H1: Algemene situering
Fiscaal recht: geheel aan regels over heffing en invordering van belastingen
Nationaal publiek recht: regels tav burgers en overheid en overheid onderling
Waarom Belastingen? è België= verzorgingsstaat è zware belastingsdruk
Belasting: “Een bijdrage, opgelegd door openbare instellingen, voor de noodwendigheden van hun
diensten van algemeen nut, aan de personen of groepen die gevestigd zijn op het
grondgebied van die instellingen of die er belangen hebben, voor zover die bijdrage bij
wet of decreet als belasting erkend wordt.”
Bijdrage: BP dienen belastingen te voldoen door de betaling van een som geld
Opgelegd: verplichtend karakter van de bijdrage bij niet betaling vervolgingen mogelijk
Opgelegd door openbare instellingen: verschillende niveau’s
- Europees
- Federaal
- Regionaal
- Provincies, agglomeraties en de gemeenten
Voor de noodwendigheden van hun diensten van algemeen nut:
à Belastingen zijn bestemd. Op de algemene uitgaven van de overheid te dekken ≠ Retributie
(individueel aanwijsbaar voordeel)
Grondwettelijke beginselen belastingheffing
1. Legaliteitsbeginsel
2. Eenjarigheidsbeginsel
3. Gellijkheidsbeginsel
Indeling van de belastingen
1
,Casus:
• Els is getrouwd met Jonas . Els werkt als verpleegkundige en ze verdient € 3000,00 per
maand. Jonas is accountant in Leuven. Hij heeft een BV samen met zijn collega-
accountant.
• De ouders van Els zijn overleden bij een ongeval. Els heeft van haar ouders € 150 000,00
geërfd.
• In hun vrije tijd zijn ze aangesloten bij een tennisclub,waar ze vaak blijven “plakken”.
Waar haalt de overheid haar inkomsten
1. FISCALE INKOMSTEN (BELASTINGEN)
a) Directe belastingen (+/- 50 %)
n.a.v. verwerving van een inkomen
Vb: PB, VEN.B, RPB,…
b) Indirecte belastingen (+/- 45%)
n.a.v. materiële of juridische handeling
Vb: BTW, douanerechten, accijnzen, registratiebelasting…
2. NIET-FISCALE INKOMSTEN (+/- 5 %)
Vb: boetes, opbrengst aandelen/onroerend goed
Personenbelasting
= een belasting geheven op het totale inkomen van rijksinwoners
PB behoort tot de categorie van inkomstenbelastingen
à WIB 1992
Wetboek van inkomstenbelastingen 1992
2
,H2: Kenmerken Personenbelasting
Belastbaar tijdperk
• Belastbaar tijdperk (inkomstenjaar): jaar of gedeelte van het jaar waarin de BP belastbare
inkomsten heeft verkregen of behaald
• Aanslagjaar: jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden. In de PB is het
aanslagjaar in beginsel altijd het jaar dat volgt op het belastbare tijdperk
o Voorbeeld: inkomsten 2018 worden belast in het aanslagjaar 2019
Gezamenlijk belastbaar inkomen
• De PB die een rijksinwoner verschuldigd is wordt berekend op zijn wereldwijd inkomen.
o Belastingvrijstelling bepaald in overeenkomsten die België met vreemde staten heeft
gesloten ter voorkoming van dubbele belasting (met progressievoorbehoud).
• Categorieën van inkomsten met elk specifieke regels voor bepaling netto inkomen
Inidividuele of gemeenschappelijke aanslag? Het bepalen van de aanslagbasis in
gezinsverband
Gemeenschappelijke aangifte (art. 126 WIB ‘92)
§ Gehuwden
§ Wettelijk samenwonenden
à Gevolgen:
§ Eén aangifte
§ Gemeenschappelijke aanslag
§ Individuele berekening van de belasting
§ Eventuele toepassing huwelijksquotiënt
§ Invorderingsmogelijkheden op beide partners
3
, Individuele of gemeenschappelijke aanslag
Personenbelasting
= een persoonsgebonden belasting
§ Volledige decumul: elk individu wordt op zijn eigen inkomsten belast. Ook de gehuwden of
de wettelijk samenwonenden.
§ Gehuwden moeten dus eerst rekening houden met het huwelijksvermogensstelsel
§ Totale netto-inkomen van elke gehuwde of samenwonende partners =
§ De eigen beroepsinkomsten
§ De persoonlijk bepaalde diverse inkomsten
§ De op basis van het huwelijkscontract eigen onroerende of roerende
inkomsten
§ 50% van de gezamenlijke en onverdeelde inkomsten
Individuele of gemeenschappelijke aanslag
Afzonderlijke aangifte
§ Jaar van huwelijk/wettelijk samenwonen
§ Jaar van echtscheiding
§ Jaar volgend op het jaar van feitelijke scheiding
à Gevolgen:
§ Individuele aangifte en aanslag
§ Geen toepassing mogelijk van het huwelijksquotiënt
Keuze tussen individuele of gemeenschappelijke aanslag
§ Jaar van overlijden
• Keuze door langstlevende echtgenoot of door de erfgenamen
• Indien keuze voor gemeenschappelijke aanslag dan dient dit expliciet aangegeven te
worden zo niet wordt individuele aanslag toegepast.
Alleenstaanden
§ Alleenstaande dient linker kolom aangifte in te vullen. Aanslag wordt op naam van
de alleenstaande gevestigd
§ Fiscaal worden volgende personen als alleenstaande beschouwd:
• Gehuwde personen voor jaar van huwelijk/ jaar van verklaring van wettelijke
samenwoning voor wettelijk samenwonenden
4
Fiscaal recht: geheel aan regels over heffing en invordering van belastingen
Nationaal publiek recht: regels tav burgers en overheid en overheid onderling
Waarom Belastingen? è België= verzorgingsstaat è zware belastingsdruk
Belasting: “Een bijdrage, opgelegd door openbare instellingen, voor de noodwendigheden van hun
diensten van algemeen nut, aan de personen of groepen die gevestigd zijn op het
grondgebied van die instellingen of die er belangen hebben, voor zover die bijdrage bij
wet of decreet als belasting erkend wordt.”
Bijdrage: BP dienen belastingen te voldoen door de betaling van een som geld
Opgelegd: verplichtend karakter van de bijdrage bij niet betaling vervolgingen mogelijk
Opgelegd door openbare instellingen: verschillende niveau’s
- Europees
- Federaal
- Regionaal
- Provincies, agglomeraties en de gemeenten
Voor de noodwendigheden van hun diensten van algemeen nut:
à Belastingen zijn bestemd. Op de algemene uitgaven van de overheid te dekken ≠ Retributie
(individueel aanwijsbaar voordeel)
Grondwettelijke beginselen belastingheffing
1. Legaliteitsbeginsel
2. Eenjarigheidsbeginsel
3. Gellijkheidsbeginsel
Indeling van de belastingen
1
,Casus:
• Els is getrouwd met Jonas . Els werkt als verpleegkundige en ze verdient € 3000,00 per
maand. Jonas is accountant in Leuven. Hij heeft een BV samen met zijn collega-
accountant.
• De ouders van Els zijn overleden bij een ongeval. Els heeft van haar ouders € 150 000,00
geërfd.
• In hun vrije tijd zijn ze aangesloten bij een tennisclub,waar ze vaak blijven “plakken”.
Waar haalt de overheid haar inkomsten
1. FISCALE INKOMSTEN (BELASTINGEN)
a) Directe belastingen (+/- 50 %)
n.a.v. verwerving van een inkomen
Vb: PB, VEN.B, RPB,…
b) Indirecte belastingen (+/- 45%)
n.a.v. materiële of juridische handeling
Vb: BTW, douanerechten, accijnzen, registratiebelasting…
2. NIET-FISCALE INKOMSTEN (+/- 5 %)
Vb: boetes, opbrengst aandelen/onroerend goed
Personenbelasting
= een belasting geheven op het totale inkomen van rijksinwoners
PB behoort tot de categorie van inkomstenbelastingen
à WIB 1992
Wetboek van inkomstenbelastingen 1992
2
,H2: Kenmerken Personenbelasting
Belastbaar tijdperk
• Belastbaar tijdperk (inkomstenjaar): jaar of gedeelte van het jaar waarin de BP belastbare
inkomsten heeft verkregen of behaald
• Aanslagjaar: jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden. In de PB is het
aanslagjaar in beginsel altijd het jaar dat volgt op het belastbare tijdperk
o Voorbeeld: inkomsten 2018 worden belast in het aanslagjaar 2019
Gezamenlijk belastbaar inkomen
• De PB die een rijksinwoner verschuldigd is wordt berekend op zijn wereldwijd inkomen.
o Belastingvrijstelling bepaald in overeenkomsten die België met vreemde staten heeft
gesloten ter voorkoming van dubbele belasting (met progressievoorbehoud).
• Categorieën van inkomsten met elk specifieke regels voor bepaling netto inkomen
Inidividuele of gemeenschappelijke aanslag? Het bepalen van de aanslagbasis in
gezinsverband
Gemeenschappelijke aangifte (art. 126 WIB ‘92)
§ Gehuwden
§ Wettelijk samenwonenden
à Gevolgen:
§ Eén aangifte
§ Gemeenschappelijke aanslag
§ Individuele berekening van de belasting
§ Eventuele toepassing huwelijksquotiënt
§ Invorderingsmogelijkheden op beide partners
3
, Individuele of gemeenschappelijke aanslag
Personenbelasting
= een persoonsgebonden belasting
§ Volledige decumul: elk individu wordt op zijn eigen inkomsten belast. Ook de gehuwden of
de wettelijk samenwonenden.
§ Gehuwden moeten dus eerst rekening houden met het huwelijksvermogensstelsel
§ Totale netto-inkomen van elke gehuwde of samenwonende partners =
§ De eigen beroepsinkomsten
§ De persoonlijk bepaalde diverse inkomsten
§ De op basis van het huwelijkscontract eigen onroerende of roerende
inkomsten
§ 50% van de gezamenlijke en onverdeelde inkomsten
Individuele of gemeenschappelijke aanslag
Afzonderlijke aangifte
§ Jaar van huwelijk/wettelijk samenwonen
§ Jaar van echtscheiding
§ Jaar volgend op het jaar van feitelijke scheiding
à Gevolgen:
§ Individuele aangifte en aanslag
§ Geen toepassing mogelijk van het huwelijksquotiënt
Keuze tussen individuele of gemeenschappelijke aanslag
§ Jaar van overlijden
• Keuze door langstlevende echtgenoot of door de erfgenamen
• Indien keuze voor gemeenschappelijke aanslag dan dient dit expliciet aangegeven te
worden zo niet wordt individuele aanslag toegepast.
Alleenstaanden
§ Alleenstaande dient linker kolom aangifte in te vullen. Aanslag wordt op naam van
de alleenstaande gevestigd
§ Fiscaal worden volgende personen als alleenstaande beschouwd:
• Gehuwde personen voor jaar van huwelijk/ jaar van verklaring van wettelijke
samenwoning voor wettelijk samenwonenden
4