Les 1: een begrippenkaart
1. Denkgereedschap
- Ethicus: denkgereedschappen
o Begrippen hanteren
o Concepten bedenken
o Argumenten geven
o Analysemodellen
▪ Zien waar zwakke plekken zitten
⇨ Mensen kunnen hierdoor effectiever
o Integriteitsvraagstukken benoemen
o Integriteitsvraagstukken analyseren
o Het perspectief verbreden
o Gecompliceerde verbanden ontrafelen
o Zoeken naar een oplossing
o Met anderen over integriteitsvraagstukken communiceren
- Ethiek is meer dan handelen -> wijze hoe we de wereld zien
o Zien
o Spreken
o Handelen
Begint op niveau 1, het juist zien
- We ZIEN niet altijd zuiver
o Moeilijk om helder te kijken naar complexe situaties
o Afhankelijk van hoe iets wordt ingepakt, gaan we het anders
bekijken
⇨ Grote rol voor media en journalisten -> reiken brillen en frames
aan
- We SPREKEN niet altijd zuiver
o Woorden veranderen je brein
▪ Moeilijkheden vs. uitdagingen
▪ Kritiek vs. feedback
▪ Zwarte vs. neger
o Woorden hebben kracht
1
, o Woorden zijn een filter
▪ ‘Omkoping en corruptie’ worden ‘transactiekosten en
fooi’
Doel cursus ethiek:
Aan de hand van het gebruik van denkgereedschappen komen tot een
antwoord dat:
- Breder
o Meer waarden proberen te realiseren, rekening houden met
meer belangen
- Dieper
o Meer rekening houden met verleden en gevolgen, op korte en
lange termijn
- Rijker
o Met meer perspectieven en alternatieven probeert rekening te
houden
- Beter verdedigbaar
o Beter bestand tegen kritiek om doordat het goed onderbouwd
is
2. Wat is ethiek?
2.1 Zedenkunde
- Geheel feitelijke actuele gewoonten (in een bepaald land)
o Bvb: in België met auto rijden, Oosterse landen niet
- Spreekt zich niet uit over goed of kwaad
- Eigenlijk geen ethiek
o Vb. Openbare zeden in het Westen is anders dan is het
Midden Oosten
- Hoort eigenlijk in de wereld van de sociologie
2.2 Ethiek = moraal
- Latijnse ‘mores’ -> zeden, gewoonten
- Subject voelt zich verplicht om zijn handelen af te stemmen op het
geheel van waarden en normen
- Verschil tussen waarden en normen
o Waarden:
▪ Iets wat een persoon of samenleving belangrijk vindt
▪ Iets om na te streven
▪ Meestal uitgedrukt in 1 woord
▪ Is algemeen
o Normen:
▪ De concrete invulling van de waarde
2
, ▪ Concrete richtlijnen, wetten, afspraken… waarin je de
achterliggende waarde probeert te realiseren
- Waardensysteem zit op achtergrond
- Gebaseerd op levensbeschouwing of ideologie
2.3 Moraalfilosofie of ethiek
- Ethiek is
o De reflectie op onze moraal, op de waarden en normen
o Waaraan wij onszelf en anderen ons moeten houden, geacht
ons te houden
o Bij de poging om ordening te brengen in het maatschappelijk
verkeer
3. De ethische vraag
-> Vragen rond goed en kwaad, waar dilemma’s aan te pas komen
- Op 4 niveaus:
o Niveau van de dagelijkse keuze
▪ Bvb: Naar de les gaan of in bed blijven?
o Niveau van principes en normen
▪ Bvb: Gsm uitzetten tijdens werkuren?
o Niveau van ‘goed mens’ te zijn
▪ Bvb: Wil ik apps maken die geld opbrengen of wereld
verbeteren
o Niveau van visie op het goede leven
▪ Bvb: app contact tracing, maakt goed of slechter?
3
, - In professionele leven -> 3 lagen van ethiek
o Beroepsethiek
▪ Hoe ga ik om met gegevens, privacy, deontologische
code…
o Bedrijfsethiek
▪ Welke normen gelden er in het bedrijf, wat is hun visie…
o Economische ethiek
▪ Hoe organiseren we de economie zodat die ten goede
komt aan zoveel mogelijk mensen, hoe duurzaam zijn,
hoe hergebruiken…
▪ Bvb: app: Too Good to Go
- Door wie of wat worden je waarden en normen beïnvloed?
o Vrienden/ familie
o Omgeving/ gemeenschap
o Cultuur
o Tijd
▪ Tijdsgeest
o Omgeving
▪ Maatschappelijke factoren (vb: land, ruimere cultuur,
geografische (regent het hier of niet?), uitgebreide
infrastructuur)
▪ Sociale factoren (vb: vrienden, klas, gezin…)
o Natuur
▪ Biologische factoren (vb: man/ vrouw, leeftijd)
▪ Psychische factoren (vb: ervaringen, emoties,
temperament, mate van verslaving, wat gaat er in uw
hoofd om?)
4