Hoofdstuk 1: Theoretische omkadering
Anatomie en fysiologie: De huid
Functies van de huid
Bescherming tegen koude, hitte en irritatie.
Bescherming tegen druk, stoten, frictie.
Bescherming tegen effecten van chemische substanties.
Bescherming tegen invasieve van bacteriën en virussen door een dunne film of
zuurmantel die de hoornlaag van de opperhuid afschermt.
Bescherming tegen verlies van warmte en vocht door onder andere de talgproductie.
Verdediging tegen invaderende micro-organismen.
Absorptie van actieve bestanddelen.
Zweetsecretie
Thermoregulatie
Registratie van zintuigen
De structuur van de huid
Epidermis
Stratum corneum
Stratum Lucidum
Stratum granulosum
Stratum spinosum
Stratum basale
Dermis
Papillaire laag
Reticulaire laag
Hypodermis of Subcutaan weefsel
Wonden
Definitie wonden
= pathologische toestand waarbij weefsels onderling van elkaar gescheiden of
vernietigd zijn.
Gescheiden: gesloten wonde bloeduitstorting, blaar,…
Vernietigd: open wonde doorligwonde
= defect van de huid t.g.v. fysisch, mechanisch of thermische beschadiging, of van
een onderliggende stoornis.
, Wondgenezingsproces
Ontstekingsfase (0 tot 6 d)
= acute ontstekingsreactie en opruiming van dood weefsel & bacteriën.
o Vasodilatatie met bloeding
Capillaire druk daalt
Vocht in omgevende weefsel
Migratie RBL & BP vanuit bloedbaan naar wondgebied
o Vasoconstrictie: bloedverlies beperken
Coagulatie: bloedplaatjes stoppen bloedverlies Productie van
fibrinogeen
Afscheiding chemotactische stoffen
o Opruimfase
Dood weefsel + vreemde partikels en bacteriën, via fagocytose en
digestie door macrofagen en andere leukocyten,…
Debris resorberen via lymfe of als pus uit de wond gestoten
Gesloten wonde Open wonde
Zwelling door exsudaatvorming Wondvocht en bloed op de wonde
Roodheid en warmte t.g.v. Naderhand de structuur van een
vasodilatatie stolsel
Pijn door druk op zenuwvezels en Eventueel pijn door het openliggen
door ischemie van de huid
Proliferatie of granulatiefase (3 tot 24 d)
= vorming van nieuw bindweefsel en nieuwe bloedvaten
o Productie van collageen en elastine door fibroblasten wondbed vult zich
op
o Vorming van nieuwe capillairen die indringen in het zich nieuw vormend
collageennetwerk = neovascularisatie
o Rood korrelig aspect = granulatieweefsel
Maturatiefase (tot 6 mnd)
o Bindweefselreorganisatie
Collageenvezels sterker weefsel versterkt
o Wondcontractie
Fibroblasten myofibroblasten wondranden trekken samen
o Epithelialisatie
Vorming nieuwe epitheelcellen migreren over wondoppervlak
waterdicht afsluiten
Littekenvorming
= Diepere weefsellagen worden vervangen door bindweefsel of littekenweefsel
o Zacht en zwak
o Na 1 maand: hard, rood, dik en sterk
o Later: zacht, wit en soepel
, Types wondgenezing
Genezing per primam
o Zuivere wonde: geen necrose, contaminatie of vreemde lichamen
o Gladde wondranden
o Geen belemmerende factoren
Genezing per secundam
o Necrotiserende wonde, gecontamineerd of geïnfecteerd + eventueel
vreemde voorwerpen
o Vaker gescheurde wondranden
o Vaker geassocieerde aandoeningen
Regeneratieve wondgenezing in een oppervlakkige wond
o Enkel de opperhuid is beschadigd.
Indeling van de wonde
Uitzicht en vorm
o Diepte
oppervlakkige wonde
diepe wonde
o Continuïteit van de huid
Open wonde
Gesloten wonde
o Uitgebreidheid
Grootte
Oorzaak
o Traumatische wonden
Volgens uiterlijk (open/gesloten, deglovement/amputatie)
Volgens etiologie (mechanisch, thermaal, elektrisch, chemisch,
straling)
o Iatrogene wonden
Huid of andere structuren raken beschadigd bij bepaalde
diagnostische of therapeutische procedures
Wondgenezing berust vaak op
Regeneratie
Per primam
o Chronische wonden
Helen moeilijk tgv onderliggende factoren (belemmeren
wondgenezing)
Decubitus
Ulcera Cruris
Diabetesvoet
o Ulcera
Zweerwonden
Anatomie en fysiologie: De huid
Functies van de huid
Bescherming tegen koude, hitte en irritatie.
Bescherming tegen druk, stoten, frictie.
Bescherming tegen effecten van chemische substanties.
Bescherming tegen invasieve van bacteriën en virussen door een dunne film of
zuurmantel die de hoornlaag van de opperhuid afschermt.
Bescherming tegen verlies van warmte en vocht door onder andere de talgproductie.
Verdediging tegen invaderende micro-organismen.
Absorptie van actieve bestanddelen.
Zweetsecretie
Thermoregulatie
Registratie van zintuigen
De structuur van de huid
Epidermis
Stratum corneum
Stratum Lucidum
Stratum granulosum
Stratum spinosum
Stratum basale
Dermis
Papillaire laag
Reticulaire laag
Hypodermis of Subcutaan weefsel
Wonden
Definitie wonden
= pathologische toestand waarbij weefsels onderling van elkaar gescheiden of
vernietigd zijn.
Gescheiden: gesloten wonde bloeduitstorting, blaar,…
Vernietigd: open wonde doorligwonde
= defect van de huid t.g.v. fysisch, mechanisch of thermische beschadiging, of van
een onderliggende stoornis.
, Wondgenezingsproces
Ontstekingsfase (0 tot 6 d)
= acute ontstekingsreactie en opruiming van dood weefsel & bacteriën.
o Vasodilatatie met bloeding
Capillaire druk daalt
Vocht in omgevende weefsel
Migratie RBL & BP vanuit bloedbaan naar wondgebied
o Vasoconstrictie: bloedverlies beperken
Coagulatie: bloedplaatjes stoppen bloedverlies Productie van
fibrinogeen
Afscheiding chemotactische stoffen
o Opruimfase
Dood weefsel + vreemde partikels en bacteriën, via fagocytose en
digestie door macrofagen en andere leukocyten,…
Debris resorberen via lymfe of als pus uit de wond gestoten
Gesloten wonde Open wonde
Zwelling door exsudaatvorming Wondvocht en bloed op de wonde
Roodheid en warmte t.g.v. Naderhand de structuur van een
vasodilatatie stolsel
Pijn door druk op zenuwvezels en Eventueel pijn door het openliggen
door ischemie van de huid
Proliferatie of granulatiefase (3 tot 24 d)
= vorming van nieuw bindweefsel en nieuwe bloedvaten
o Productie van collageen en elastine door fibroblasten wondbed vult zich
op
o Vorming van nieuwe capillairen die indringen in het zich nieuw vormend
collageennetwerk = neovascularisatie
o Rood korrelig aspect = granulatieweefsel
Maturatiefase (tot 6 mnd)
o Bindweefselreorganisatie
Collageenvezels sterker weefsel versterkt
o Wondcontractie
Fibroblasten myofibroblasten wondranden trekken samen
o Epithelialisatie
Vorming nieuwe epitheelcellen migreren over wondoppervlak
waterdicht afsluiten
Littekenvorming
= Diepere weefsellagen worden vervangen door bindweefsel of littekenweefsel
o Zacht en zwak
o Na 1 maand: hard, rood, dik en sterk
o Later: zacht, wit en soepel
, Types wondgenezing
Genezing per primam
o Zuivere wonde: geen necrose, contaminatie of vreemde lichamen
o Gladde wondranden
o Geen belemmerende factoren
Genezing per secundam
o Necrotiserende wonde, gecontamineerd of geïnfecteerd + eventueel
vreemde voorwerpen
o Vaker gescheurde wondranden
o Vaker geassocieerde aandoeningen
Regeneratieve wondgenezing in een oppervlakkige wond
o Enkel de opperhuid is beschadigd.
Indeling van de wonde
Uitzicht en vorm
o Diepte
oppervlakkige wonde
diepe wonde
o Continuïteit van de huid
Open wonde
Gesloten wonde
o Uitgebreidheid
Grootte
Oorzaak
o Traumatische wonden
Volgens uiterlijk (open/gesloten, deglovement/amputatie)
Volgens etiologie (mechanisch, thermaal, elektrisch, chemisch,
straling)
o Iatrogene wonden
Huid of andere structuren raken beschadigd bij bepaalde
diagnostische of therapeutische procedures
Wondgenezing berust vaak op
Regeneratie
Per primam
o Chronische wonden
Helen moeilijk tgv onderliggende factoren (belemmeren
wondgenezing)
Decubitus
Ulcera Cruris
Diabetesvoet
o Ulcera
Zweerwonden