TOPIC 1 – PROBLEEMSTELLING EN
ONDERZOEKSVRAAG
Probleemstelling
Probleemstelling: concrete formulering van de vraag van de opdrachtgever
Vb. schoonheidsmerk heeft minder succes met nieuw product en vraagt zich af of het
gebruik van bekende gezichten een positieve impact zou hebben.
Onderzoeksvraag
Om goede onderzoeksvraag te kunnen formuleren à onderzoek door:
• Googelen
• Artikels lezen
• Inleidend werk lezen
• Databank zoeken en bestuderen
Verdiepen in onderwerp om:
• Weten invalshoeken te benaderen
• Deelonderwerpen uitvissen
Mogelijke bronnen:
• Google scholar
• Bib
• Databank bib: gopress, limo
Onderzoeksvraag: de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven
o Helder en scherp
o Haalbaar en realistisch
à niet te breed: door het bos de bomen niet meer zien
à niet te smal: geen diepgang en veel te kort onderzoek
Vb. Leidt het werken met bekende personen tot een betere merkpositionering?
Deelvragen
Deelvraag: onderzoeksvraag vaak te groot om in 1 keer te beantwoorden, om onderzoek
beter uit te voeren is het verstandig om het op te delen in deelvragen
Vb.
• Leidt het werken met bekende personen tot een hogere waardering van een
advertentie?
-1-
,• Leidt het werken met bekende personen tot een betere merkherkenning door de
consument?
• Leidt het werken met bekende personen tot een hogere koopintentie?
• Leidt het werken met bekende personen tot een stijgend koopgedrag?
-2-
, TOPIC 2 – OBSERVATIE
Inleiding
Observatie: kijken naar consumenten en registreren van handelingen. Alle
onderzoeksmethoden waarbij er feitelijk gedrag wordt bestudeerd
Voor en nadelen:
• Objectief
• Minder sociaal wenselijke antwoorden
• Volledigheid
• Breder toepasbaar
• Tijdrovend
• Oppervlakkige informatie: je weet niet WAAROM ze iets doen
• Schending van privacy
Vormen van observatie:
• Natuurlijk vs. Gemanipuleerde observatie
o Natuurlijke: vb. gewoon in de winkel terwijl je boodschappen doet
o Gemanipuleerde: vb. in een onderzoekscentrum, speciale kamer gemaakt
voor dit soort onderzoeken
• Gestructureerde vs. Ongestructureerde
o Gestructureerde: zorgvuldig vastleggen van de te volgen procedure
§ Bewegingshandeling: lopen – stilstaan – teruggaan
§ Oriëntatiehandeling: rondkijken – gericht kijken – bestuderen
§ Toenaderingshandeling: reiken naar – vastpakken – meenemen –
terugleggen
§ Gezichtsuitdrukking: verwonderd – vragend – nadenkend
§ Bijzondere handelingen: zet bril op – vergelijkt – vraag informatie –
leest verpakking
§ Duid aan op schaal van 1 tot 10 hoe verwonderd iemand is
o Ongestructureerde: geen voorbereiding, doe maar gewoon uw gang
• Direct vs. Indirect
o Direct: men gaat observeren terwijl het gedrag zich voortdoet. Bv als hij in
een winkel bezig is. Opgenomen op het moment dat het gedrag zich heef
gesteld
o Indirecte: gevolg van het gedrag observeren
dustbincheck: uit de vuilbak van de klant kijken, hierdoor kunnen ze veel te
weten komen. Hierdoor kunnen ze het resultaat van het gedrag observeren.
-3-
ONDERZOEKSVRAAG
Probleemstelling
Probleemstelling: concrete formulering van de vraag van de opdrachtgever
Vb. schoonheidsmerk heeft minder succes met nieuw product en vraagt zich af of het
gebruik van bekende gezichten een positieve impact zou hebben.
Onderzoeksvraag
Om goede onderzoeksvraag te kunnen formuleren à onderzoek door:
• Googelen
• Artikels lezen
• Inleidend werk lezen
• Databank zoeken en bestuderen
Verdiepen in onderwerp om:
• Weten invalshoeken te benaderen
• Deelonderwerpen uitvissen
Mogelijke bronnen:
• Google scholar
• Bib
• Databank bib: gopress, limo
Onderzoeksvraag: de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven
o Helder en scherp
o Haalbaar en realistisch
à niet te breed: door het bos de bomen niet meer zien
à niet te smal: geen diepgang en veel te kort onderzoek
Vb. Leidt het werken met bekende personen tot een betere merkpositionering?
Deelvragen
Deelvraag: onderzoeksvraag vaak te groot om in 1 keer te beantwoorden, om onderzoek
beter uit te voeren is het verstandig om het op te delen in deelvragen
Vb.
• Leidt het werken met bekende personen tot een hogere waardering van een
advertentie?
-1-
,• Leidt het werken met bekende personen tot een betere merkherkenning door de
consument?
• Leidt het werken met bekende personen tot een hogere koopintentie?
• Leidt het werken met bekende personen tot een stijgend koopgedrag?
-2-
, TOPIC 2 – OBSERVATIE
Inleiding
Observatie: kijken naar consumenten en registreren van handelingen. Alle
onderzoeksmethoden waarbij er feitelijk gedrag wordt bestudeerd
Voor en nadelen:
• Objectief
• Minder sociaal wenselijke antwoorden
• Volledigheid
• Breder toepasbaar
• Tijdrovend
• Oppervlakkige informatie: je weet niet WAAROM ze iets doen
• Schending van privacy
Vormen van observatie:
• Natuurlijk vs. Gemanipuleerde observatie
o Natuurlijke: vb. gewoon in de winkel terwijl je boodschappen doet
o Gemanipuleerde: vb. in een onderzoekscentrum, speciale kamer gemaakt
voor dit soort onderzoeken
• Gestructureerde vs. Ongestructureerde
o Gestructureerde: zorgvuldig vastleggen van de te volgen procedure
§ Bewegingshandeling: lopen – stilstaan – teruggaan
§ Oriëntatiehandeling: rondkijken – gericht kijken – bestuderen
§ Toenaderingshandeling: reiken naar – vastpakken – meenemen –
terugleggen
§ Gezichtsuitdrukking: verwonderd – vragend – nadenkend
§ Bijzondere handelingen: zet bril op – vergelijkt – vraag informatie –
leest verpakking
§ Duid aan op schaal van 1 tot 10 hoe verwonderd iemand is
o Ongestructureerde: geen voorbereiding, doe maar gewoon uw gang
• Direct vs. Indirect
o Direct: men gaat observeren terwijl het gedrag zich voortdoet. Bv als hij in
een winkel bezig is. Opgenomen op het moment dat het gedrag zich heef
gesteld
o Indirecte: gevolg van het gedrag observeren
dustbincheck: uit de vuilbak van de klant kijken, hierdoor kunnen ze veel te
weten komen. Hierdoor kunnen ze het resultaat van het gedrag observeren.
-3-