Jodendom
Begin:
- Abraham (4000 jaar geleden)
—> Gelooft in 1 God
- Mozes (bevrijdde de Joden)
- Diaspora (zij leven over de hele wereld)
Soorten Joden:
- Orthodoxe Joden = chassidiem (dragen een gebedsmantel, pijpenkrullen)
- Liberale Joden = conservatieve (trouw aan traditie) , reform Joden (regels zijn niet meerval deze tijd)
Heilige geschrift
- Tenach (Bijbel van de Joden, Joden mogen deze niet aanraken)
Rabbijnse literatuur:
- Omvat Joodse geschriften die op de Tenach verder gaan (Talmoed)
Joodse geloofsovertuigingen:
- Monotheïsme = geloven in 1 God
- Schepper = God
- Persoonlijke God = Werkelijke naam van God is Jahweh
- 613 voorschriften = geboden en verbonden (Joden moeten zich daaraan houden)
Joodse tekens en symbolen:
- Davidster= 6 puntige ster, staat op de vlag van Israël
- Menora = 7-armste kandelaar (het licht wijst mensen de weg)
- Mezoeza = hangt aan de deur van elke Jood, er zitten geschriften in
- Sjofar = Ramshoorn (als je erop blaast, komt er geluid uit, om joden op te roepen om tot inkeer te komen)
- Kippa = keppeltje (er staat iemand boven hen, enkel voor mannen)
- Tefellien = gebedsriemen (teksten uit de Thora)
- Taliet = gebedskleed (voor Joodse mannen als ze gaan bidden)
Joodse voorgangers:
- Rabbijn (meester) —> Hiervoor moet je gestudeerd hebben
—> schriftgeleerden
- Kohen (priester) —> Hiervoor niet
—> van vader op zoon
Feestdagen:
- Maandkalender (13de maand invoeren voor de seizoenen)
- Sabbat = rustdag (vrijdagavond tot zaterdagavond)
- Pesach = Joden herdenken de Exodus (bevrijding uit Egypte, duurt 7 dagen)
- Sjavoeot = wekenfeest (schenking van de 10 geboden en de Thora wordt herdacht)
- Rosj Hasjana = Joods Nieuwjaar (er wordt op de sjofar geblazen, de wereld zal vergaan)
- Jom Kipoer = grote verzoendag (10 dagen na Joods Nieuwjaar, op Sjofar blazen, denken na of ze geen
zonden van God hebben gedaan)
- Soekot = loofhuttenfeest (duurt 7 dagen, herdenken de Joden die 40 dagen in de woestijn hebben
doorgebracht
- Chanoeka = inwijdingsfeest (herinwijding van de Tempel, 8-armste kandelaar, er is een wonder gebeurd)
- Poerim = herdenken de gebeurtenissen van koningin Ester (Jodenvervolging verhinderen)
, Joodse gezinsleven:
- Besnijdenis (bij jongens, 8ste dag na hun geboorte en dan krijgen ze hun naam)
- Bar mitswa = zoon van het gebod (13de verjaardag van de jongen, stukje voorlezen uit de Thora)
- Bat mitswa = dochter van het gebod (12de verjaardag van een meisje, stukje uit de Thora voorlezen)
- Huwelijk (moet niet in een synagoge)
- Overlijden, begrafenis, rouw = mag niet in de synagoge, voor eeuwig begraven worden, stenen op het graf)
- Spijswetten = uit de tenach (verbod op mengen van vlees en melk, eten van bloed
Gebedsplaats en andere heilige plaatsen:
- Synagoge (voor de mannen)
- Klaagmuur = in Jeruzalem (steken papiertjes in de gleuven met klachten op)
Begin:
- Abraham (4000 jaar geleden)
—> Gelooft in 1 God
- Mozes (bevrijdde de Joden)
- Diaspora (zij leven over de hele wereld)
Soorten Joden:
- Orthodoxe Joden = chassidiem (dragen een gebedsmantel, pijpenkrullen)
- Liberale Joden = conservatieve (trouw aan traditie) , reform Joden (regels zijn niet meerval deze tijd)
Heilige geschrift
- Tenach (Bijbel van de Joden, Joden mogen deze niet aanraken)
Rabbijnse literatuur:
- Omvat Joodse geschriften die op de Tenach verder gaan (Talmoed)
Joodse geloofsovertuigingen:
- Monotheïsme = geloven in 1 God
- Schepper = God
- Persoonlijke God = Werkelijke naam van God is Jahweh
- 613 voorschriften = geboden en verbonden (Joden moeten zich daaraan houden)
Joodse tekens en symbolen:
- Davidster= 6 puntige ster, staat op de vlag van Israël
- Menora = 7-armste kandelaar (het licht wijst mensen de weg)
- Mezoeza = hangt aan de deur van elke Jood, er zitten geschriften in
- Sjofar = Ramshoorn (als je erop blaast, komt er geluid uit, om joden op te roepen om tot inkeer te komen)
- Kippa = keppeltje (er staat iemand boven hen, enkel voor mannen)
- Tefellien = gebedsriemen (teksten uit de Thora)
- Taliet = gebedskleed (voor Joodse mannen als ze gaan bidden)
Joodse voorgangers:
- Rabbijn (meester) —> Hiervoor moet je gestudeerd hebben
—> schriftgeleerden
- Kohen (priester) —> Hiervoor niet
—> van vader op zoon
Feestdagen:
- Maandkalender (13de maand invoeren voor de seizoenen)
- Sabbat = rustdag (vrijdagavond tot zaterdagavond)
- Pesach = Joden herdenken de Exodus (bevrijding uit Egypte, duurt 7 dagen)
- Sjavoeot = wekenfeest (schenking van de 10 geboden en de Thora wordt herdacht)
- Rosj Hasjana = Joods Nieuwjaar (er wordt op de sjofar geblazen, de wereld zal vergaan)
- Jom Kipoer = grote verzoendag (10 dagen na Joods Nieuwjaar, op Sjofar blazen, denken na of ze geen
zonden van God hebben gedaan)
- Soekot = loofhuttenfeest (duurt 7 dagen, herdenken de Joden die 40 dagen in de woestijn hebben
doorgebracht
- Chanoeka = inwijdingsfeest (herinwijding van de Tempel, 8-armste kandelaar, er is een wonder gebeurd)
- Poerim = herdenken de gebeurtenissen van koningin Ester (Jodenvervolging verhinderen)
, Joodse gezinsleven:
- Besnijdenis (bij jongens, 8ste dag na hun geboorte en dan krijgen ze hun naam)
- Bar mitswa = zoon van het gebod (13de verjaardag van de jongen, stukje voorlezen uit de Thora)
- Bat mitswa = dochter van het gebod (12de verjaardag van een meisje, stukje uit de Thora voorlezen)
- Huwelijk (moet niet in een synagoge)
- Overlijden, begrafenis, rouw = mag niet in de synagoge, voor eeuwig begraven worden, stenen op het graf)
- Spijswetten = uit de tenach (verbod op mengen van vlees en melk, eten van bloed
Gebedsplaats en andere heilige plaatsen:
- Synagoge (voor de mannen)
- Klaagmuur = in Jeruzalem (steken papiertjes in de gleuven met klachten op)