Metabolisme en voeding: module 7:
Cholesterol vooral uit koolstof en waterstof: heel apolair molecule.
Is zeer slecht oplosbaar in zuiver water, goed oplosbaar in serum. Cholesterol lost niet op in
water, het is aanwezig als suspensie met hele kleine druppeltjes (lipoproteïnen).
Lipoproteïnen: grote zoals chylomicronen, HDL is dan weer heel klein. VLDL, LDL en LDL
liggen qua grootte hiertussen.
LDL partikel: uit membraanlipiden (1 laag) met membraanproteïne (apoB100), binnenin
zitten er cholesterol esters. Het apoB100 zorgt voor de adressering en bindt aan de
LDL-receptor.
Dierlijk cholesterol wordt in de dunne darm opgenomen, lever helpt via galzouten voor de
absorptie. De dunne darm verpakt ze tot chylomicronen. Die gaan via de lymfen naar het
bloed en zo naar het hart en dan rondgepompt. Naar het vetweefsel, daar zit het lipoproteïne
lipase: die verteert de chylomicronen: vrije vetzuren opnemen tot triglyceriden. De
cholesterol remnants blijven over en die gaan naar de lever. Lever maakt van overschotten
koolhydraten VLDL. Bij het eten van plantaardig materiaal krijgen we geen cholesterol
binnen en maakt de lever de novo cholesterol: mevalonaat weg. VLDL gaat naar het
vetweefsel, en lipoproteïne lipase neemt er weer de vrije vetzuren van af. LDL blijft over,
vervoeren cholesterol doorheen heel lichaam waar het nodig is. HDL haalt overtollig
cholesterol op uit de weefsels om terug te brengen naar de lever.
Contact tussen HDL en LDL: cholesterol van HDL naar LDL of VLDL: door het CETP
(cholesterol-ester-transfer-protein).
Belangrijkste lipoproteïnen:
chylomicronen voedings-triglyceride darm naar vetcellen lipoproteïnelipase
n en cholesterol
remnants voedingscholesterol periferie naar lever receptor-gemedieer
de endocytose
VLDL lever-triglyceriden lever naar vetcellen lipoproteïnelipase
en cholesterol
LDL cholesterol lever naar periferie receptor-gemedieer
de endocytose
HDL cholesterol periferie naar lever ABC transporters
Mechanismen van cholesterol-transport:
● ABC transporter: soort pomp, verbruikt ATP om vrije cholesterol op te nemen richting
HDL. HDL partikel bevat ook een enzym (LCAT) om er cholesterolesters van te
maken.
● BULK transport: in een klap heel veel cholesterol in de cel (vb. LDL receptor):
receptor gemedieerde endocytose. Binding van LDL op de receptor, opname via
coated pit (clathrin), endosoom versmelt dan met een lysosoom: maken er vrije
Kriekemans Kristiaan 1
Cholesterol vooral uit koolstof en waterstof: heel apolair molecule.
Is zeer slecht oplosbaar in zuiver water, goed oplosbaar in serum. Cholesterol lost niet op in
water, het is aanwezig als suspensie met hele kleine druppeltjes (lipoproteïnen).
Lipoproteïnen: grote zoals chylomicronen, HDL is dan weer heel klein. VLDL, LDL en LDL
liggen qua grootte hiertussen.
LDL partikel: uit membraanlipiden (1 laag) met membraanproteïne (apoB100), binnenin
zitten er cholesterol esters. Het apoB100 zorgt voor de adressering en bindt aan de
LDL-receptor.
Dierlijk cholesterol wordt in de dunne darm opgenomen, lever helpt via galzouten voor de
absorptie. De dunne darm verpakt ze tot chylomicronen. Die gaan via de lymfen naar het
bloed en zo naar het hart en dan rondgepompt. Naar het vetweefsel, daar zit het lipoproteïne
lipase: die verteert de chylomicronen: vrije vetzuren opnemen tot triglyceriden. De
cholesterol remnants blijven over en die gaan naar de lever. Lever maakt van overschotten
koolhydraten VLDL. Bij het eten van plantaardig materiaal krijgen we geen cholesterol
binnen en maakt de lever de novo cholesterol: mevalonaat weg. VLDL gaat naar het
vetweefsel, en lipoproteïne lipase neemt er weer de vrije vetzuren van af. LDL blijft over,
vervoeren cholesterol doorheen heel lichaam waar het nodig is. HDL haalt overtollig
cholesterol op uit de weefsels om terug te brengen naar de lever.
Contact tussen HDL en LDL: cholesterol van HDL naar LDL of VLDL: door het CETP
(cholesterol-ester-transfer-protein).
Belangrijkste lipoproteïnen:
chylomicronen voedings-triglyceride darm naar vetcellen lipoproteïnelipase
n en cholesterol
remnants voedingscholesterol periferie naar lever receptor-gemedieer
de endocytose
VLDL lever-triglyceriden lever naar vetcellen lipoproteïnelipase
en cholesterol
LDL cholesterol lever naar periferie receptor-gemedieer
de endocytose
HDL cholesterol periferie naar lever ABC transporters
Mechanismen van cholesterol-transport:
● ABC transporter: soort pomp, verbruikt ATP om vrije cholesterol op te nemen richting
HDL. HDL partikel bevat ook een enzym (LCAT) om er cholesterolesters van te
maken.
● BULK transport: in een klap heel veel cholesterol in de cel (vb. LDL receptor):
receptor gemedieerde endocytose. Binding van LDL op de receptor, opname via
coated pit (clathrin), endosoom versmelt dan met een lysosoom: maken er vrije
Kriekemans Kristiaan 1