Onderzoeksmethoden en dataverwerking 2021-2022
Module 4: data-analyse – beschrijvende statistiek,
normaalverdeling
Descriptieve statistiek
= relevante variabelen beschrijven en visualiseren, want data is maar gewoon data tot we er echt iets
mee doen
- Elke distributie (N=…) kan beschreven worden met: vorm, centrale tendens, variabiliteit
Relevant voor alle 3 de soorten onderzoek
Vormen van een distributie
- Scheef rechts – positief scheef (A)
o De meeste antwoorden klusteren aan de lage
kant
- Normaal verdeeld (B)
o De meeste scores vallen in het midden van de
figuur, er zijn weinig extremen
- Scheef links – negatief scheef (C)
Metingen van centrale verdeling
- Mode
o Score die het vaakste voorkomt in een verdeling (hoogste frequentie)
o Uni/bi/multi modaal? unimodaal = er komt maar 1 score het vaakst voor,
bimodaal = er zijn twee scores met de hoogste frequentie, multimodaal = er zijn
meerdere scores met de hoogste frequentie
o Voor nominale en ordinale variabelen!
- Mediaan
o Waarde in het midden van de verdeling evenveel scores boven de mediaan als
onder de mediaan
Oneven getal? de score in het midden!
Even getal? gemiddelde score van de twee middelste getallen
o Voordeel extreme resultaten hebben geen effect op de mediaan
o Gebruikt bij ordinale scores of scheve verdelingen
- Mean (gemiddelde)
o Som van alle scores, gedeeld door het aantal scores
o Het meest stabiel gaat minder fluctueren dan mode of mediaan
o Populatiegemiddelde = μ,
steekproefgemiddelde = X (met een streepje
boven)
o Formule:
1
Module 4: data-analyse – beschrijvende statistiek,
normaalverdeling
Descriptieve statistiek
= relevante variabelen beschrijven en visualiseren, want data is maar gewoon data tot we er echt iets
mee doen
- Elke distributie (N=…) kan beschreven worden met: vorm, centrale tendens, variabiliteit
Relevant voor alle 3 de soorten onderzoek
Vormen van een distributie
- Scheef rechts – positief scheef (A)
o De meeste antwoorden klusteren aan de lage
kant
- Normaal verdeeld (B)
o De meeste scores vallen in het midden van de
figuur, er zijn weinig extremen
- Scheef links – negatief scheef (C)
Metingen van centrale verdeling
- Mode
o Score die het vaakste voorkomt in een verdeling (hoogste frequentie)
o Uni/bi/multi modaal? unimodaal = er komt maar 1 score het vaakst voor,
bimodaal = er zijn twee scores met de hoogste frequentie, multimodaal = er zijn
meerdere scores met de hoogste frequentie
o Voor nominale en ordinale variabelen!
- Mediaan
o Waarde in het midden van de verdeling evenveel scores boven de mediaan als
onder de mediaan
Oneven getal? de score in het midden!
Even getal? gemiddelde score van de twee middelste getallen
o Voordeel extreme resultaten hebben geen effect op de mediaan
o Gebruikt bij ordinale scores of scheve verdelingen
- Mean (gemiddelde)
o Som van alle scores, gedeeld door het aantal scores
o Het meest stabiel gaat minder fluctueren dan mode of mediaan
o Populatiegemiddelde = μ,
steekproefgemiddelde = X (met een streepje
boven)
o Formule:
1
