samenvatting HC farmacologie blok 1.2 vroedkunde

Hoorcollege: farmacologie
Kijk doelstellingen!!
DE VROEDVROUW EN GENEESMIDDELEN
Welke farmacon/geneesmiddelen moet ik toedienen/voorschrijven?

Dystocie = complicatie tijdens de BVL


Koninklijk besluit van 2018

 Naam geneesmiddel: stofnaam (/generische naam) of naam specialiteit (/merknaam)
o Stofnaam: afgeleid van de chemische naam (makkelijkere versie)
o Belang chemische formule: allergie bij bepaald middel -> vrouw niets geven
dat lijkt op deze formule
o Merknaam: bv. acetylsalicylzuur = stofnaam  aspirine = merknaam (®alleen
deze fabriek mag de naam gebruiken)
 Indicatie:
o de reden (Waarom heb ik dit nodig?)
o aandoening waarvoor het voorgeschreven wordt
 Posologie (dosis): Welke dosis voor juiste behandeling/effect
o Therapeutische breedte
o minimaal effectieve dosis
o maximaal toelaatbare dosis
o Halfwaardetijd
o T1/2, plateaufase ('steady state')
 Toedieningsweg: enteraal (mond), topisch (huid), parenteraal (infuus, injectie)
 Bijzondere zorgen
 Therapietrouw
 Verwerking door het lichaam
 Effect op het lichaam
 Contra-indicatie
 Bijwerkingen
 Interacties

, Waarom nodig?
Indicatie bij je patiënt (deel van wat een vv mag voorschrijven) -> nog niet vanbuiten (OG
wel)




Posologie
 Hoeveelheid/dosis? Frequentie?
 Inoefenen via verpleegkundig rekenen
 Gevolgen van een niet-correcte dosis
o Te weinig -> ziek blijven, koorts blijven maken
 Kan bacteriën niet volledig stilleggen
 Anticonceptie -> kans groter op ZS
o Te veel -> overdosis, felle bijwerkingen
 Ev. gevolg: maag laten leegpompen