Examenvoorbereiding
Relationele Vorming 2
1. De preventiepiramide als grondplan.
1.1. Leerdoelen
De student kan de complexiteit in onderlinge relaties op de klasvloer duiden.
De student kan de evolutie van een curatieve benadering naar een preventieve
benadering duiden.
De student kan de verschillende niveaus in de preventiepiramide van Deklerck
verklaren.
De student kan de verschillende niveaus in het model toelichten met een
voorbeeld.
De student kan van een gegeven actie aangeven op welk niveau(s) deze zich
bevindt(en).
De student kan voorbeelden genereren uit de eigen praktijk en het eigen handelen
plaatsen in de preventiepiramide.
De student kan kritisch naar het eigen handelen en naar de eigen preventieve
maatregelen kijken vanuit de piramidestructuur.
1.2. De complexe realiteit van relaties in de klas
1.2.1.1. Hoe is het relationele karakter van de
klasgroep?
- Ingewikkeld geheel van relaties
o Veel actoren (iemand die door zijn functie betrokken is bij een sociaal
proces)
o Veel beïnvloede factoren
1.2.1.2. Waarom moeten we het relationele
karakter van een klasgroep breed genoeg
bekijken?
- Voor het ingrijpen in de interactie
o Elke leerling heeft ervaringen vanuit voorgaande relaties.
o Meerdere partijen
1.2.1.3. Welk model gaan we hiervoor gebruiken?
- Preventiepiramide van Johan Deklerck
1.3. De preventiepiramide
1.3.1.1. Wat doet de preventiepiramide?
- Ordent de mogelijke maatregelen die ongewenst gedrag kunnen tegenhouden
- Je aanpak in vraagstellen en optimaliseren
,1.3.1.2. Verklaar de naam ‘preventiepiramide’?
- Preventie = voorkomen als doel nemen
- Piramide = piramidestructuur.
o De maatregelen op niveau 1 zijn uitgebreider.
Meer acties
Rijkwijdte
1.3.2. Het ontstaan van de preventie
1.3.2.1. In de jaren 60 – 70
- Alleen oplossen en genezen van ongewenst gedrag.
1.3.2.2. In de jaren 70
(rechtspraak)
- Besef dat genezing onvoldoende was.
- Meer zicht op risicofactoren voor problematisch gedrag.
- Aandacht voor preventie
1.3.2.3. Definitie preventie
- Preventie = vroegtijdig problemen vermijden zodat ze niet behandeld of
opgelost moeten worden.
1.3.3. Keuzen voor een model uit de criminologie.
1.3.3.1. Waarom past het preventiepiramide model
perfect in het onderwijs?
- Crimineel gedrag voorkomen
- We omschrijven aan kinderen welk gedrag wenselijk is in interpersoonlijke
relaties
- Aanleren van sociale gedragingen
, 1.4. De tweedeligheid van het model
1.4.1. Positief georiënteerd VS negatief
georiënteerd.
1.4.1.1. Geef de eerste indeling van het
preventiepiramide model?
- Positief georiënteerd/ niet-probleemgerichte aanpak (Niveau 1 en 2)
o Focus = gewenst gedrag
o Doel = kwaliteiten van welzijn bevorderen
- Negatief georiënteerd/ probleemgerichte aanpak (Niveau 3 en 4)
o Focus = ongewenst gedrag
o Doel = maatregelen richten op de aanpak van het negatieve gedrag.
1.4.1.2. Waarom is het belangrijk om je positie in
de piramide te weten?
- De maatregelen die je zal nemen zijn bepalend voor je positie.
1.4.2. Attitudevorming VS structurele aanpak.
1.4.2.1. Geef de tweede indeling van het
preventiepiramide model?
- Attitudevorming (links)
o Attitude bevorderen d.m.v. maatregels
o Mentaliteitsverandering
Positieve kijk zorgt voor een aanpassing in hun handelswijze
- Structurele aanpak (rechts)
o Iets bereiken door een goede aanpak
o Organisatorische maatregelen /technische maatregelen
1.5. De 5 verschillende niveaus van preventie
1.5.1. Niveau 0: de brede maatschappelijke context.
1.5.1.1. Geef de kenmerken.
- Breedste niveau
- Non-actief niveau
- Gevormd door = brede maatschappelijke context waarin sociale relaties zich
afspelen
o Politieke achtergrond
o Culturele achtergrond
o Sociale achtergrond
o Ecologische achtergrond
Relationele Vorming 2
1. De preventiepiramide als grondplan.
1.1. Leerdoelen
De student kan de complexiteit in onderlinge relaties op de klasvloer duiden.
De student kan de evolutie van een curatieve benadering naar een preventieve
benadering duiden.
De student kan de verschillende niveaus in de preventiepiramide van Deklerck
verklaren.
De student kan de verschillende niveaus in het model toelichten met een
voorbeeld.
De student kan van een gegeven actie aangeven op welk niveau(s) deze zich
bevindt(en).
De student kan voorbeelden genereren uit de eigen praktijk en het eigen handelen
plaatsen in de preventiepiramide.
De student kan kritisch naar het eigen handelen en naar de eigen preventieve
maatregelen kijken vanuit de piramidestructuur.
1.2. De complexe realiteit van relaties in de klas
1.2.1.1. Hoe is het relationele karakter van de
klasgroep?
- Ingewikkeld geheel van relaties
o Veel actoren (iemand die door zijn functie betrokken is bij een sociaal
proces)
o Veel beïnvloede factoren
1.2.1.2. Waarom moeten we het relationele
karakter van een klasgroep breed genoeg
bekijken?
- Voor het ingrijpen in de interactie
o Elke leerling heeft ervaringen vanuit voorgaande relaties.
o Meerdere partijen
1.2.1.3. Welk model gaan we hiervoor gebruiken?
- Preventiepiramide van Johan Deklerck
1.3. De preventiepiramide
1.3.1.1. Wat doet de preventiepiramide?
- Ordent de mogelijke maatregelen die ongewenst gedrag kunnen tegenhouden
- Je aanpak in vraagstellen en optimaliseren
,1.3.1.2. Verklaar de naam ‘preventiepiramide’?
- Preventie = voorkomen als doel nemen
- Piramide = piramidestructuur.
o De maatregelen op niveau 1 zijn uitgebreider.
Meer acties
Rijkwijdte
1.3.2. Het ontstaan van de preventie
1.3.2.1. In de jaren 60 – 70
- Alleen oplossen en genezen van ongewenst gedrag.
1.3.2.2. In de jaren 70
(rechtspraak)
- Besef dat genezing onvoldoende was.
- Meer zicht op risicofactoren voor problematisch gedrag.
- Aandacht voor preventie
1.3.2.3. Definitie preventie
- Preventie = vroegtijdig problemen vermijden zodat ze niet behandeld of
opgelost moeten worden.
1.3.3. Keuzen voor een model uit de criminologie.
1.3.3.1. Waarom past het preventiepiramide model
perfect in het onderwijs?
- Crimineel gedrag voorkomen
- We omschrijven aan kinderen welk gedrag wenselijk is in interpersoonlijke
relaties
- Aanleren van sociale gedragingen
, 1.4. De tweedeligheid van het model
1.4.1. Positief georiënteerd VS negatief
georiënteerd.
1.4.1.1. Geef de eerste indeling van het
preventiepiramide model?
- Positief georiënteerd/ niet-probleemgerichte aanpak (Niveau 1 en 2)
o Focus = gewenst gedrag
o Doel = kwaliteiten van welzijn bevorderen
- Negatief georiënteerd/ probleemgerichte aanpak (Niveau 3 en 4)
o Focus = ongewenst gedrag
o Doel = maatregelen richten op de aanpak van het negatieve gedrag.
1.4.1.2. Waarom is het belangrijk om je positie in
de piramide te weten?
- De maatregelen die je zal nemen zijn bepalend voor je positie.
1.4.2. Attitudevorming VS structurele aanpak.
1.4.2.1. Geef de tweede indeling van het
preventiepiramide model?
- Attitudevorming (links)
o Attitude bevorderen d.m.v. maatregels
o Mentaliteitsverandering
Positieve kijk zorgt voor een aanpassing in hun handelswijze
- Structurele aanpak (rechts)
o Iets bereiken door een goede aanpak
o Organisatorische maatregelen /technische maatregelen
1.5. De 5 verschillende niveaus van preventie
1.5.1. Niveau 0: de brede maatschappelijke context.
1.5.1.1. Geef de kenmerken.
- Breedste niveau
- Non-actief niveau
- Gevormd door = brede maatschappelijke context waarin sociale relaties zich
afspelen
o Politieke achtergrond
o Culturele achtergrond
o Sociale achtergrond
o Ecologische achtergrond