Samenvatting Evidentie en onderzoek: Steekproef en populatie

Evidentie en onderzoek:

Steekproef en populatie:

Populatie (N):

 De grote N verwijst naar de populatie

Een populatie is de volledige verzameling van gevallen met bepaalde eigenschappen:

 Eindig  alle Belgische mannen
 Oneindig  temperatuuraflezingen
 Virtueel oneindig  populatie rode bloedcellen in menselijk lichaam

Onderscheid tussen:

 Doelpopulatie (target population)  doelgroep naar wie veralgemeend wordt
 Beschikbare populatie (accessible populatie)  waaruit de steekproef getrokken wordt

Steekproefdesign  externe validiteit:

 De externe validiteit verwijst naar de mate waarin het resultaat van het onderzoek
veralgemeenbaar is naar andere populaties dan de studiepopulatie

Steekproef (n):

 De kleine (n) verwijst naar de steekproef
 Een steekproef is een subset van de populatie die representatief is voor de totale
populatie
 Beschrijving van inclusie en exclusiecriteria
 Het werken met steekproeven is een praktische en efficiënte manier om gegevens te
verzamelen (soms beter dan te werken met de gehele populatie)
 Basisbekommernissen:
 Betrouwbaarheid
 Representativiteit

Betrouwbaarheid:

 Op basis van waarnemingen van enkele elementen  geen betrouwbare uitspraken over
de populatie
 De precisie neemt toe met de grootte van de steekproef



Representativiteit (= vertegenwoordiging):
Evidentie en onderzoek – Steekproef en populatie
1

,  Steekproef moet een goed beeld geven van de samenstelling van de populatie
 Mag geen onder- of oververtegenwoordiging zijn van bepaalde subgroepen uit die
populatie
 Een omvangrijke populatie is dus nog geen garantie voor representativiteit
 Een niet-representatieve steekproef wordt ook selecte steekproef genoemd  aanleiding
tot vertekening en verkeerde uitspraken over de populatie

Soorten steekproeven:

Niet-probabilistische steekproeven (niet-aselecte steekproeftrekking):

 Niet iedereen heeft kans om in de STK te worden opgenomen
 Gebrek aan representativiteit

Probabilistische steekproeven (aselecte steekproeftrekking):

 Komen de te onderzoeken eenheden per toeval in het onderzoek terecht

Niet-probabilistische wordt vaak gebruikt voor pilootstudies of in diepte kwalitatief
onderzoek:

 Maar bijna nooit representatief voor de populatie
 Bepaalde subgroepen zullen onder vertegenwoordigd zijn

Niet-probabilistische steekproeven:

Accidental sampling (gelegenheidsproef) – convenience sample:

 Men bevraagt de subjecten die toevallig aanwezig zijn

Quato sampling (quato trekking):

 Markt- en opinie enquetes
 Lever geen toevalsteekproef op (daarom te vermijden)
 Bij dergelijke methode goed meewerkende en gemakkelijk te contacteren personen in de
steekproef terecht komen
 Gevaar voor niet-representativiteit

Doel:

 = een steekproefverdeling die gelijkt op populatieverdeling
 Wel strata, maar geen toevalstrekking per strata




 De onderzoek probeert echter wel enige representativiteit in te bouwen door een bepaald
quota van subgroepen (overeenkomstig de populatie) op voorhand vast te leggen
Evidentie en onderzoek – Steekproef en populatie
2