hyperFH1: Lage rugpijn en nekpijn
• Specifieke lage rugpijn: rugpijn met mogelijke ernstige onderliggende aandoeningen
➢ Lumbosacraal radiculair syndroom: vaak uitstraling in één been, neurologische prikkelings- of
uitvalverschijnselen, verandering van reflexen en bulging disk → zenuwwortel in de onderrug
bekneld.
➢ Test van Lasèque/ straight leg raise (uitkomstmaat is de herkenbare uitschietende pijn)
- Kin op borst, flexie heup en volledige extensie knie → filmpje
➢ Vingerbodemafstand test, meer dan 25 cm
• ICF + meetinstrumenten
➢ Functies en anatomische eigenschappen
NRS: pijnschaal van 0-10
➢ Activiteiten:
PSK: de 3 tot 5 belangrijkste klachten worden uitgekozen en op een schaal van 0-10
geplaatst. Met 10 is de activiteit absoluut niet meer mogelijk.
QBPDS: Quebec Back Pain Disability Scale: meet de mate waarin mensen met rugklachten
moeite hebben met hun dagelijkse activiteiten.
➢ Participatie: PSK
• Profiel 1: aspecifieke lage rugpijn met normaal beloop van herstel
Behandeling:
,• Profiel 2: aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop zonder dominante aanwezigheid van
psychosociale herstel belemmerende factoren
Behandeling:
• Profiel 3: aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop met dominante aanwezigheid van
psychosociale herstel belemmerende factoren
Behandeling:
• Nekpijn gradaties:
1. Graad I: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie en die niet of nauwelijks invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven.
2. Graad II: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, maar die wel een forse invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven.
3. Graad III: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, waarbij wel neurologische symptomen aanwezig zijn, zoals verminderde
peesreflexen, spierzwakte of sensibiliteitsstoornissen (hypo- of hyperesthesie) in de
bovenste extremiteit, bijvoorbeeld als gevolg van een cervicale hernia of stenose.
4. Graad IV: Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige structurele
pathologie. Ernstige structuren pathologie omvat (maar is niet beperkt tot): fracturen,
vertebrale dislocaties, schade aan het ruggenmerg, infecties, tumoren of systemische
ziekten, waaronder gewrichtsontstekingen.
• Meetinstrumenten:
➢ NPRS: numerieke pijn raiting schaal
➢ PSK: patiënt specifieke klachten
➢ FABQ: Fear Avoidance Beliefs Questionnaire
• Normaal beloop van nekpijn: als in de eerste zes weken na ontstaan de pijn afneemt en/of de
activiteiten en/of participatie toenemen.
• Afwijkend beloop: recidiverende nekpijn en nekpijn die langer duurt dan 6 weken
,
, MED-1: Degeneratie
• Rode vlaggen (niet uit hoofd leren maar heb er kennis van)
• Degeneratie → skelet
➢ Osteopenie: te kort aan botmassa
➢ Inadequate ossificatie: geen goede botvorming
➢ Vermindering botmassa begint rond de leeftijd van 30 en 40
➢ Osteoblast: is een cel die nieuwe botmassa opbouwt → activiteit begint af te nemen
➢ Osteoclast: is een cel die oude botmassa afbreekt → activiteit blijft gelijk
➢ Vrouwen verliezen +/- 8% van hun botmassa elk decennium
➢ Mannen verliezen +/- 3% van hun botmassa elk decennium
➢ Osteoporose: botdichtheid neemt af
➢ Vermindering van botmassa volstaat om normale
functie te kunnen uitvoeren
➢ Breekbare botten zijn waarschijnlijker te breken bij
blootstelling aan stressoren die jongere mensen
gemakkelijk kunnen verdragen
➢ Omvang van het verlies van sponsachtig botmassa
is gelijk aan het verlies aan compacte botmassa
➢ kan zich ook ontwikkelen als een neveneffect van
vormen van kanker → osteoclast -activerende
factor
• Degeneratie → gewricht
➢ Reuma: pijn en stijfheid van invloed op het bewegingsapparaat
➢ Artrose: schade aan kraakbeen
➢ Degeneratieve artrose = degeneratieve gewrichtsaandoening = DJD (degenerative joint
disease)
➢ Reumatoïde artritis (RA): gewrichten zijn ontstoken
➢ Jicht: ontstekingsziekte die wordt veroorzaakt door een te hoge urinezuurspiegel in je
lichaam. Het urinezuur hoopt zich op doordat de stofwisseling in je lichaam niet optimaal
verloopt. Daardoor kunnen er uraatkristallen ontstaan die neerslaan in of rondom je
gewrichten.
• Specifieke lage rugpijn: rugpijn met mogelijke ernstige onderliggende aandoeningen
➢ Lumbosacraal radiculair syndroom: vaak uitstraling in één been, neurologische prikkelings- of
uitvalverschijnselen, verandering van reflexen en bulging disk → zenuwwortel in de onderrug
bekneld.
➢ Test van Lasèque/ straight leg raise (uitkomstmaat is de herkenbare uitschietende pijn)
- Kin op borst, flexie heup en volledige extensie knie → filmpje
➢ Vingerbodemafstand test, meer dan 25 cm
• ICF + meetinstrumenten
➢ Functies en anatomische eigenschappen
NRS: pijnschaal van 0-10
➢ Activiteiten:
PSK: de 3 tot 5 belangrijkste klachten worden uitgekozen en op een schaal van 0-10
geplaatst. Met 10 is de activiteit absoluut niet meer mogelijk.
QBPDS: Quebec Back Pain Disability Scale: meet de mate waarin mensen met rugklachten
moeite hebben met hun dagelijkse activiteiten.
➢ Participatie: PSK
• Profiel 1: aspecifieke lage rugpijn met normaal beloop van herstel
Behandeling:
,• Profiel 2: aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop zonder dominante aanwezigheid van
psychosociale herstel belemmerende factoren
Behandeling:
• Profiel 3: aspecifieke lage rugpijn met een afwijkend beloop met dominante aanwezigheid van
psychosociale herstel belemmerende factoren
Behandeling:
• Nekpijn gradaties:
1. Graad I: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie en die niet of nauwelijks invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven.
2. Graad II: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, maar die wel een forse invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven.
3. Graad III: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, waarbij wel neurologische symptomen aanwezig zijn, zoals verminderde
peesreflexen, spierzwakte of sensibiliteitsstoornissen (hypo- of hyperesthesie) in de
bovenste extremiteit, bijvoorbeeld als gevolg van een cervicale hernia of stenose.
4. Graad IV: Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige structurele
pathologie. Ernstige structuren pathologie omvat (maar is niet beperkt tot): fracturen,
vertebrale dislocaties, schade aan het ruggenmerg, infecties, tumoren of systemische
ziekten, waaronder gewrichtsontstekingen.
• Meetinstrumenten:
➢ NPRS: numerieke pijn raiting schaal
➢ PSK: patiënt specifieke klachten
➢ FABQ: Fear Avoidance Beliefs Questionnaire
• Normaal beloop van nekpijn: als in de eerste zes weken na ontstaan de pijn afneemt en/of de
activiteiten en/of participatie toenemen.
• Afwijkend beloop: recidiverende nekpijn en nekpijn die langer duurt dan 6 weken
,
, MED-1: Degeneratie
• Rode vlaggen (niet uit hoofd leren maar heb er kennis van)
• Degeneratie → skelet
➢ Osteopenie: te kort aan botmassa
➢ Inadequate ossificatie: geen goede botvorming
➢ Vermindering botmassa begint rond de leeftijd van 30 en 40
➢ Osteoblast: is een cel die nieuwe botmassa opbouwt → activiteit begint af te nemen
➢ Osteoclast: is een cel die oude botmassa afbreekt → activiteit blijft gelijk
➢ Vrouwen verliezen +/- 8% van hun botmassa elk decennium
➢ Mannen verliezen +/- 3% van hun botmassa elk decennium
➢ Osteoporose: botdichtheid neemt af
➢ Vermindering van botmassa volstaat om normale
functie te kunnen uitvoeren
➢ Breekbare botten zijn waarschijnlijker te breken bij
blootstelling aan stressoren die jongere mensen
gemakkelijk kunnen verdragen
➢ Omvang van het verlies van sponsachtig botmassa
is gelijk aan het verlies aan compacte botmassa
➢ kan zich ook ontwikkelen als een neveneffect van
vormen van kanker → osteoclast -activerende
factor
• Degeneratie → gewricht
➢ Reuma: pijn en stijfheid van invloed op het bewegingsapparaat
➢ Artrose: schade aan kraakbeen
➢ Degeneratieve artrose = degeneratieve gewrichtsaandoening = DJD (degenerative joint
disease)
➢ Reumatoïde artritis (RA): gewrichten zijn ontstoken
➢ Jicht: ontstekingsziekte die wordt veroorzaakt door een te hoge urinezuurspiegel in je
lichaam. Het urinezuur hoopt zich op doordat de stofwisseling in je lichaam niet optimaal
verloopt. Daardoor kunnen er uraatkristallen ontstaan die neerslaan in of rondom je
gewrichten.
