TECHNIEKEN
Fase 1
1
, Planten
Indeling van het plantenrijk
De groene wereld van de planten
Alle verschillende planten hebben een groene kleur door het bladgroen dat in de cellen van de planten zit.
Bladgroen speelt een belangrijke rol bij de fotosynthese.
Er zijn 500.000 verschillende soorten planten. Deze diversiteit in het plantenrijk kun je indelen in hoofd
en subgroepen, deze indeling is gebaseerd op de mate van verwantschap tussen de planten.
Wieren (algen)
Maken deel uit van de hoofdgroep, met de eenvoudigste bouw.
- Geen echte wortels
- Geen stengels
- Geen bladeren
Wieren maken hun eigen voedsel door fotosynthese, en leven vooral in het water.
- Eencellige wieren (algen) zo klein dat je ze alleen met de microscoop kunt zien.
- Meercellige wieren die lange draden vormen of zelfs bladachtige vormen hebben.
De flap= draadvormige wier.
➔ Eencellige wieren (microscopisch vergroot)
2
, ➔ Draadvormige wier
➔ Kranswier
Bruin blaaswier ->
De meest ideale plek voor boomalgen zou de noordwestelijke zijde van een boom moeten zijn.
Korstmossen
Grijsgroene korsten.
- Korstvormige soorten
- Bladvormige soorten
- Struikvormige soorten
Korstmos bestaat uit een:
- Schimmel
- Alg
Symbiose= beide organismen hebben een voordeel aan deze samenlevingsvorm. Wat hier ook het geval is
namelijk de samenlevingsvorm tussen de schimmel en de alg.
Een alg levert voedingstoffen aan de schimmel, die zelf geen voedingsstoffen kan maken uit zonlicht. Een
schimmel houdt vocht en mineralen vast, afkomstig uit de lucht en de regen, en beschermt de alg zo
tegen uitdroging.
Korstmossen worden gebruikt als een natuurlijke graadmeter voor de mate van luchtverontreiniging,
omdat deze gevoelig zijn voor vervuilende stoffen die in regenwater kunnen zitten.
3
, Mossen (sporendragers)
- Landplanten
- Hebben een vochtige leefomgeving nodig
Mossen hebben GEEN transportsysteem van vaatbundels waarmee ze water vanuit de bodem naar boven
kunnen transporteren.
Mossen hebben GEEN echte wortels.
Mossen hebben een soort haartjes waarmee ze zich aan de bodem vasthechten. (spelen geen rol bij de
wateropname)
Mossen nemen rechtstreeks water op via: hun dunne eenvoudige blaadjes.
Om de verdamping tegen te gaan groeien de mossen zo dicht bij elkaar. -> kussentjes
Als mossen tijdelijk met veel droogte hebben te maken lijken ze ‘dood’ te zijn maar als de kussentjes
opnieuw bevochtigd worden kunnen de planten gewoon weer verder te groeien.
Voortplanting: via sporendragers of sporenkapsels.
Sporen bestaan uit
- Erfelijk materiaal
- Omgeven door een omhulsel
Paardenstaarten (sporendragers)
- Aangepast aan een droger landleven.
Ze hebben:
- Echte wortels
- Bladeren
- Stengels
- Wasachtige laag (die de uitdroging tegen gaan)
- Vaatbundels (waarmee water en voedingstoffen door de plant kunnen worden getransporteerd)
- Houtachtig materiaal (dat zorgt voor de stevigheid)
Op de grens tussen twee leden bevindt zich een kans van blaadjes die ook weer geleed zijn.
Heermoes is een veelvoorkomende paardenstaartsoort.
Varens (sporendragers)
- Groeien uit een wortelstok
- Grote veernervige bladeren
Elk blaadje is weer vertakt in kleinere deelblaadjes
- De bovengrondse stengel is vrij klein en onopvallend
Aan de onderkant van de bladeren ontstaan sporendragers.
4