kamer 4:
Uit welke vier elementen bestaat de visie op ontwikkelingsgericht muzikaal spel en geef van elk punt
een korte toelichting (4.6.1)
brede persoonsontwikkeling: muzikale activiteiten nemen een belangrijke plaats in naast spel, lees en
schrijfactiviteiten.
aansluiten bij belangstelling: een pakkende inleiding zorgt voor meer betrokkenheid.
leraar is partner en bemiddelaar: uitdagen om een stapje verder te denken, rondlopen, hoe beter de
activiteiten, hoe groter de kans op een brede ontwikkeling van de kinderen.
van spelactiviteit naar leeractiviteit: je leert er ook nog iets van, van een lied.
Op welke drie vaardigheden is een muziekhoek in de onderbouw gericht? (4.6.2)
luisteren, experimenteren en spelen met instrumenten.
Welke vier activiteiten wisselen elkaar af tijdens een muziekles en leg kort uit wat dit inhoudt? (4.6.3)
1. Receptie; luisteren en waarnemen.
2. Productie; zelf experimenteren met geluiden, klanken, muziekinstrumenten.
3. Reproductie; iets zingen of spelen dat iemand anders heeft bedacht.
4. Reflectie; praten over wat je hebt gehoord, gespeeld, gezongen.
Waarom is het belangrijk kinderen te laten experimenteren tijdens de muziekles? (4.7.1)
Hiermee bevorder je de creatieve ontwikkeling.
Wat verstaan we bij muziekles onder het ontwerpen van muziek? Geef twee vormen hiervan en leg uit
wat dit inhoudt. (4.7.2)
improviseren: De kinderen bedenken en spelen hun muziek tegelijk. DIt kan vrije improvisatie zijn, maar
vaak gaat het om het afmaken van een al bestaande melodie, een bestaand ritme of een bepaald beeld. Hierbij
kunnen dingen als de tijd, de maatsoort, de toonsoort of een bepaalde betekenis als afspraak worden gemaakt.
Componeren: De kinderen bedenken zelf muziek, ze leggen die vast (dat kan in grafische notatie) en voeren
die eventueel uit.
Geef enkele redenen waarom je kinderen ook met digitale middelen moet laten werken tijdens de
muziekles? (4.7.3)
succeservaringen
motivatie
experimenteren/benoemen technieken/resultaten delen mogelijk
vaardigheden verwerven
Wat houdt de ‘Van allen naar één’ methode in en waarom is dit een goede methode om toe te passen
tijdens het werken met instrumenten? (4.8)
Dat je de gehele groep betrekt bij het aanleren van een liedje. Zo zorg je ervoor dat alle leerlingen iets aan het
doen zijn en hierdoor wordt de betrokkenheid van de leerlingen groot. Iedereen maakt hetzelfde leerproces
mee, ze weten allemaal hoe je het fragment op een instrument moet spelen en kunnen dit later ook toepassen.
Eerst ritme met iedereen doen, daarna de helft van de klas ritme helft zingen, daarna 1 iemand ritme en rest
zingen.
Beschrijf drie manieren om ritmisch een lied te begeleiden (4.8)
Maatspel, afterbeat en liedversiering
Uit welke vier elementen bestaat de visie op ontwikkelingsgericht muzikaal spel en geef van elk punt
een korte toelichting (4.6.1)
brede persoonsontwikkeling: muzikale activiteiten nemen een belangrijke plaats in naast spel, lees en
schrijfactiviteiten.
aansluiten bij belangstelling: een pakkende inleiding zorgt voor meer betrokkenheid.
leraar is partner en bemiddelaar: uitdagen om een stapje verder te denken, rondlopen, hoe beter de
activiteiten, hoe groter de kans op een brede ontwikkeling van de kinderen.
van spelactiviteit naar leeractiviteit: je leert er ook nog iets van, van een lied.
Op welke drie vaardigheden is een muziekhoek in de onderbouw gericht? (4.6.2)
luisteren, experimenteren en spelen met instrumenten.
Welke vier activiteiten wisselen elkaar af tijdens een muziekles en leg kort uit wat dit inhoudt? (4.6.3)
1. Receptie; luisteren en waarnemen.
2. Productie; zelf experimenteren met geluiden, klanken, muziekinstrumenten.
3. Reproductie; iets zingen of spelen dat iemand anders heeft bedacht.
4. Reflectie; praten over wat je hebt gehoord, gespeeld, gezongen.
Waarom is het belangrijk kinderen te laten experimenteren tijdens de muziekles? (4.7.1)
Hiermee bevorder je de creatieve ontwikkeling.
Wat verstaan we bij muziekles onder het ontwerpen van muziek? Geef twee vormen hiervan en leg uit
wat dit inhoudt. (4.7.2)
improviseren: De kinderen bedenken en spelen hun muziek tegelijk. DIt kan vrije improvisatie zijn, maar
vaak gaat het om het afmaken van een al bestaande melodie, een bestaand ritme of een bepaald beeld. Hierbij
kunnen dingen als de tijd, de maatsoort, de toonsoort of een bepaalde betekenis als afspraak worden gemaakt.
Componeren: De kinderen bedenken zelf muziek, ze leggen die vast (dat kan in grafische notatie) en voeren
die eventueel uit.
Geef enkele redenen waarom je kinderen ook met digitale middelen moet laten werken tijdens de
muziekles? (4.7.3)
succeservaringen
motivatie
experimenteren/benoemen technieken/resultaten delen mogelijk
vaardigheden verwerven
Wat houdt de ‘Van allen naar één’ methode in en waarom is dit een goede methode om toe te passen
tijdens het werken met instrumenten? (4.8)
Dat je de gehele groep betrekt bij het aanleren van een liedje. Zo zorg je ervoor dat alle leerlingen iets aan het
doen zijn en hierdoor wordt de betrokkenheid van de leerlingen groot. Iedereen maakt hetzelfde leerproces
mee, ze weten allemaal hoe je het fragment op een instrument moet spelen en kunnen dit later ook toepassen.
Eerst ritme met iedereen doen, daarna de helft van de klas ritme helft zingen, daarna 1 iemand ritme en rest
zingen.
Beschrijf drie manieren om ritmisch een lied te begeleiden (4.8)
Maatspel, afterbeat en liedversiering
