Beweging
DEEL 1: Inleiding en terminologie van de
bewegingsopvoeding
1 Inleiding
1.1 Algemene beginsituatie van de kleuter
ALGEMEEN
MOTORISCH
EXAMEN: Begrippen kunnen uitleggen, verwoorden hoe je het begrip in de klas
kan brengen
1
,1.2 Persoonlijkheidsvorming
Naarmate kinderen opgroeien, ontwikkelt hun persoonlijkheid. In alle gedrag kan
men 3 componenten onderscheiden:
- Een motorische of bewegingscomponent
- Een inzichtelijke of cognitieve component
- Een emotionele of affectief-dynamische component
Elk menselijk gedrag is een geheel van deze 3 componenten.
Wat is een lichaamsplan?
- Georganiseerd totaal van alle sensomotorische structuren die het
geautomatiseerd gedrag van de mens bepaald.
- In aanleg gegeven mogelijkheden, verworven motorische schema’s,
ervaringen, herinneringen
- Ontwikkeling prenataal én postnataal
- Automatisch of intuïtief
Wat is lichaamsbesef?
- Het bewust zijn van het eigen lichaam
- De informatie die het kind via waarnemingen heeft over zijn eigen
fysieke gestalte, bewegingen
- Ontwikkeling vanaf enkele maanden, gedurende je hele leven
- Zeer belangrijk om tot het leren van motorische vaardigheden te
komen
Wat is het lichaamsidee?
- Eigen mening tegenover de eigen lichamelijkheid in uitzicht en
mogelijkheden
- Subjectief/een interpretatie
- Het idee dei men heeft over het eigen kunnen, klopt niet altijd
- Ontwikkeling gedurende het hele leven
2
,3
, > Psychomotoriek:
- Eenheid tussen lichaam en geest (holistische visie)
- Situeert zich in de leer van menselijk bewegen
- Gaat uit van onderlinge relatie tussen lichaam, geest en omgeving
- Integratie van cognitief, emotioneel en motorisch aspect
In de psychomotoriek proberen we via het bewegen volgende zaken te
bereiken:
- Verwerven van ruimteperceptie: juiste waarneming van de ruimte en zich
hierbinnen oriënteren.
- Verwerven van lichaamsperceptie: juiste waarneming van het lichaam
- Verwerven van tijdsperceptie: juiste waarneming van tijd
Hoeveel tijd heb ik nodig om te vertragen voor het eind van de zaal,
zonder tegen de muur te botsen.
1.2.1 Motorische component: motorische ontwikkelingsstappen
> Ontwikkelingsstappen:
- Schetsen de wijze waarop kinderen doorgaans een bepaalde
bewegingsvaardigheid of een aspect van beweging verwerven
doorheen de kleuterleeftijd
Nagaan of het bewegingsgedrag van kleuters evolueert is nog
belangrijker dan te focussen op de ontwikkelstappen van hun
leeftijd
1.2.2 Cognitieve component: betrokkenheid
Kinderen zijn betrokken als ze geconcentreerd, tijdsvergeten
bezig zijn
- Zorg dat de aangeboden activiteit zich bevindt in de zone van naaste
ontwikkeling
- Bewegingsactiviteiten vragen net dat tikkeltje meer aandacht
- Omwille van de eigen veiligheid tonen kleuters spontaan meer alertheid en
activiteit
Betrokkenheid nagaan -> observeer en evalueer je kleuters
4
DEEL 1: Inleiding en terminologie van de
bewegingsopvoeding
1 Inleiding
1.1 Algemene beginsituatie van de kleuter
ALGEMEEN
MOTORISCH
EXAMEN: Begrippen kunnen uitleggen, verwoorden hoe je het begrip in de klas
kan brengen
1
,1.2 Persoonlijkheidsvorming
Naarmate kinderen opgroeien, ontwikkelt hun persoonlijkheid. In alle gedrag kan
men 3 componenten onderscheiden:
- Een motorische of bewegingscomponent
- Een inzichtelijke of cognitieve component
- Een emotionele of affectief-dynamische component
Elk menselijk gedrag is een geheel van deze 3 componenten.
Wat is een lichaamsplan?
- Georganiseerd totaal van alle sensomotorische structuren die het
geautomatiseerd gedrag van de mens bepaald.
- In aanleg gegeven mogelijkheden, verworven motorische schema’s,
ervaringen, herinneringen
- Ontwikkeling prenataal én postnataal
- Automatisch of intuïtief
Wat is lichaamsbesef?
- Het bewust zijn van het eigen lichaam
- De informatie die het kind via waarnemingen heeft over zijn eigen
fysieke gestalte, bewegingen
- Ontwikkeling vanaf enkele maanden, gedurende je hele leven
- Zeer belangrijk om tot het leren van motorische vaardigheden te
komen
Wat is het lichaamsidee?
- Eigen mening tegenover de eigen lichamelijkheid in uitzicht en
mogelijkheden
- Subjectief/een interpretatie
- Het idee dei men heeft over het eigen kunnen, klopt niet altijd
- Ontwikkeling gedurende het hele leven
2
,3
, > Psychomotoriek:
- Eenheid tussen lichaam en geest (holistische visie)
- Situeert zich in de leer van menselijk bewegen
- Gaat uit van onderlinge relatie tussen lichaam, geest en omgeving
- Integratie van cognitief, emotioneel en motorisch aspect
In de psychomotoriek proberen we via het bewegen volgende zaken te
bereiken:
- Verwerven van ruimteperceptie: juiste waarneming van de ruimte en zich
hierbinnen oriënteren.
- Verwerven van lichaamsperceptie: juiste waarneming van het lichaam
- Verwerven van tijdsperceptie: juiste waarneming van tijd
Hoeveel tijd heb ik nodig om te vertragen voor het eind van de zaal,
zonder tegen de muur te botsen.
1.2.1 Motorische component: motorische ontwikkelingsstappen
> Ontwikkelingsstappen:
- Schetsen de wijze waarop kinderen doorgaans een bepaalde
bewegingsvaardigheid of een aspect van beweging verwerven
doorheen de kleuterleeftijd
Nagaan of het bewegingsgedrag van kleuters evolueert is nog
belangrijker dan te focussen op de ontwikkelstappen van hun
leeftijd
1.2.2 Cognitieve component: betrokkenheid
Kinderen zijn betrokken als ze geconcentreerd, tijdsvergeten
bezig zijn
- Zorg dat de aangeboden activiteit zich bevindt in de zone van naaste
ontwikkeling
- Bewegingsactiviteiten vragen net dat tikkeltje meer aandacht
- Omwille van de eigen veiligheid tonen kleuters spontaan meer alertheid en
activiteit
Betrokkenheid nagaan -> observeer en evalueer je kleuters
4