samenvatting AFP1

2. Avasculaire necrose
 Enkele botten in lichaam slecht doorbloed
 Door luxatie of fractuur bloedvoorziening van botstuk afscheurt zal dat stuk beenweefsel
afsterven door tekort aan bloedtoevoer (avasculair)
 Dode bot geleidelijk vervangen door nieuw zachter bot dat door steun en beweging
collaboreert en aanleiding geeft tot misvormd bot en aanhoudende pijn en artrose
 Avasculaire necrose thv femurhals en os scaphoideum
 Symptomen
o Aanslepende pijn thv heup of pols
 Diagnose
o NMR
o Botscintigrafie
 Behandeling
o Langdurig gipsimmobilisatie

2.1 Avasculaire necrose van het os scaphoideum
 Os scaphoideum slechte vascularisatie
 Fracturen kunnen bloedtoevoer onderbreken  avasculaire necrose van proximale
segment
 Fractuur os scaphoideum vrij frequent en vaak over hoofd gezien
 Kenmerken
o Pijn
o Verminderde dorsiflexie van pols
 Trauma meestal vol op pols in dorsiflexie
 Soms patiënt vaag bewust van trauma of waren klachten spontaan na enkele dagen
verdwenen
 Fractuur geneest niet en progressief verandert anatomie van corpus (callaps)
o Leidt tot artrose pols
 Vroegtijdige diagnose langdurige immobilisatie met gipsverband voldoenden
 Anders chirurgisch herstel
 Diagnose
o Botscintigrafie
o RX fractuur niet goed visualiseren

3. Logesyndroom of compartimentensyndroom
 Onderbeen en onderarm liggen heel wat spieren die omgeven zijn door spierfascia
 Stug kapsel
 Compartiment: groep spieren omgeven door spierfascia
o Bloedvaten
o Zenuwen
 Compartimentensyndroom of logesyndroom: door bloeding en zwelling kan verhoogde
druk in compartiment ontstaan
 Verhoogde druk veneuze bloedafvoer toegedrukt worden  druk meer toenemen 
afvalstoffen niet meer worden afgevoerd
o Milieu in afgesloten ruimte  zuurder  minder zuurstof bevatten
o Andere weefsels in afgesloten ruimte zullen afsterven
 Ontstaat na trauma of chirurgie of gesloten gips
 Symptomen
o Zeer erge pijn
o Paresthesieën  tintelingen hand of voet

, o Krachtverlies
o Verminderde actieve bewegelijkheid van vingers of tenen
o Gespannen aanvoelden lidmaat
o Pulsatie normaal
 Behandeling
o Preventief
 Hoogstaand
 Geen circulaire gips eerste dagen na trauma of operatie  bloeding en
zwelling toe laten
o Curatief
 Chirurgie

4. Vetemboolvorming
 Grote pijnbeenderen bevatten mergholte met beenmerg in midden in diafyse
 Beenmerg  groot deel vetweefsel
 Fractuur botten kunnen vetdeeltjes vrijkomen uit beenmerg en zich in bloedbaan begeven
 Vetembolen: vetpartikels die vrij in bloedbaan bewegen
 Voorkomen
o Snelle stabilisatie van fractuur
 Symptomen veroorzaakt door rondzwervende embooltjes
o Bewustzijnsstoornissen
o Dyspnee
o Huidbloedinkjes

4.1 Enkeldistorsio of omgeslagen voet
 Dunne laterale kapselapparaat van buitenkel gemakkelijk beschadigd door inversie,
plantaireflexie of endorotatie van voet ten opzichte van onderbeen
 Meestal uitrekking soms inscheuren gewrichtskapsel en ligamenten rondom
 Zeldzamere gevallen fractuur
 Belasting totaal onmogelijk is  drukpijn over dorsale zijde enkels  RX noodzakelijk
fractuur uit te sluiten
 Behandeling
o Drukverband
o Ijsapplicatie
o Relatieve rust
 Onmogelijkheid stappen  1 week rust en hoogstaand voet (rice regel)
o Klachten verbeteren na week immobilisatie  snel mogelijk onbelaste
oefeningen uitvoeren en staan en stappen hervatten
o Na week immobilisatie hematoom en aanhoudende pijn  bandrupuut en
immobilisatie 6 weken en daarna snel mogelijk oefentherapie




Traumatische weke delen letsels