Verklaringsmodellen 1
Inleiding
Grondlegger Nagy [Notch]
Contextueel denken = kijken naar de menselijke relaties vanuit 4 dimensies.
Gelaagd kijken
1.Dimensie 1: De objectiveerbare feiten
- Objectiveerbare feiten (vb. blauwe ogen)
o Zwart/wit denken
o Cultuurgebonden (vb. kind draait met ogen → westers: hyperventileren, mama: duivel)
1. Biologisch/medisch kader:
o Geslacht, leeftijd, geboorte, dood, ziekten,…
2. Financieel/materieel kader:
o Gezinsinkomen/schulden, onderwijs, arbeid, armoede,…
3. Wettelijk/juridisch kader:
o Getrouwd/samenwonen, nationaliteit, wettelijke kinderen,…
4. Economisch/ecologisch kader:
o Laag/hoogconjunctuur (goede/slechte tijden crisis), milieuomstandigheden,…
5. Sociologisch/cultureel kader:
o Relatie- en samenlevingsvormen (broer, halfbroer,…), huidskleur,…
6. Historisch kader:
o Vroegere, huidige, toekomstige (vb. vroeger makkelijk rondkomen met één loon)
7. Religieus/spiritueel kader:
o Geloof, godsdienst,…
1.Aandachtspunten
- Intergenerationeel verkennen = minstens 3 generaties (vb. kind, ouders, grootouders)
- Sommige feiten → onrecht:
o Verdelend onrecht = onrecht waar niemand schuldig/verantwoordelijk is. (vb. ziekte)
o Verdelgend onrecht = onrecht dat door mensen is aangedaan. (vb. mishandeling)
- Existentiële tegenstellingen tussen familieleden (vb. ouders vinden dat grootouders niet goed voor
hen zorgde → kind vind dat ouders niet goed voor hem/haar zorgt)
, 2.Hoe feiten verkrijgen?
- Traag
- Laagje per laagje (gelaagd kijken)
- Kansen grijpen om linken te leggen naar andere dimensies
3.Een ontmoeting
- Cliënt komt in verbinding met anderen:
o Cliënt zijn/haar verhaal is verbonden met dat van anderen
o Elk familielid laten aanbod komen
o Iemand vind cliënt de moeite waard om er tijd voor te nemen/te beluisteren
- Relatieopbouw
- Anamnese en informatie-doorstroom:
o Praten MET cliënt, niet OVER cliënt
- Cliënt wordt in zijn waarde gezien:
o Cliënt = meer dan dossier/nummer
- Cliënt komt in verbinding met zichzelf:
o Cliënt zijn verhaal is uniek
o Cliënt is de moeite waard om tijd voor te nemen/te beluisteren
4.Pas op!
- Laat je verwonderen door het unieke van elk levensverhaal
- Niet te snel stoppen → hoe meer info je krijgt, hoe meer vragen je stelt
- Luister naar de cliënt → Niet Invullen Voor Een Ander
5.Genogram
- Genogram = een soort stamboom met de gezins- en familierelaties.
Man Vrouw Geboorte/Overlijdend Onbekend Gehuwd Samenwonend
Niet samenwonend Gehuwd: breuk/scheiding Samenwonend: breuk Niet samenwonen: breuk
Kinderen Tweeling: eeneiig Tweeling: twee-eiig Zwangerschap Miskraam
Abortus Doodgeboren kind Kind kort leven Gehandicapt kind: jongen – meisje
Inleiding
Grondlegger Nagy [Notch]
Contextueel denken = kijken naar de menselijke relaties vanuit 4 dimensies.
Gelaagd kijken
1.Dimensie 1: De objectiveerbare feiten
- Objectiveerbare feiten (vb. blauwe ogen)
o Zwart/wit denken
o Cultuurgebonden (vb. kind draait met ogen → westers: hyperventileren, mama: duivel)
1. Biologisch/medisch kader:
o Geslacht, leeftijd, geboorte, dood, ziekten,…
2. Financieel/materieel kader:
o Gezinsinkomen/schulden, onderwijs, arbeid, armoede,…
3. Wettelijk/juridisch kader:
o Getrouwd/samenwonen, nationaliteit, wettelijke kinderen,…
4. Economisch/ecologisch kader:
o Laag/hoogconjunctuur (goede/slechte tijden crisis), milieuomstandigheden,…
5. Sociologisch/cultureel kader:
o Relatie- en samenlevingsvormen (broer, halfbroer,…), huidskleur,…
6. Historisch kader:
o Vroegere, huidige, toekomstige (vb. vroeger makkelijk rondkomen met één loon)
7. Religieus/spiritueel kader:
o Geloof, godsdienst,…
1.Aandachtspunten
- Intergenerationeel verkennen = minstens 3 generaties (vb. kind, ouders, grootouders)
- Sommige feiten → onrecht:
o Verdelend onrecht = onrecht waar niemand schuldig/verantwoordelijk is. (vb. ziekte)
o Verdelgend onrecht = onrecht dat door mensen is aangedaan. (vb. mishandeling)
- Existentiële tegenstellingen tussen familieleden (vb. ouders vinden dat grootouders niet goed voor
hen zorgde → kind vind dat ouders niet goed voor hem/haar zorgt)
, 2.Hoe feiten verkrijgen?
- Traag
- Laagje per laagje (gelaagd kijken)
- Kansen grijpen om linken te leggen naar andere dimensies
3.Een ontmoeting
- Cliënt komt in verbinding met anderen:
o Cliënt zijn/haar verhaal is verbonden met dat van anderen
o Elk familielid laten aanbod komen
o Iemand vind cliënt de moeite waard om er tijd voor te nemen/te beluisteren
- Relatieopbouw
- Anamnese en informatie-doorstroom:
o Praten MET cliënt, niet OVER cliënt
- Cliënt wordt in zijn waarde gezien:
o Cliënt = meer dan dossier/nummer
- Cliënt komt in verbinding met zichzelf:
o Cliënt zijn verhaal is uniek
o Cliënt is de moeite waard om tijd voor te nemen/te beluisteren
4.Pas op!
- Laat je verwonderen door het unieke van elk levensverhaal
- Niet te snel stoppen → hoe meer info je krijgt, hoe meer vragen je stelt
- Luister naar de cliënt → Niet Invullen Voor Een Ander
5.Genogram
- Genogram = een soort stamboom met de gezins- en familierelaties.
Man Vrouw Geboorte/Overlijdend Onbekend Gehuwd Samenwonend
Niet samenwonend Gehuwd: breuk/scheiding Samenwonend: breuk Niet samenwonen: breuk
Kinderen Tweeling: eeneiig Tweeling: twee-eiig Zwangerschap Miskraam
Abortus Doodgeboren kind Kind kort leven Gehandicapt kind: jongen – meisje