Samenvatting TOKLA I: nieuwe theorie + basiskennis

SAMENVATTING TOKLA I
SEMESTER I




Britt Moens
2E BACHELOR DGK

,VOORBEEN PAARD
INTRODUCTIECLIP

• Voorste lidmaat = schokdemper
• Achterste lidmaat = motor

VEREISTE BASISKENNIS

SCHOUDERGEWRICHT/BOEG

• Niet het meest proximale gewricht van voorste lidmaat

1. Humerus = opperarmbeen

• Caput humeri = boeggewricht
• Tuberculum majus
• Tuberculum minus
• Tuberculum intermedium
• Sulcus intertubercularis

2. Scapula = schouderblad

• Cavitas glenoidalis = kom voor boeggewricht
• Tuberculum supraglenoidale = knobbel dorsaal v cavitas glenoidalis
• Spina scapula met tuber spinae
• Fossa supra- & infraspinata
• Fossa subscapularis

,SCHOUDERSPIEREN



Spier Origo Insertio Innervatie

m. subscapularis Fossa Tuberculum n. suprascapularis
subscapularis minus

m. infraspinatus Fossa infraspinata Craniodistaal van n. suprascapularis
tuberculum majus



STREKKERS EN BUIGERS SCHOUDER




STREKKERS



Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. supraspinatus Fossa Tuberculum Enige strekker van Grote huisdieren:
supraspinata majus de schouder eindigt ook op
tuberculum minus

Nervus
suprascapularis

,m. coracobrachialis Processus Mediale zijde Buiger – strekker
coracoideus van humerus van de schouder afh
van de positie van
het gewricht


BUIGERS



Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. teres major Caudale rand Tuberositas Lett; grote ronde Paard, rund: kruist
scapula teres major spier m. corabrachialis
lateraal

Nervus axillaris

m. teres minor Caudale rand Tuberositas Nervus axillaris
scapula teres minor

m. deltoideus Tuberositas Driehoeksspier
deltoidea
2 delen:
Pars scapularis
Pars acromialis
Nervus axillaris

m. deltoideus pars Spina Tuberositas
scapularis scapulae deltoidea

m. deltoideus pars Acromion Tuberositas Paard, varken:
acromialis deltoidea geen acromion,
geen pars
acromialis

m. articularis Rand cavitas Collum Nervus axillaris Enkel bij paarden
humeri glenoidalis humeri (rudimentair)

m. biceps brachii Tuberculum Tuberositas Overbrugt zowel
supraglenoida radii schouder- als
le ellebooggewricht
Mediale
processus à elleboog buigen
coronoideus
à boeg strekken

m. triceps Overbrugt zowel
schouder- als
ellebooggewricht

,ROMP – VOORBEEN VERBINDINGSSPIEREN




M. SERRATUS VENTRALIS



Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. serratus ventralis Dwars Facies serrata Ventrale, getande Dieren in
uitsteeksels spier ademnood: wijd
Cartilago
C3 – C7 spreiden van
scapulae 2 delen:
voorbenen
1e 8 ribben
Cervicis
Thoracis




M. LATISSIMUS DORSI



Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. latissimus dorsi Tuberositas T5 – T7 tot Lett; breedste Grote dieren:
teres major laatste rugspier bedekt caudale
lumbaalwerve deel van cartilago
ls scapulae
Peesplaat =
oppervlakkig blad

, van fascia
thoracolumbalis


Nervus
thoracodorsalis




M. RHOMBOIDEUS



Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. rhomboideus Binnenzijde Spinaal Ruitvormige spier
cartilago uitsteeksels
craniale
rugwervels tot m. rhomboideus
T6 – T7 cervicis: zwaarder,
hecht vast op crista
axis


cervicale en
thoracale zenuwen




M. TRAPEZIUS
• Houdt schouderblad tegen romp
• Uitwendige schoftschouderband = pezige strook in verlengde van spina scapula richting
schoftstreek: zorgt ervoor dat m. trapezius de driehoek kan afsluiten


Spier Origo Insertio Bijzonderheden Diersoortspecifiek

m. trapezius Platte, brede spier
(onderhuids)


2 driehoeksspieren

m. trapezius pars Spina C2 – C3
cervicalis scapulae

m. trapezius pars Spina Ligamentum Nervus accessorius
thoracia scapulae supraspinale
van T3
T9 – T10