Les 1, 2, 3 en 5: Hoofdstuk 6: het zenuwstelsel
- Elk dier en wezen hebben een vorm van zenuwstelsel
- Meest complexe is die van de mens
- We gaan werken van microscopisch naar macroscopisch
6.1 overzicht van de functie en de structuur van het zenuwstelsel
6.1.1 anatomische opdeling van het zenuwstelsel
FOTO 1
2 grote delen:
- Centraal zenuwstelsel (CZS)
o Encephalon (hersenen) → wordt beschermd door schedel
o Medulla spinalis (ruggenmerg) → wordt beschermd door wervels
- Perifeer zenuwstelsel (PZS)
o 12 paar nervi craniales (hersenzenuwen)
o 31 paar nervi spinales (spinale zenuwen = ruggenmergzenuwen)
▪ 7 cervicale wervels
▪ 12 thoracale wervels
▪ 5 lumbale wervels
▪ 1 staartenbeen
,6.1.2 drie algemene functies van het zenuwstelsel
- Sensoriek
o = afferente info
o = input
o Locatie: PZS
o Sensoren of receptoren sturen informatie via afferente of sensorische banen
naar het CZS
- Integratie
o locatie: CZS
- Motoriek
o = efferente info
o = output
o Locatie: PZS
o CZS bestuurt effectoren via efferente of motorische banen
▪ Naar de skeletspieren = somatomotorische banen = bewuste
effectoren → somatomotorische zenuwstelsel
▪ Naar de gladde spiercellen, kliercellen en hartspiercellen = autonome
motorische banen = onbewuste effectoren → autonome zenuwstelsel
• Sympathische banen (fight or flight): door stress →
sympathische zenuwstelsel
• Parasympatische banen (rest & diggest) → parasympathisch
zenuwstelsel
Effectoren = klieren of spieren
Zenuwstelsel
- Centraal zenuwstelsel
- Perifeer zenuwstelsel
o Autonoom zenuwstelsel/ vegetatief zenuwstelsel
▪ Sympathische zenuwstelsel
▪ Parasympathische zenuwstelsel
o Somatomotorische zenuwstelsel
,Effectoren
- Bewuste effectoren
o Skeletspieren (bv: gewicht heffen)
- Onbewuste effectoren
o Klieren (bv: speeksel)
o Glad spierweefsel (bv: peristaltiek = darm knijpt samen om eten voort te
duwen)
o Hartspier
Oefening: verbind
- Afferent Receptor/ sensor
- Vegetatief Autonoom
- Willekeurig Somatisch
- Onwillekeurig
- Efferent
- Sympathisch
- M. biceps brachii
6.2 zenuwweefsel
- Matrix niet belangrijk
- 2 celsoorten
o Zenuwcellen = neuronen
▪ Functionele cellen
▪ Delen niet
o Steuncellen = neuroglia = gliacellen
▪ Kunnen geen prikkels doorgeven en ontvangen
▪ Kunnen wel delen
- 98% in CZS, 2% in PZS
, 6.2.1 neuronen
FOTO 2
- Neuron bestaat uit volgende onderdelen:
o 1 cellichaam = soma
o Duizenden dendrieten
o 1 axon
▪ Bedekt met myelineschedes
▪ Knopen van Ranvier
▪ Eindigt in synapsknopen
- Opgedeeld volgens ligging bestaan er 3 groepen neuronen
o Sensorische = afferente neuronen
o Schakelneuronen
o Motorische = efferente neuronen
Sensor = prikkel waarnemen
Pijltjes = info doorgeven
- Types van neuronen
- Zenuwweefsel delen we op in:
o Grijze stof
▪ = bundeling van cellichamen en dendrieten
o Witte stof
▪ = bundeling van parallel lopende axonen
▪ Myeline zorgt voor de witte kleur