Samenvatting interpreteren
Interpreteren les 1
Pedagogische wetenschappen?
Menswetenschappen
Gedrags-en maatschappijwetenschappen : pysch, soc, eco,…
Emprisch-analytisch Oorzaak-gevolg relaties
Causaal-analytisch Bv: burn-out
CAUSALITEIT – ERKLÄREN
Geesteswetenschappen : theologie, filosofie, rechten, …
Symbolische systemen
Betekenisvolle praktijken
Culturele praktijken
REDENEN – VERSTEHEN
Bv: burn-out (andere vraagstelling)
FOLEY
- Betekenissen = “data”
- ‘particularities’ (= unieke aspecten van situaties)
o In geneeskunde, fysica, … geen aandacht hiervoor zo veel mogelijk afstand
van particularities
o In geesteswetenschappen wel erg geïnteresseerd veralgemeenbaar???
- Belang v h perspectief van de onderzoeker VS uitschakelen persectief
o In gedrags-en maatschappijwetensch. zo ver mog weg van perspectief
o Bij geesteswetensch. kan je daar niet ver weg van
= juist KRACHT
Uit eigen beleving in andermans schoenen
!! moet je zelf ervaring hebben voor goede interpretatie of juist beter
niet??
- Expertise in humanities
o Wetenschap = specifiek = experts weten alles
o Geesteswetenschap = expert is degene die probeert te overtuigen
- ‘vooruitgang’
o Wetenschap = lineaire vooruitgang + eindpunt
o Geesteswetenschap ≠ lineair + geen eindpunt
,Interpreteren les 2) kwalitatief onderzoek ;
taalfiloosofisch kader
Ankerpunten : interviews en observaties + vooronderstellingen QRI
QRI
- Afnemen (spreken)
- Opnemen
- Transcriptie (= uitschrijven van opname)
- Analyse: coderen
- Rapporteren van bevindingen
typisch voorbeeld QRI: Givon & Court
Traditionele aanpak
o ‘first person account’
o ‘in their own words’
o ‘voice’
PACKER : objective study of subjectivity
MAAR
subjectiviteit?
vooronderstelling taal
CSI
1) QRI Gewone conversatie
2) Conduit methaphor of language
3) Coderen
4) Wittgenstein
5) Coderen
1) QRI CSI
Bv: websurvey
- Design/script: gestandaardiseerd
CSI
- Onderzoeker: neutrale houding
- ‘dezelfde stimuli’ zelfde respons
- Doel: valide en betrouwbare gegevens
MAAR…
Bv: op survey ‘mijn kind is vaak onrustig’
geldige meting?
‘Interactional troubels’
= geen interactie, dus je kan niet doorvragen
Flexibiliteit = heel groot voordeel
- Degene die echt willen standaardiseren hebben hier
probleem mee
- Wordt vergeleken met alledaagse conversatie
MAAR: dan is conversatie WEL gestructureerd
want: geokand, hiërarchie, met vreemde, interview is altijd voor
iemand anders, 1 vd 2 in gesprek is in speciale modus
, QRI
PACKER (P 24-26)
! uitgangspunt: QRI = joint production of meaning
- “data”/transcripties zijn altijd resultaat van specifieke setting
- Is niet zomaar verzamelen van gegevens
- Onderzoekssetting = speciaal: vraag naar reflectie
In praktijk echter?
Transcripties analyse
focus enkel op respondent
?? Is dat niet net de bedoeling?
Packer: hoe geeft QRI toegang tot subjectiviteit?
= specifieke wijze van ernaar te kijken
vooronderstellingen
- Ervaring zit verborgen ( en onderzoeker moet dit vinden)
- Woorden zijn uitdrukking van wat verborgen zit in persoon
2) conduit metaphor
Problematisch:
- Ervaringen kunnen gescheiden worden van woorden
- Vooronderstelling dat woorden betekenis hebben buiten context
- Communicatie gereduceerd tot het uitwisselen van boodschappen
- (afzonderlijke individuen)
fundamentele vraag: hoe is wat we ervaren verbonden met wat we zeggen?
+ Hoe verhouden woorden en betekenissen zich tot elkaar?
3) coderen
= tekstfragmenten worden geïsoleerd en gelabeld
Grounded theory (Glaser, Strauss, Corbin)
- Inductie
= op grond van empirische data
o ‘emerge’, ‘findings’
o Hoe? : constant comparative method
= vergelijken van transcripts
- Abstraction
= geheel wordt opgedeeld in apparte elementen (= incidents)
- Generalisation
= op zoek gaan naar gelijkenissen
!! schema toledo over p46
Interpreteren les 1
Pedagogische wetenschappen?
Menswetenschappen
Gedrags-en maatschappijwetenschappen : pysch, soc, eco,…
Emprisch-analytisch Oorzaak-gevolg relaties
Causaal-analytisch Bv: burn-out
CAUSALITEIT – ERKLÄREN
Geesteswetenschappen : theologie, filosofie, rechten, …
Symbolische systemen
Betekenisvolle praktijken
Culturele praktijken
REDENEN – VERSTEHEN
Bv: burn-out (andere vraagstelling)
FOLEY
- Betekenissen = “data”
- ‘particularities’ (= unieke aspecten van situaties)
o In geneeskunde, fysica, … geen aandacht hiervoor zo veel mogelijk afstand
van particularities
o In geesteswetenschappen wel erg geïnteresseerd veralgemeenbaar???
- Belang v h perspectief van de onderzoeker VS uitschakelen persectief
o In gedrags-en maatschappijwetensch. zo ver mog weg van perspectief
o Bij geesteswetensch. kan je daar niet ver weg van
= juist KRACHT
Uit eigen beleving in andermans schoenen
!! moet je zelf ervaring hebben voor goede interpretatie of juist beter
niet??
- Expertise in humanities
o Wetenschap = specifiek = experts weten alles
o Geesteswetenschap = expert is degene die probeert te overtuigen
- ‘vooruitgang’
o Wetenschap = lineaire vooruitgang + eindpunt
o Geesteswetenschap ≠ lineair + geen eindpunt
,Interpreteren les 2) kwalitatief onderzoek ;
taalfiloosofisch kader
Ankerpunten : interviews en observaties + vooronderstellingen QRI
QRI
- Afnemen (spreken)
- Opnemen
- Transcriptie (= uitschrijven van opname)
- Analyse: coderen
- Rapporteren van bevindingen
typisch voorbeeld QRI: Givon & Court
Traditionele aanpak
o ‘first person account’
o ‘in their own words’
o ‘voice’
PACKER : objective study of subjectivity
MAAR
subjectiviteit?
vooronderstelling taal
CSI
1) QRI Gewone conversatie
2) Conduit methaphor of language
3) Coderen
4) Wittgenstein
5) Coderen
1) QRI CSI
Bv: websurvey
- Design/script: gestandaardiseerd
CSI
- Onderzoeker: neutrale houding
- ‘dezelfde stimuli’ zelfde respons
- Doel: valide en betrouwbare gegevens
MAAR…
Bv: op survey ‘mijn kind is vaak onrustig’
geldige meting?
‘Interactional troubels’
= geen interactie, dus je kan niet doorvragen
Flexibiliteit = heel groot voordeel
- Degene die echt willen standaardiseren hebben hier
probleem mee
- Wordt vergeleken met alledaagse conversatie
MAAR: dan is conversatie WEL gestructureerd
want: geokand, hiërarchie, met vreemde, interview is altijd voor
iemand anders, 1 vd 2 in gesprek is in speciale modus
, QRI
PACKER (P 24-26)
! uitgangspunt: QRI = joint production of meaning
- “data”/transcripties zijn altijd resultaat van specifieke setting
- Is niet zomaar verzamelen van gegevens
- Onderzoekssetting = speciaal: vraag naar reflectie
In praktijk echter?
Transcripties analyse
focus enkel op respondent
?? Is dat niet net de bedoeling?
Packer: hoe geeft QRI toegang tot subjectiviteit?
= specifieke wijze van ernaar te kijken
vooronderstellingen
- Ervaring zit verborgen ( en onderzoeker moet dit vinden)
- Woorden zijn uitdrukking van wat verborgen zit in persoon
2) conduit metaphor
Problematisch:
- Ervaringen kunnen gescheiden worden van woorden
- Vooronderstelling dat woorden betekenis hebben buiten context
- Communicatie gereduceerd tot het uitwisselen van boodschappen
- (afzonderlijke individuen)
fundamentele vraag: hoe is wat we ervaren verbonden met wat we zeggen?
+ Hoe verhouden woorden en betekenissen zich tot elkaar?
3) coderen
= tekstfragmenten worden geïsoleerd en gelabeld
Grounded theory (Glaser, Strauss, Corbin)
- Inductie
= op grond van empirische data
o ‘emerge’, ‘findings’
o Hoe? : constant comparative method
= vergelijken van transcripts
- Abstraction
= geheel wordt opgedeeld in apparte elementen (= incidents)
- Generalisation
= op zoek gaan naar gelijkenissen
!! schema toledo over p46