Gespreksvoering
1.Slecht nieuws melden
Slechtnieuwsgesprek = nieuws brengen dat de cliënt ervaart als slecht nieuws.
- Uitgangspunten:
o Onomkeerbaar en niet onderhandelbaar
o Ontvanger staat centraal
o Ontvanger bepaalt emotie
o Professioneel gesprek
1.Slechte nieuws brengen, reacties opvangen, vervolgacties
1. Kondig aan dat je slecht nieuws hebt (kort) (vb. ‘Ik heb slecht nieuws voor jou’)
o Indien nodig blijven herhalen
2. Vertel onmiddellijk het slechte nieuws
3. Wees dan even stil, zodat de info kan inwerken bij de cliënt
4. Geef de cliënt de ruimte om te reageren
5. Toon begrip voor de situatie
o Actief luisteren
o Inhoud parafraseren (vb. ‘Ik hoor je zeggen dat’)
o Gevoel reflecteren/weerspiegelen (vb. ‘Ik zie dat je verdrietig/boos bent’)
6. Cliënt eraan toe is → toelichting slechte nieuws
7. Wees dan even stil, laat de ander reageren
8. Samenvatten
9. Samen met cliënt bespreken wat het vervolg is (vb. We spreken volgende week nog eens af)
- Naam vernoemen!!!
Valkuilen
- Vermijd uitstelgedrag
- Boodschap vermijden in te pakken
- Vermijden onduidelijke of onvolledige boodschap
- Vermijden om te veel in te gaan op inhoudelijke aspecten
- Vermijden om te reageren met contra-emotie (vb. ookal eens meegemaakt, er zijn ergere dingen)
- Vermijden om te bagatelliseren (vb. het is niet belangrijk)
- Vermijden om te snel oplossingen aan te brengen
- Geduld hebben, niet doordrammen
- Vragen of de cliënt de boodschap heeft begrepen of vragen of de cliënt de boodschap wilt herhalen
1.Slecht nieuws melden
Slechtnieuwsgesprek = nieuws brengen dat de cliënt ervaart als slecht nieuws.
- Uitgangspunten:
o Onomkeerbaar en niet onderhandelbaar
o Ontvanger staat centraal
o Ontvanger bepaalt emotie
o Professioneel gesprek
1.Slechte nieuws brengen, reacties opvangen, vervolgacties
1. Kondig aan dat je slecht nieuws hebt (kort) (vb. ‘Ik heb slecht nieuws voor jou’)
o Indien nodig blijven herhalen
2. Vertel onmiddellijk het slechte nieuws
3. Wees dan even stil, zodat de info kan inwerken bij de cliënt
4. Geef de cliënt de ruimte om te reageren
5. Toon begrip voor de situatie
o Actief luisteren
o Inhoud parafraseren (vb. ‘Ik hoor je zeggen dat’)
o Gevoel reflecteren/weerspiegelen (vb. ‘Ik zie dat je verdrietig/boos bent’)
6. Cliënt eraan toe is → toelichting slechte nieuws
7. Wees dan even stil, laat de ander reageren
8. Samenvatten
9. Samen met cliënt bespreken wat het vervolg is (vb. We spreken volgende week nog eens af)
- Naam vernoemen!!!
Valkuilen
- Vermijd uitstelgedrag
- Boodschap vermijden in te pakken
- Vermijden onduidelijke of onvolledige boodschap
- Vermijden om te veel in te gaan op inhoudelijke aspecten
- Vermijden om te reageren met contra-emotie (vb. ookal eens meegemaakt, er zijn ergere dingen)
- Vermijden om te bagatelliseren (vb. het is niet belangrijk)
- Vermijden om te snel oplossingen aan te brengen
- Geduld hebben, niet doordrammen
- Vragen of de cliënt de boodschap heeft begrepen of vragen of de cliënt de boodschap wilt herhalen