VISSEN
• Agnatha = kaakloze vissen
- Slijmprikken (Myxini):
- Prikken (Petromyzontida)
• Chrondrichthyes = kraakbeenvissen
- Elasmobranchii
o Haaien (Selachii)
o Roggen (Batoidea)
- Holocephali = spook/draakvissen
• Osteichthyes = beenvissen
- Straalvinnigen (Actinopterygii)
- Waaiervinnigen (Sacropterygii)
o Coelacanths (Actinistia)
o Longvissen (Dipnoi)
AMFIBIEËN
- Ichthyostega = eerste amfibieën
• Kikkers en padden (anura)
• Salamanders (caudata/urodela)
• Wormsalamanders (apoda)
REPTIELEN
• Chelonia = schildpadden
• Lepidosauria = hagedissen en slangen
- Rhynchocephalia (brughagedissen = tautara’s)
- Squamata
o Sauria (hagedissen)
o Serpentes (slangen)
• Crocodylia = krokodillen en alligators
AVES
MAMMALIA
• Subklasse prototheria
- Orde Monotremata (eierleggende zoogdieren)
o Vogelbekdier, mierenegel, vachtegel
• Subklasse Theria
- Superode Metatheria
o Orde Marsupoalia (buideldieren)
- Superorde Eutheria (placentaire zoogdieren)
o Orde Primaten
Kirsten Van Gils