Hoorcollege: fysiologie van het kraambed
Kijk doelstellingen!! + foto’s ppt toevoegen!!
KRAAMBED
= postpartum = puerperium
Post = na, partus = bevalling
Wanneer: vanaf geboorte van de placenta en vliezen t.e.m. 6 weken na bevalling
Duur ziekehuisverblijf: 3-4 dagen (omw koste besparing)
vrouw moet zowel fysiek als mentaal herstelt zijn (pp kan dus bij sommigen langer
duren)
FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN (ontzwangeren en lactatie)
Ontzwangeren
Zwangerschapsveranderingen worden ongedaan gemaakt
Sommige verschijnselen verdwijnen pas na stoppen BV
Bv. hoogte baarmoeder
Sommige verschijnselen verdwijnen nooit helemaal
Bv. Lactinegehalte in bloed blijft tijdens borstvoeding, striemen
Lichaam voor ZS ≠ lichaam na ZS
Na +- 6w postnataal onderzoek (bij gynaecoloog of huisarts)
inwendig onderzoek om stand van baarmoeder na te kijken, bespreking
anticonceptie, bevindingen van het pp en ev. voorschrijven van postnatale kiné
Corpus uteri/uterus:
Baarmoeder groeit tijdens ZS (zakt daarna weer)
Gewicht baarmoeder postpartum: gewichtsverlies door afname hoeveelheid
cytoplasma, NIET door aantal spiercellen
o Na geboorte: 1 kg
o Na 1w: 300-500 g
o Na 3w: 100 g
o Na 8w: 70 g
Baarmoederinvolutie (BMI)
o Van abdominaal naar bekkenorgaan (zakken door
samentrekking van baarmoeder -> wordt kleiner)
o Snelheid en duur verschilt -> uitzetting
baarmoeder, hoeveelheid vruchtwater, …
o Dag 1 = navelhoogte
o Dag 10 = rond symfyse (schaambeenderen)
Wand uterus:
o Na geboorte: 5cm
o Myometrium, serosa aan buitenkant, decidua basalis aan binnenkant
Bloeddoorstroming:
o Verdwijnen van arteriën en venen
o Vasoconstrictie bloedvaten thv baarmoeder
o Bloedvatenstelsel blijft uitgebreider dan voor 1ste zwangerschap
gunstig voor volgende zwangerschappen
, Ligamenten zijn uitgerekt: (14 banden)
o Uterus kan makkelijk door volle blaas verplaatst worden -> BMI controle
belang lege blaas
o Einde postpartum: niet-zwangere lengte en tonus/banden herwonnen
Endometrium onmiddellijk na bevalling:
o Placenta-inplantingsplaats: wondvlakte zonder epitheellaag
o Stukjes decidua, necrotische weefselresten en bloed
o Lochia: ontdoen van afvalmateriaal (bloed, slijm, weefselresten)
Daarna ontstaat granulerend oppervlakte (voor nieuwe celgroei)
Na 7-8d re-epithelisatie door proliferatie
Binnen 10d is cavum uteri opnieuw met endometrium bekleed
Na 6w is ook placentabed (wonde) weer normaal
Vanaf 4w postpartum is nidatie (innesteling) opnieuw mogelijk (indien geen BV!)
Cervix/baarmoederhals:
Na bevalling: cervix en OUS dun, week, flodderig
o OUS = onderste uterus segment
Buitenste rand beschadigd (laterale zijde)
Cervicale opening wordt terug kleiner
Cervix wordt terug dikker en vormt kanaal
Na 1w: voor 1 vinger toegankelijk (= 1 – 1,5 cm)
Oude vorm keert niet terug: verschil nullipara/primipara en multipara (wijder en
spleetvormig)
OUS: wordt kleiner door contractie en retractie
Ovaria:
Tijdens ZS: negatieve feedback dankzij placentaire steroïden
hypofyse produceert weinig FSH en LH
geen follikelgroei kleine ovaria
Postpartum
o Geboorte placenta: negatieve feedback valt weg
terug menstruele cyclus en bevruchting weer mogelijk
o Borstvoeding: zoogstimulus neemt remmende werking over
ovariële activiteit blijft onderdrukt
o Geen borstvoeding: remmende werking valt weg
herstel menstruele cyclus: eisprong mogelijk vanaf 4w pp
Vagina:
Kijk doelstellingen!! + foto’s ppt toevoegen!!
KRAAMBED
= postpartum = puerperium
Post = na, partus = bevalling
Wanneer: vanaf geboorte van de placenta en vliezen t.e.m. 6 weken na bevalling
Duur ziekehuisverblijf: 3-4 dagen (omw koste besparing)
vrouw moet zowel fysiek als mentaal herstelt zijn (pp kan dus bij sommigen langer
duren)
FYSIOLOGISCHE VERANDERINGEN (ontzwangeren en lactatie)
Ontzwangeren
Zwangerschapsveranderingen worden ongedaan gemaakt
Sommige verschijnselen verdwijnen pas na stoppen BV
Bv. hoogte baarmoeder
Sommige verschijnselen verdwijnen nooit helemaal
Bv. Lactinegehalte in bloed blijft tijdens borstvoeding, striemen
Lichaam voor ZS ≠ lichaam na ZS
Na +- 6w postnataal onderzoek (bij gynaecoloog of huisarts)
inwendig onderzoek om stand van baarmoeder na te kijken, bespreking
anticonceptie, bevindingen van het pp en ev. voorschrijven van postnatale kiné
Corpus uteri/uterus:
Baarmoeder groeit tijdens ZS (zakt daarna weer)
Gewicht baarmoeder postpartum: gewichtsverlies door afname hoeveelheid
cytoplasma, NIET door aantal spiercellen
o Na geboorte: 1 kg
o Na 1w: 300-500 g
o Na 3w: 100 g
o Na 8w: 70 g
Baarmoederinvolutie (BMI)
o Van abdominaal naar bekkenorgaan (zakken door
samentrekking van baarmoeder -> wordt kleiner)
o Snelheid en duur verschilt -> uitzetting
baarmoeder, hoeveelheid vruchtwater, …
o Dag 1 = navelhoogte
o Dag 10 = rond symfyse (schaambeenderen)
Wand uterus:
o Na geboorte: 5cm
o Myometrium, serosa aan buitenkant, decidua basalis aan binnenkant
Bloeddoorstroming:
o Verdwijnen van arteriën en venen
o Vasoconstrictie bloedvaten thv baarmoeder
o Bloedvatenstelsel blijft uitgebreider dan voor 1ste zwangerschap
gunstig voor volgende zwangerschappen
, Ligamenten zijn uitgerekt: (14 banden)
o Uterus kan makkelijk door volle blaas verplaatst worden -> BMI controle
belang lege blaas
o Einde postpartum: niet-zwangere lengte en tonus/banden herwonnen
Endometrium onmiddellijk na bevalling:
o Placenta-inplantingsplaats: wondvlakte zonder epitheellaag
o Stukjes decidua, necrotische weefselresten en bloed
o Lochia: ontdoen van afvalmateriaal (bloed, slijm, weefselresten)
Daarna ontstaat granulerend oppervlakte (voor nieuwe celgroei)
Na 7-8d re-epithelisatie door proliferatie
Binnen 10d is cavum uteri opnieuw met endometrium bekleed
Na 6w is ook placentabed (wonde) weer normaal
Vanaf 4w postpartum is nidatie (innesteling) opnieuw mogelijk (indien geen BV!)
Cervix/baarmoederhals:
Na bevalling: cervix en OUS dun, week, flodderig
o OUS = onderste uterus segment
Buitenste rand beschadigd (laterale zijde)
Cervicale opening wordt terug kleiner
Cervix wordt terug dikker en vormt kanaal
Na 1w: voor 1 vinger toegankelijk (= 1 – 1,5 cm)
Oude vorm keert niet terug: verschil nullipara/primipara en multipara (wijder en
spleetvormig)
OUS: wordt kleiner door contractie en retractie
Ovaria:
Tijdens ZS: negatieve feedback dankzij placentaire steroïden
hypofyse produceert weinig FSH en LH
geen follikelgroei kleine ovaria
Postpartum
o Geboorte placenta: negatieve feedback valt weg
terug menstruele cyclus en bevruchting weer mogelijk
o Borstvoeding: zoogstimulus neemt remmende werking over
ovariële activiteit blijft onderdrukt
o Geen borstvoeding: remmende werking valt weg
herstel menstruele cyclus: eisprong mogelijk vanaf 4w pp
Vagina: