meten Stap 1 Stap 2 Stap 3
lengte Vanaf 2,5-3j Vanaf 4 j Vanaf 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Duidelijke en grote verschillen Vraag onderzoeken “hoe lang/dik/hoog… is Vragen “welke is het langst & hoeveel groter is dit?”
Handelend vergelijken iets?” Geschikte maat (telvaardigheid kls)
Zintuigen Maateenheden (eigen lichaam, koordjes,…)
Maatbegrip
Let op bruikbaar-/zinvolheid
Oppervlakt Ruwe schatting Kwantitatief meten met natuurlijke Snel gemaakte meetfouten
e Ervaring vanuit eigen lichaam maateenheid Resultaat vergelijken
->exact meten is niet evident Geen foutmarge inlassen
Meetfouten toestaan
Geen foutmarge inlassen
Inhoud 2,3/3j (+4j) 4j 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Met eigen lichaam Stap 1 blijft aanwezig Vraag “in welke past het meest & hoeveel past er
Handelend ervaring opdoen Vraag “hoeveel past er in?” in?”
- Vormeloos materiaal Maateenheid Eenzelfde maateenheid alles meten
- Doorschijnend materiaal - Losse (telbare) eenheid Geschikte maat (taalvaardigheid kls)
- Dezelfde inhoud maar andere - Vormeloos materiaal
vorm (conservatie!) - Gevulde(afgestreken) eenheid
Gewicht 2,5-3j +4j 4j 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Eigen lichaam Vraag “hoe zwaar is iets?” Vraag “wat weegt het meest & hoeveel meer weegt
Voorwerpen sterk verschillen in Verschillende maateenheden gebruiken het?”
gewicht (knikkers, kastanjes,…) Geschikte maat (taalvaardigheid kls)
Bewaak gelijk gewicht vd maateenheid
Introductie weegschaap
lengte Vanaf 2,5-3j Vanaf 4 j Vanaf 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Duidelijke en grote verschillen Vraag onderzoeken “hoe lang/dik/hoog… is Vragen “welke is het langst & hoeveel groter is dit?”
Handelend vergelijken iets?” Geschikte maat (telvaardigheid kls)
Zintuigen Maateenheden (eigen lichaam, koordjes,…)
Maatbegrip
Let op bruikbaar-/zinvolheid
Oppervlakt Ruwe schatting Kwantitatief meten met natuurlijke Snel gemaakte meetfouten
e Ervaring vanuit eigen lichaam maateenheid Resultaat vergelijken
->exact meten is niet evident Geen foutmarge inlassen
Meetfouten toestaan
Geen foutmarge inlassen
Inhoud 2,3/3j (+4j) 4j 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Met eigen lichaam Stap 1 blijft aanwezig Vraag “in welke past het meest & hoeveel past er
Handelend ervaring opdoen Vraag “hoeveel past er in?” in?”
- Vormeloos materiaal Maateenheid Eenzelfde maateenheid alles meten
- Doorschijnend materiaal - Losse (telbare) eenheid Geschikte maat (taalvaardigheid kls)
- Dezelfde inhoud maar andere - Vormeloos materiaal
vorm (conservatie!) - Gevulde(afgestreken) eenheid
Gewicht 2,5-3j +4j 4j 5j
Kwalitatief Kwantitatief Kwantitatief
Eigen lichaam Vraag “hoe zwaar is iets?” Vraag “wat weegt het meest & hoeveel meer weegt
Voorwerpen sterk verschillen in Verschillende maateenheden gebruiken het?”
gewicht (knikkers, kastanjes,…) Geschikte maat (taalvaardigheid kls)
Bewaak gelijk gewicht vd maateenheid
Introductie weegschaap
