📚
De politieke wereld
1. Algemene beginselen van de Belgische staat
1.1 Democratische staat
Democratie = participatie van de burgers in het staatsbestuur
Ratio → no taxation without representation
Via verkiezingen van 'volksvertegenwoordigers' in het parlement
Geen stemplicht → wel verplichte opkomst ( niet voor gemeente- en
provincieverkiezingen)
Representatieve parlementaire democratie
1.2 Rechtsstaat
Macht wordt geregeld en beperkt door de wet
De overheid zijn gebonden door wetten en moeten zich daaraan houden (
wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht)
De overheid moet rechten van burgers respecteren en beschermen
Burger kan de overheid aanklagen → wanneer deze faalt
Iemand is onschuldig tot zijn zijn schuld is bewezen
1.3 Scheiding der machten
Montesquieu (1748) → 'iedereen die macht heeft is geneigd die te misbruiken'
3 machten moeten volledig gescheiden zijn en onafhankelijk van elkaar
functioneren
Wetgevende macht:
Recht maken
Wetten opstellen
De politieke wereld 1
, Wetten aanpassen
Wetten afschaffen
Uitvoerende macht:
Recht uitvoren
Verantwoording afleggen aan de wetgevende macht
Rechtelijke macht:
Geschillen beslechten door wet toe te passen en te interpreteren
1.4 Monarchie
Koning wordt niet verkozen → wel erfelijk aangewezen
Koning is staatshoofd → vertegenwoordiger van de natie
Heeft geen politieke macht:
Is onbekwaam
Is onverantwoordelijk
Heeft wel politieke invloed (regeringsvorming)
1.5 Federale staat
België geëvolueerd van unitaire staat met provincies en gemeenten in 1830 naar
een federale staat met gemeenschappen en gewesten via opeenvolgende
staatshervormingen (6 van 1970 tot 2014)
Overdracht van centrale bevoegdheden naar gemeenschappen en gewesten
Sinds 1963 → erkenning van 4 taalgebieden
1.5.1 De 4 taalgebieden
1963 → vastleggen van de taalgrens
Het compromis van Hertoginnedal:
Personaliteit → geen enkele wet kan het taalgebruik in de privésfeer bepalen =
individuele taalvrijheid
Territorialiteit → beleid, administratie en onderwijs moet gebeuren in de taal van
het territorium (streektaal is bestuurstaal)
De politieke wereld 2
De politieke wereld
1. Algemene beginselen van de Belgische staat
1.1 Democratische staat
Democratie = participatie van de burgers in het staatsbestuur
Ratio → no taxation without representation
Via verkiezingen van 'volksvertegenwoordigers' in het parlement
Geen stemplicht → wel verplichte opkomst ( niet voor gemeente- en
provincieverkiezingen)
Representatieve parlementaire democratie
1.2 Rechtsstaat
Macht wordt geregeld en beperkt door de wet
De overheid zijn gebonden door wetten en moeten zich daaraan houden (
wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht)
De overheid moet rechten van burgers respecteren en beschermen
Burger kan de overheid aanklagen → wanneer deze faalt
Iemand is onschuldig tot zijn zijn schuld is bewezen
1.3 Scheiding der machten
Montesquieu (1748) → 'iedereen die macht heeft is geneigd die te misbruiken'
3 machten moeten volledig gescheiden zijn en onafhankelijk van elkaar
functioneren
Wetgevende macht:
Recht maken
Wetten opstellen
De politieke wereld 1
, Wetten aanpassen
Wetten afschaffen
Uitvoerende macht:
Recht uitvoren
Verantwoording afleggen aan de wetgevende macht
Rechtelijke macht:
Geschillen beslechten door wet toe te passen en te interpreteren
1.4 Monarchie
Koning wordt niet verkozen → wel erfelijk aangewezen
Koning is staatshoofd → vertegenwoordiger van de natie
Heeft geen politieke macht:
Is onbekwaam
Is onverantwoordelijk
Heeft wel politieke invloed (regeringsvorming)
1.5 Federale staat
België geëvolueerd van unitaire staat met provincies en gemeenten in 1830 naar
een federale staat met gemeenschappen en gewesten via opeenvolgende
staatshervormingen (6 van 1970 tot 2014)
Overdracht van centrale bevoegdheden naar gemeenschappen en gewesten
Sinds 1963 → erkenning van 4 taalgebieden
1.5.1 De 4 taalgebieden
1963 → vastleggen van de taalgrens
Het compromis van Hertoginnedal:
Personaliteit → geen enkele wet kan het taalgebruik in de privésfeer bepalen =
individuele taalvrijheid
Territorialiteit → beleid, administratie en onderwijs moet gebeuren in de taal van
het territorium (streektaal is bestuurstaal)
De politieke wereld 2