Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien 4.2 TrustPilot
logo-home
Notes de cours

Inleiding Internationaal Recht: hoorcolleges, werkgroepen, afleveringen

Note
-
Vendu
-
Pages
24
Publié le
10-01-2022
Écrit en
2021/2022

ALLE aantekeningen van hoorcolleges, werkgroepen en afleveringen van de cursus Inleiding Internationaal Recht aan de Radboud Universiteit, schooljaar .

Établissement
Cours










Oups ! Impossible de charger votre document. Réessayez ou contactez le support.

École, étude et sujet

Établissement
Cours
Cours

Infos sur le Document

Publié le
10 janvier 2022
Nombre de pages
24
Écrit en
2021/2022
Type
Notes de cours
Professeur(s)
De waele
Contient
Toutes les classes

Sujets

Aperçu du contenu

Inleiding Internationaal Recht
Afl everingen + hoorcolleges + werkgroepen

Aflevering 1B (1A is inleidend):
Internationaal publiekrecht → publiek: regels die zien op belangen die we aan de overheid
hebben toevertrouwd → res publica
Ius gentium = volkenrecht

Europees vs internationaal recht:
 Andere actoren actief
 Internationale organisaties → WHO, VN, NAVO, WTO
 In internationaal recht: gehele wereld, Europees recht: over EU alleen
 EU-recht heeft directe werking, voorrang (verplicht monisme), een direct verkozen
parlement en een functioneel wetgevend apparaat

Aflevering 1C:
Horizontaal domein = staten maken zelf dienst uit → geen wereldregering, dus landen zien
zelf toe op de naleving van het recht

Internationale rechtscolleges:
 Internationaal gerechtshof
 Internationaal strafhof
 Tribunalen

Toch zijn er ook verticale verhoudingen, want er zijn ook supranationale organisaties, bv. EU,
Afrikaanse Unie, ASEAN.

Hoorcollege 1: Inleiding op de cursus en het vakgebied
Intergouvernementeel:
 Meeste internationale organisaties zijn zo georganiseerd
 Horizontale opzet
 Besluiten allen bij unanimiteit
 Zelden bindende wetgeving
 ‘Opt-in systeem’ → vrijwillige rechtspraak

Supranationaal:
 Zeldzaam
 Verticale opzet
 Bindende wetgeving → effectief
 Verplicht jurisdictie

Aflevering 2A
In het volkenrecht is geen centraal gezag, dus geen echte wetgevende macht.
Positivisme = kijken naar geldend recht, dus de momenteel bestaande geldende regels.

Ontstaan internationaal recht:
 Staten → bv. verdragen, gewoonterecht

,  Internationale organisaties → bv. VN, WTO, ILO, NGO’s, (inter)nationale vakbonden
 Internationale tribunalen, bv. internationaal gerechtshof, internationaal strafhof,
internationaal zeerechttribunaal

Staten zijn gebonden aan internationale regels als ze ermee instemmen → horizontale
opzet!
Ius cogens = dwingend recht, bv. verbod op genocide/slavernij → zaak België v Senegal

Aflevering 2B
Internationaal Gerechtshof heeft een belangrijk statuut. Art. 38 IGH: welke rechtsbronnen
het internationaal recht heeft (wel gedateerd en niet-uitputtend; missende rechtsbron:
besluiten internationale organisaties (want toen nog niet besef van belang)).

Belangrijkste rechtsbronnen:
 Gewoonterecht
 Verdragen = internationale afspraken tussen partijen → staten/internationale
organisaties.
 Besluiten van internationale organisaties, bv. International Health Regulations, VN-
Veiligheidsraad.
 Algemene rechtsbeginselen, bv, proportionaliteit, schending recht (→ terugdraaien +
schadevergoeding)
In beginsel hebben ze onderling geen voorrang (pariteit), tenzij anders bepaald + lex specialis
+ lex posterior.
Beslissingen van internationale tribunalen zijn belangrijk, maar geen zelfstandige rechtsbron.

Aflevering 2C
In internationaal recht is gewoonterecht erg belangrijk.
Kenmerken:
 Algemene praktijk → usus
 Rechtsovertuiging → opinio iuris
Soms wordt gewoonterecht wel gecodificeerd.

Opinio iuris vaststellen kan door officiële verklaringen, uitlatingen van ministers,
opmerkingen in internationale organisaties, oordelen van tribunalen, onderzoek, horen van
partijen.

Voor internationaal gewoonterecht moeten er genoeg staten aangeven dat dat
gewoonterecht bij hen geldt.

Hoorcollege 2: bronnen van internationaal recht I
Rechtsvorming door internationale tribunalen:
 Internationaal Gerechtshof en Hof van Arbitrage zitten in Vredespaleis Den Haag
 Rechters kunnen soms zelf recht vormen (bv. huwelijk in VS) → niet democratisch
gelegitimeerd
→ sterker op internationale toneel, waar staten de hoofdrol spelen (want niet
makkelijk wijzigen en veel mensen gebonden)

,  Internationale tribunalen maken toch nieuwe regels of interpretaties, bv. erkenning
van regels als normen van gewoonterecht (bv. continental shelf)

De zaak België-Senegal:
 De tragedie van Tsjaad, 1960-1990
o Franse kolonie tot 1960
o Jaren ’60-’70: burgeroorlog
o 1982: Hissène Habré vestigt schrikbewind (anticommunistisch) →
internationale gemeenschap deed niets
o 1990: Habré verjaagd, vlucht naar Senegal
 België beroept zich op CAT (Convention Against Torture) bij IGH → België kan dit,
want beginsel van universele jurisdictie
 Vóór 1987 was CAT nog niet, dus norm geldt niet voor Senegal, maar het was ius
cogens!
 Habré moet dus overgeleverd worden
→ Je kunt dus terechtstaan in een ander land

Aflevering 3A
Bilaterale verdragen = verdrag tussen 2 partijen
Multilaterale verdragen = verdrag tussen min. 3 partijen, bv. WTO, VN-Handvest
Deze verdragen zijn wel fluïde, dus er kunnen meer of minder partijen aan meedoen.

Verdragen kunnen ook tussen organisaties worden gesloten.

Basisregels wat betreft verdragen: WVV; Weens Verdrag Verdragenrecht
Gabcikovo-Nagymaros project (Hongarije/Slowakije) → WVV
WVV heeft karakter van lex generalis → partijen kunnen bijzondere, specifieke afspraken
maken, dus lex specialis, dus voorrang.
Verdragen kunnen (tijdelijk) elk moment worden opgeschort, maar dit is lex generalis, dus
niet altijd geldig.

Aflevering 3B
Hoe sluit je een verdrag?
1. Onderhandeling
o De Harvard-methode = methode waarbij win-win situatie wordt gezocht
o Opvolger van kyoto-protocol → duurt lang
 → resultaten in het verleden bieden geen garantie
2. Ondertekening (nog geen inwerkingtreding!)
3. Ratificatie
 Als nationale parlementen hebben toegestemd
 NL: SG moet goedkeuring verlenen
4. Inwerkingtreding
o Minimumdrempel voor inwerkingtreding

Toetreding = meedoen aan een verdrag als het verdrag al bestaat. Deze mogelijkheid moet
wel zijn vastgelegd in het verdrag.
€4,39
Accéder à l'intégralité du document:

Garantie de satisfaction à 100%
Disponible immédiatement après paiement
En ligne et en PDF
Tu n'es attaché à rien

Faites connaissance avec le vendeur

Seller avatar
Les scores de réputation sont basés sur le nombre de documents qu'un vendeur a vendus contre paiement ainsi que sur les avis qu'il a reçu pour ces documents. Il y a trois niveaux: Bronze, Argent et Or. Plus la réputation est bonne, plus vous pouvez faire confiance sur la qualité du travail des vendeurs.
Marindedr Radboud Universiteit Nijmegen
S'abonner Vous devez être connecté afin de suivre les étudiants ou les cours
Vendu
24
Membre depuis
4 année
Nombre de followers
19
Documents
15
Dernière vente
7 mois de cela
VWO5 & 6

Hier verkoop ik documenten die ik in het 5e en 6e jaar van het VWO/Gymnasium heb geschreven. Ikzelf ben cum laude geslaagd en nu ik studeer hoop ik jou er ook mee te helpen!

2,0

1 revues

5
0
4
0
3
0
2
1
1
0

Récemment consulté par vous

Pourquoi les étudiants choisissent Stuvia

Créé par d'autres étudiants, vérifié par les avis

Une qualité sur laquelle compter : rédigé par des étudiants qui ont réussi et évalué par d'autres qui ont utilisé ce document.

Le document ne convient pas ? Choisis un autre document

Aucun souci ! Tu peux sélectionner directement un autre document qui correspond mieux à ce que tu cherches.

Paye comme tu veux, apprends aussitôt

Aucun abonnement, aucun engagement. Paye selon tes habitudes par carte de crédit et télécharge ton document PDF instantanément.

Student with book image

“Acheté, téléchargé et réussi. C'est aussi simple que ça.”

Alisha Student

Foire aux questions