Neurowetenschappen
Hoofdstuk 1: Inleiding
Neurowetenschappen = wat?
Neuro → Neuron = zenuwcel
• Hersenwetenschappen
o snel groeiende wetenschap
o omvat een enorm studiegebied nl.
→ van moleculen en cellen van het zenuwstelsel …
→ tot de relatie tussen hersenwerking en gedrag van mensen
→ oorzaken en behandeling van hersenaandoeningen
Doelstellingen:
• De student gebruikt correct neurologisch vakjargon (Nederlands en Latijn). (KENNIS, INZICHT)
• De student kent en begrijpt de bouw en werking van het zenuwstelsel. (KENNIS, INZICHT)
• De student stelt de reisweg van een partikel of zenuwprikkel zelf samen of selecteert en
ordent structuren van de reisweg. (INZICHT, TOEPASSING)
1. Algemene begrippen over cellen, weefsels en organen
Naast de bouw van het zenuwstelsel
= Anatomie → Neuroanatomie of histologie (weefsel)
ook aandacht naar de werking of functie
= Fysiologie → Neurofysiologie
en naar afwijkingen van bouw en werking
= Pathologie → Neurologie
Het menselijk lichaam is volgens een bepaalde hiërarchie opgebouwd:
1. Kleinste bouwsteen = de cel
2. Weefsel
-Spierweefsel: bewegen
-Bindweefsel: verbinden
-Zenuwweefsel: communiceren
-Dekweefsel: bedekken
3. Orgaan
4. Orgaanstelsel (bv. Ademhalingsstelsel)
, Wat meer uitleg…:
• Cellen: bestaan zelf nog uit verschillende onderdelen, maar vormen de kleinste functionele
eenheden van het lichaam bv. Neuron
• Weefsels: verzamelingen van gespecialiseerde cellen met een gemeenschappelijke functie
bv. Zenuwweefsel
• Organen: onderdelen van het lichaam met een specifieke functie, ze zijn opgebouwd uit
verschillende weefseltypes bv. Hersenen, ruggenmerg
• Orgaanstelsel: een groepering van organen die bij eenzelfde proces betrokken zijn bv.
Zenuwstelsel
2. Overzicht van het zenuwstelsel
→ kan ingedeeld worden
volgens topografie:
- centraal zenuwstelsel
- perifeer zenuwstelsel
volgens functie:
- willekeurig of somatisch zenuwstelsel
- onwillekeurig of autonoom zenuwstelsel
Grote hersenen
(telencephalon)
Tussenhersenen
(diencephalon)
Hersenen
(encephalon)
Hersenstam
Centraal ZS
(truncus cerebri)
Ruggenmerg
(medulla spinalis)
Delen van het Kleine hersenen
(cerebellum)
zenuwstelsel
Somatische ZS (ortho)sympatisch ZS
Perifeer zenuwstelsel:
craniale en spinale
zenuwen
Autonoom ZS parasympatisch ZS
Uitleg bij tekening:
Enterisch ZS
Medulla spinalis: medulla = merg en spina → Processus spinosus
(doornuitsteeksel wervel)
-Craniale zenuwen: cranum = schedel
-Spinale zenuwen: spina = ruggenmerg
,
Hoofdstuk 1: Inleiding
Neurowetenschappen = wat?
Neuro → Neuron = zenuwcel
• Hersenwetenschappen
o snel groeiende wetenschap
o omvat een enorm studiegebied nl.
→ van moleculen en cellen van het zenuwstelsel …
→ tot de relatie tussen hersenwerking en gedrag van mensen
→ oorzaken en behandeling van hersenaandoeningen
Doelstellingen:
• De student gebruikt correct neurologisch vakjargon (Nederlands en Latijn). (KENNIS, INZICHT)
• De student kent en begrijpt de bouw en werking van het zenuwstelsel. (KENNIS, INZICHT)
• De student stelt de reisweg van een partikel of zenuwprikkel zelf samen of selecteert en
ordent structuren van de reisweg. (INZICHT, TOEPASSING)
1. Algemene begrippen over cellen, weefsels en organen
Naast de bouw van het zenuwstelsel
= Anatomie → Neuroanatomie of histologie (weefsel)
ook aandacht naar de werking of functie
= Fysiologie → Neurofysiologie
en naar afwijkingen van bouw en werking
= Pathologie → Neurologie
Het menselijk lichaam is volgens een bepaalde hiërarchie opgebouwd:
1. Kleinste bouwsteen = de cel
2. Weefsel
-Spierweefsel: bewegen
-Bindweefsel: verbinden
-Zenuwweefsel: communiceren
-Dekweefsel: bedekken
3. Orgaan
4. Orgaanstelsel (bv. Ademhalingsstelsel)
, Wat meer uitleg…:
• Cellen: bestaan zelf nog uit verschillende onderdelen, maar vormen de kleinste functionele
eenheden van het lichaam bv. Neuron
• Weefsels: verzamelingen van gespecialiseerde cellen met een gemeenschappelijke functie
bv. Zenuwweefsel
• Organen: onderdelen van het lichaam met een specifieke functie, ze zijn opgebouwd uit
verschillende weefseltypes bv. Hersenen, ruggenmerg
• Orgaanstelsel: een groepering van organen die bij eenzelfde proces betrokken zijn bv.
Zenuwstelsel
2. Overzicht van het zenuwstelsel
→ kan ingedeeld worden
volgens topografie:
- centraal zenuwstelsel
- perifeer zenuwstelsel
volgens functie:
- willekeurig of somatisch zenuwstelsel
- onwillekeurig of autonoom zenuwstelsel
Grote hersenen
(telencephalon)
Tussenhersenen
(diencephalon)
Hersenen
(encephalon)
Hersenstam
Centraal ZS
(truncus cerebri)
Ruggenmerg
(medulla spinalis)
Delen van het Kleine hersenen
(cerebellum)
zenuwstelsel
Somatische ZS (ortho)sympatisch ZS
Perifeer zenuwstelsel:
craniale en spinale
zenuwen
Autonoom ZS parasympatisch ZS
Uitleg bij tekening:
Enterisch ZS
Medulla spinalis: medulla = merg en spina → Processus spinosus
(doornuitsteeksel wervel)
-Craniale zenuwen: cranum = schedel
-Spinale zenuwen: spina = ruggenmerg
,