Samenvatting Practicum School en pedagogische psychologie 2 2e jaar TP

Practicum SPP




1

,1. Inleiding: diagnostiek in het SPP-werkveld
1.1. Normenblad




2

,2. Aanvullend onderzoek: Onderzoekshypothesen opstellen en toetsen
1.1. Denken/ Onderzoekstraject bepalen
Casus Basil: Intake
Hypothese: Zelfconcept
o 1) Hypothesen omzetten naar onderzoekshypothesen
 Toetsbaar maken
 Wat aan de hand meer dan waarom -> onderkennende
  Basil heeft laag zelfconcept/competentiebeleving op versch domeinen tov
leeftijdsgenoten
o 2) Onderzoeksmiddelen per hypothese selecteren
 Methoden voor het toetsen: klasobservatie, gesprekken met ouders/kind, andere
verslagen (dossierstudie), vragenlijsten, testmateriaal  Hier: vragenlijst = meeste
geschikt
 Onderzoeksmiddelen zoeken via: Prodia, Nederlands Jeugdinstituut, CAP, COTAN (enkel
via campus)
 Hier: CBSK via Prodia = meest geschikt
o 3) Opstellen toetsingscriteria
 Wanneer hoog of laag -> op voorhand bepalen
 A.d.h.v. handleiding
 Lage competentiebeleving voor bep domein als Pc-score lager is dan 15

1.2. Handelen: Onderzoekstraject voorstellen aan de cliënt
Filmpje:
+ Stickers als beloning, geruststelling kind (papa boven), vragen stellen
– Veel druk gelegd, veel aflezen, minder oogcontact, zichzelf niet voorgesteld, navragen of kind alles
begrijpt, duur vermelden
 Jezelf voorstellen, taal aanpassen, uitleggen wat je komt doen als PC, zorg dat duidelijk is, kind mag
onderbreken als nodig is Bv. Toilet, motiveren en geruststellen (fouten maken mag), waar papa of mama is,
geef tijdsinschatting

1.3. Handelen: Onderzoeksmiddelen afnemen
Afnemen + ruwe scores bepalen + omzetten in normscores
Achteraf: diagnostisch gesprek voeren (wat ervan vinden, doorvragen en concretiseren)
 Kan je mij daar eens iets meer over vertellen, waarom wel, waarom niet?
 Casus Basil oefening ruwe scores (zie ander blad)

Opdracht 1
Plan je afname van individuele examenopdracht 1 op tijd!
æ Zoek een testpersoon
æ Maak een afspraak voor de testafname
æ Bereid het gesprek en de testafname voor
Ÿ Bekijk de handleidingen in het leercentrum
Ÿ Bereid de introductie/het gesprekje (dat je moet opnemen!) voor
æ Afname
æ Verwerking afname:
Ÿ Scoren (Hiervoor moet je de handleidingen in het leercentrum inkijken)
Ÿ Schrijf je verslag

1.4. Casus Basil
Interpretatie:


3

, Onder 15 = afwijkend laag
 Ertussen = normaal
 Boven 85 = afwijkend hoog
 Zie filmpje

Verslag
 Naam test … meet …
 Verschillende schalen vermelden, wat inhoudt, betekenis
 Scores vermelden
 Hoog of laag (laag = betekent?)
 In vergelijking met … (normgroep)
 Hypothese weerleggen of niet
 Met tabel (zo hoef je geen scores te vermelden)

VOORBEELD VERSLAG
Er werd bij Basil de Competentiebelevingsschaal voor Kinderen afgenomen (CBSK). De CBSK geeft een indruk
van de wijze waarop een kind zichzelf ervaart en hoe hij/zij zijn eigen vaardigheden en/of adequaatheid op
een aantal relevante levensgebieden inschat. Uit de afname blijkt dat Basil zijn schoolse vaardigheden
afwijkend laag inschat in vergelijking met jongens van dezelfde leeftijd. Die negatieve beleving van zijn
schoolse competentie komt overeen met wat ouders en leerkracht reeds opmerkten (zie intake). Voor
gevoel van eigenwaarde scoort hij eveneens afwijkend laag. Voor de andere schalen (sportieve
vaardigheden, sociale acceptatie, fysieke verschijning en gedragshouding) scoort hij normaal t.o.v.
leeftijdsgenoten. We vermoeden dat de moeilijkheden op schools vlak een grote impact hebben op het
gevoel van eigenwaarde van Basil. De schaal ‘gevoel van eigenwaarde’ is immers een samenvattende schaal
die het zelfbeeld in het algemeen nagaat. (Resultaten zie tabel)




4

,3. Het CHC-model: Opstellen van een cignitief vaardigheidsprofiel




5

, 4. Aanmelding binnen de cluster ‘cognitief en intellectueel functioneren’ (P. 59)
Belangrijkste doel intakegesprek: Wie, wat, waarom + op gemak stellen + hulpvraag past bij wat je doet of
niet, doorverwijzen of niet

INTAKE
DOEL
- Systematisch informatie verzamelen
- Werkrelatie opbouwen
o = begin van alles
4 FASEN
- Voorbereiding van het gesprek
o Dossiers opvragen
- Inleiding van het gesprek
o Wie je bent
- Kern van het gesprek
- Afronding van het gesprek

1.1. Fase 1 voorbereiding
- Telefonische aanmelding (casus)
- Probeer in te leven in situatie
o Hoe zouden de ouders het gesprek ervaren?
o Welke motieven hebben ze?
o Zijn ze misschien ergens bang of boos voor
- Wat wil je zeker te weten komen!

1.2. Fase 2 Inleiding gesprek
Aanzet tot gespreksonderwerp
- “Zal ik eerst zeggen wat ik al weet? (…) Dat is wat ik vernomen heb via het telefonisch contact met de
school. Ik heb het niet van jullie zelf gehoord. Daarom zou ik graag van jullie horen wat jullie ervan
vinden.”
- “Ik heb de belangrijkste uitleg gegeven, nu wil ik graag aan jullie vragen waarom jullie naar hier zijn
gekomen.”
- “Wie wil graag starten?”
- “Nog dingen waarover jullie zich zorgen maken?”
- Aangeven dat je al bep. info hebt

1.3. Fase 3 Kern van het gesprek
- Verder uitdiepen van gespreksonderwerpen
- Nadat ouders/kind/jongere hun verhaal hebben gedaan, ga je klacht per klacht terug overlopen en
concretiseren
æ “Laten we nu even terug stil staan bij de verschillende dingen die jullie genoemd hebben…”
- Heel concreet tot in detail ingaan
- Info die je wil verzamelen
o Eerdere schoolse resultaten (dossier of vragen aan ouders/school of idee van)
o Hoe lang al bezig?
o Verwachtingen van ouders/kind
o Wanneer ontstaan?
o Eerder genomen maatregelen?
o Momenten waarop het wel goed loopt



6