
Zaal en uurverdeling:
Slecht weer= vervang les
Gespreide prikkel= 2 x 1uur lopen i.p.v. 1 x 2uur lopen
Evaluatievorm:
Doelstellingen: wat wil je bereiken
Controlepunten:
Objectief
Verschillen J/M
Overzichtelijke loopruimte
Afwisseling evaluatie
Hoe worden punten gegeven?
Werkvormen, oefenvormen en trainingsvormen:
Hartslagmeter
Trainingsintensiteit:
Uithouding/interval/weerstand
Materiaalbenodigdheden:
Fiets voor gekwetsten
WALOFI= wandelen, lopen, fietsen
Afspraken met schooldirectie: Gsm-gebruik, Ongeval…
Eigen loopconditie lkr: Voorbeeldfunctie
1.3 Begin looplessen
= afspraken maken
Les aankondigen
Doelstellingen meedelen
Loopschoenen
Kledij
Lichaamshygiëne
Drinken
Fietsen (gekwetsten)
1.4 Voor het vertrek
Naar toilet
Kledij en schoenen:
Niet in orde= sanctioneren
Consequent blijven
Lijst bijhouden
2
, Fietsen controleren
Lln tellen
2 voorlopers
Functie: tempo en rustmomenten bepalen & op gevaar wijzen (oversteken)
Laatste loper/rode lantaarn
Roept bij gevaar
Blijft laatste
Fluit bij problemen
Hartslagcontrole
1.5 Mee te nemen
- GSM - rugzak
- Uurwerk - toiletpapier
- Regenjas - EHBO
- Suiker/koekje - plastiek zakje
1.6 Leerlingen met
blessure Correcte vervangtaken:
Doktersattesten controleren Rugzak met materiaal
Juist doktersattest Lln achteraan laten volgen/motiveren
Oorzaak blessure Tijden/ronden/hartslagen noteren
Periode controleren
Per individu controleren
Navragen bij arts
1.7 Tijdens het lopen
10-15 min opwarming Stappen, afwisselen lopen
Stretchoefeningen Fysieke ongemakken in het
Lln motiveren en controleren oog houden
Bewaken lage intensiteit Controle HF:
Loopcomfort bewaken Objectieve
Positief aanmoedigen parameter
Sociaal aspect: Differentiëren
Groep bijeen houden
Elkaar helpen bij problemen
1.8 Na het lopen
HF na aankomst opnemen (2min na aankomst)
Leerlingen tellen
Nabespreking:
Tevredenheid over inspanningen
Stretchen (functioneel)
Lichaamshygiëne
Evaluatie eigen les
1.9 Hartslagcontrole
Hoofdpijler= fysieke fitheid
Relatie uithouding- fitheid -gezondheid:
3
1.1 Motivatiemiddelen om de looplessen aantrekkelijker te
maken
- Eentonigheid doorbreken: afwisseling
- Persoonlijke verbetering: test inhalen
- Attitudes stimuleren
o Karakter, doorzettingsvermogen, wilskracht, inzet
- Leerlingen motivatiedoelen- en middelen aanreiken
- Inzichten en kennis
o Hartslag
- Normtabellen
- Klas-, jaar-, graad-, schoolgemiddelde
- Veldlopen en joggings
- Ouders en schoolarts
Intrinsiek motiveren: verhoogd worden door de leerling zijn competentiegevoel te verhogen en het
gevoel van zelfdeterminatie.
Competentiegevoel= gevoel van een taak aan te kunnen
Zelfdeterminatie= controle hebben op je eigen gedrag
Verschil extrinsieke en intrinsieke motivatie:
- Voor punt op rapport E
- Om te winnen alleen of in groep E
- Om zich in de groep op niveau te handhaven E
- Om medeleerlingen te overklassen E
- Om te behagen aan de leerkracht E
- Omdat men zich er goed bij voelt I
- Omdat men plezier heeft aan het samen zijn I
- Omdat men bewust is van een goede conditie I
WEL: NIET:
- Vooraf aankondigen - Lln voor voldongen feiten plaatsen
- Aandacht voor loopcomfort - Loopprestatie en -techniek
- Zelfbeeld= uitgangspunt benadrukken
- Als lkr motiveren (meelopen) - Leerkracht toekijken
- Kans geven om te fietsen - Dicteren vanuit gezag
- Op verantwoordelijkheid wijzen - Leerlingen confronteren met fysieke,
- Doorzettingsvermogen ophemelen mentale zwakte
- Prestaties beklemtonen (= relatieve - Zwakke lln vergelijken met sterke (=
vorm) absolute vorm)
1.2 Voorbereiding op
looplessen Periodeplanning:
Parcours:
Doelgroep
Kennen: gevaarlijke punten Startles:
Looptijd kennen: Combinatie lopen en plezier
Controle beginsituatie
Welke periode/aantal weken/opbouw 1
, Wandel parcours af
Grote groep= meer tijd
Omkleedtijd rekening houden
Blokuren= groter parcours
Zinvolle tijdsbesteding
Zaal en uurverdeling:
Slecht weer= vervang les
Gespreide prikkel= 2 x 1uur lopen i.p.v. 1 x 2uur lopen
Evaluatievorm:
Doelstellingen: wat wil je bereiken
Controlepunten:
Objectief
Verschillen J/M
Overzichtelijke loopruimte
Afwisseling evaluatie
Hoe worden punten gegeven?
Werkvormen, oefenvormen en trainingsvormen:
Hartslagmeter
Trainingsintensiteit:
Uithouding/interval/weerstand
Materiaalbenodigdheden:
Fiets voor gekwetsten
WALOFI= wandelen, lopen, fietsen
Afspraken met schooldirectie: Gsm-gebruik, Ongeval…
Eigen loopconditie lkr: Voorbeeldfunctie
1.3 Begin looplessen
= afspraken maken
Les aankondigen
Doelstellingen meedelen
Loopschoenen
Kledij
Lichaamshygiëne
Drinken
Fietsen (gekwetsten)
1.4 Voor het vertrek
Naar toilet
Kledij en schoenen:
Niet in orde= sanctioneren
Consequent blijven
Lijst bijhouden
2
, Fietsen controleren
Lln tellen
2 voorlopers
Functie: tempo en rustmomenten bepalen & op gevaar wijzen (oversteken)
Laatste loper/rode lantaarn
Roept bij gevaar
Blijft laatste
Fluit bij problemen
Hartslagcontrole
1.5 Mee te nemen
- GSM - rugzak
- Uurwerk - toiletpapier
- Regenjas - EHBO
- Suiker/koekje - plastiek zakje
1.6 Leerlingen met
blessure Correcte vervangtaken:
Doktersattesten controleren Rugzak met materiaal
Juist doktersattest Lln achteraan laten volgen/motiveren
Oorzaak blessure Tijden/ronden/hartslagen noteren
Periode controleren
Per individu controleren
Navragen bij arts
1.7 Tijdens het lopen
10-15 min opwarming Stappen, afwisselen lopen
Stretchoefeningen Fysieke ongemakken in het
Lln motiveren en controleren oog houden
Bewaken lage intensiteit Controle HF:
Loopcomfort bewaken Objectieve
Positief aanmoedigen parameter
Sociaal aspect: Differentiëren
Groep bijeen houden
Elkaar helpen bij problemen
1.8 Na het lopen
HF na aankomst opnemen (2min na aankomst)
Leerlingen tellen
Nabespreking:
Tevredenheid over inspanningen
Stretchen (functioneel)
Lichaamshygiëne
Evaluatie eigen les
1.9 Hartslagcontrole
Hoofdpijler= fysieke fitheid
Relatie uithouding- fitheid -gezondheid:
3