Doelgroepen 1 Autismespectrumstoornis.
1. Inleiding
1.1. Terminologie
Het woord “autisme” is afgeleid van het Griekse
ASS = autismespectrumstoornis.
“autós”, wat in het Nederlands kan vertaald worden
Andere benamingen: naar “zelf”.
- pervasieve ontwikkelingsstoornis
- spectrum= reeks van verscheidenheden.
Het is een Neuro-biologische stoornis een Ontwikkelingsstoornis
Meer meisjes dan jongens : meisjes met autisme vaker onder de radar. Meisjes met autisme gedragen zich anders en ze
kunnen hun symptomen dikwijls beter maskeren.
2. Beeldvorming
2.1. Wat typeert deze doelgroep?
Kernprobleem = Sociaal-communicatieve beperkingen, stereotiep, repetitief gedrag en specifieke interesses
twee kerndomeinen van symptomen:
sociale communicatie/relaties en interactie
herhalingsgedrag of repetitief gedrag en specifieke interesses.
2.1.1. Persistente tekorten in sociale communicatie en sociale interactie
Sociale interactie
- weinig wederkerigheid (geen oogcc, lachen niet naar ouders,…)
- gebrekkig inzicht in sociale relaties
- en gebrekkig invoelings-/inlevingsvermogen
communicatie
- achterstand of een afwezigheid van taalontwikkeling Mensen met verstandelijke beperking
- een onvermogen om een gesprek te initiëren of te onderhouden
- stereotiep, repetitief taalgebruik en het letterlijk taalgebruik
- moeite om non-verbale taal zoals gebaren, gelaatsuitdrukkingen, intonatie te begrijpen
2.1.2. Repetitieve patronen van gedrag en specifieke interesses of
activiteiten.
- Moeite met veranderingen
- vast aan routines of bepaalde rituelen/gewoontes
- stereotiepe of beperkte, eenzijdige interesses
- stereotiepe motorische gedragingen zoals fladderen en wiegen
- Hyper- en hypogevoeligheid
Hypergevoeligheid kan tot 2 verschillende soorten
ervaringen leiden.
verwarring veroorzaakt door bepaalde
zintuiglijke prikkels;
fascinatie voor bepaalde prikkels.
1. Inleiding
1.1. Terminologie
Het woord “autisme” is afgeleid van het Griekse
ASS = autismespectrumstoornis.
“autós”, wat in het Nederlands kan vertaald worden
Andere benamingen: naar “zelf”.
- pervasieve ontwikkelingsstoornis
- spectrum= reeks van verscheidenheden.
Het is een Neuro-biologische stoornis een Ontwikkelingsstoornis
Meer meisjes dan jongens : meisjes met autisme vaker onder de radar. Meisjes met autisme gedragen zich anders en ze
kunnen hun symptomen dikwijls beter maskeren.
2. Beeldvorming
2.1. Wat typeert deze doelgroep?
Kernprobleem = Sociaal-communicatieve beperkingen, stereotiep, repetitief gedrag en specifieke interesses
twee kerndomeinen van symptomen:
sociale communicatie/relaties en interactie
herhalingsgedrag of repetitief gedrag en specifieke interesses.
2.1.1. Persistente tekorten in sociale communicatie en sociale interactie
Sociale interactie
- weinig wederkerigheid (geen oogcc, lachen niet naar ouders,…)
- gebrekkig inzicht in sociale relaties
- en gebrekkig invoelings-/inlevingsvermogen
communicatie
- achterstand of een afwezigheid van taalontwikkeling Mensen met verstandelijke beperking
- een onvermogen om een gesprek te initiëren of te onderhouden
- stereotiep, repetitief taalgebruik en het letterlijk taalgebruik
- moeite om non-verbale taal zoals gebaren, gelaatsuitdrukkingen, intonatie te begrijpen
2.1.2. Repetitieve patronen van gedrag en specifieke interesses of
activiteiten.
- Moeite met veranderingen
- vast aan routines of bepaalde rituelen/gewoontes
- stereotiepe of beperkte, eenzijdige interesses
- stereotiepe motorische gedragingen zoals fladderen en wiegen
- Hyper- en hypogevoeligheid
Hypergevoeligheid kan tot 2 verschillende soorten
ervaringen leiden.
verwarring veroorzaakt door bepaalde
zintuiglijke prikkels;
fascinatie voor bepaalde prikkels.