Samenvatting Krachtig kijken naar kinderen en jongeren

Krachtig kijken naar kinderen en jongeren

H1: inleiding (7-8)

Rijke verwondering

Als professional is het de bedoeling dat je echt leert kijken naar kinderen en jongeren. We gaan
onderzoeken en ze observeren.

De pedagogiek van het kijken, luisteren en inspelen

We gaan krachtige kinderen bestuderen tijdens hun vrij spelen. We gaan aan de slag met de pedagogiek
van het kijken, luisteren en inspelen. Observeren doen we zo objectief mogelijk.



H2: spelen en het belang van spelen (10-21)

Waarom spelen kinderen?

Kinderen hebben een natuurlijke neiging tot spelen. Je speelt omdat je kind bent. Ieder kind heeft recht
op spelen. Ze worden geprikkeld door de omgeving.

- Spelen is plezierig

- Spelen is de wereld leren begrijpen en hoe ze daarin moeten handelen
 Leren hoe ze moeten reageren op anderen
- Spelen is ontsnappen aan de werkelijkheid
 fantasie
- Spelen is leren omgaan met onverwachte situaties
 verstoppertje
- Spelen is gevoelens en emoties uiten
 Ruzie tussen mama en papa naspelen

Vrij spelen is de focus en vertelt ons iets over:

- Ontdekkingsdrang, autonomie en creativiteit
- Belevingswereld van het kind: interesse en talenten
- Buurt, samenleving van het kind

Speelvormen

Baby:

- lichamelijk/bewegingsspelen (motorisch)
- tactiel spelen (sensorisch, zintuigelijk)

Peuter:

- Bewegingsspelen (ook leuk om dingen in beweging te zetten)
- Manipulatief/creatief spelen (handen gebruiken, coördinatie)
- Rollen/fantasiespelen (bv. Personage nadoen, doen alsof)


1

,Kleuter:

- Bewegingsspelen (ook leuk om dingen in beweging te zetten)
- Manipulatief/creatief spelen (handen gebruiken, coördinatie)
- Rollen/fantasiespelen (bv. Personage nadoen)
- Regelspelen (regels respecteren)

Lagereschoolkind:

- +
- Robinsonfase (bv. Kamp bouwen)
- Passieve activiteiten (bv. Lezen)
- Techniek
- Competitie

Jongere:

- +
- Peergroup
- Vaardigheden

Ook als je ouder wordt speel je nog, denk maar aan een escape room.

ABC van spelen: begrippen:

Activiteit is een samenhangend maar gevarieerd geheel van speelimpulsen en spelletjes die voorbereid
zijn door begeleiders. Een kwaliteitsvolle activiteit is een wisselwerking tussen speelimpulsen van
kinderen en de aangeboden speelimpulsen.

Activiteitenaanbod is het geheel van activiteiten dat door de begeleidersploeg wordt voorgesteld.

Begeleider is de volwassen persoon die de kinderen ondersteunt in hun spelen.

Spel is een activiteit die aan bepaalde regels is verbonden.

Spelen is plezier hebben zonder dat er een doel aan verbonden is.

Speelimpuls of prikkel is een kleine tussenkomst van een begeleider of van kinderen die het spelen
verrijkt.

Speelvisie is een pedagogische visie op spelen.

Spelend leren. Er is een speeldoel aanwezig, kinderen iets leren via spelen.

Verbreden van een spel, meer mogelijkheden toevoegen

Verdiepen van een spel, mogelijkheden afnemen, moeilijker maken.

Vrij spelen is het moment wanneer kinderen tijd krijgen om spontaan tot zelfgekozen spelen te komen.




2

, Spelen en ontwikkeling

- concentratie/enthousiasme
- Mogen experimenteren/ mislukken is niet erg
- Alles wat het kind kan steekt hij in de uitdaging
- Ontsnappen aan de werkelijkheid
- Omgaan met onverwachte situaties
- Verlies/winst
- Emoties uiten

Alle ontwikkelingsdomeinen komen aanbod, dus het kind is krachtig aan het spelen.
Ontwikkelingsdomeinen zijn nu minder belangrijk:

- Sociale ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
- Identiteitsontwikkeling
- Motorische ontwikkeling
- Zintuigelijke ontwikkeling
- taalontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling

4 ervaringsgebieden




FLOW




Uitdagend maar toch niet te uitdagend dat ze angstig
worden.

Vygotsky  de zone van de naaste ontwikkeling



3